Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,921 - 4,930 15,508 resultaten gevonden
Koolboor (v.)
Boor die lijkt op een kleine naafboor (ca. 20 cm lang) die gebruikt wordt om het hart uit een kool te boren voordat deze in stukjes gesneden wordt. [MOT]
Kortzaag (hand) (v.)
De kortzaag (1) is een zaag met een naar het uiteinde toe smaller toelopend blad (ca. 70 à 90 cm) met vrij grote tanden en een pistoolkolf. Soms staat een recht handvat naast die kolf. Ze dient om boomstammen dwars door te zagen. De tanden zijn groot omdat de zaag bestemd is om groen hout te zagen. Meestal wordt ze door één persoon gehanteerd, maar het is mogelijk aan het andere einde een tweede handvat op het blad te schroeven zodat ze door twee personen gehanteerd kan worden. Zie ook handzaag (dubbele, Japanse) waarmee men met de zijde met fijne tanden het hout dwars doorzaagt. [MOT] (1) "Kortzaag" wordt als algemene benaming gebruikt om die zagen aan te duiden waarmee dwars op de vezels wordt gewerkt.
Kopkniptang (v.)
Met de kopkniptang kan men makkelijk draad vlak langs een ander oppervlak afknippen. Alhoewel de tang sterk lijkt op de trektang, is haar bek scherper en vaak afgeplat. Bij de trektang is de bek juist rond om het hout niet te beschadigen wanneer men ze als hefboom naar beneden drukt. Men kan draden met kleine tot vrij grote diameter afknippen met de kopkniptang. Sommige modellen hebben een schuine bek, zodat men er ook op moeilijke plaatsen mee kan werken. Op een model komen een combinatietang en een kopkniptang samen voor doordat beide armen van de tang 180° rond de draaispil kunnen draaien. Zo kan steeds één van de twee werkende delen gebruikt worden. Zie ook draadkniptang, zijkniptang en isolatiepijpsnijtang. [MOT]
Koordnaald (v.)
Een koordnaald is een ca. 30-40 cm lange priem met een gat in de punt, waardoor een koordje gestoken kan worden. De gareelmaker, de zadelmaker, de matrassenmaker en de zetelmaker gebruiken dit handwerktuig wanneer ze dikke voorwerpen naaien. Blijkens de catalogus van de firma Osborne gebruikte de slager een koordnaald om ham te binden (1). [MOT] (1) OSBORNE: 49.
Koubeitel (m.)
De koubeitel is een beitel van max. 20 cm lang met dubbele vouw, volledig van metaal - in dit geval hard staal - die gebruikt wordt door de smid voor het koud doorhakken of inkepen van metalen. Voor ijzerhoudend metaal bedraagt de hoek van de dubbele vouw 60°, voor lichte legeringen 40-45° (1). Te onderscheiden van het breekijzer. Zie ook stokbeitel. [MOT] (1) BRODBECK: 64.
Kooltjestang (v.)
De kooltjestang dient om een kooltje uit de haard te nemen en er de pijp mee aan te steken. Vaak heeft deze tang twee vierkante plaatjes aan het einde van de gekruiste armen. Deze laten toe het kooltje makkelijker vast te nemen. De kooltjestang is lichter en meestal kleiner dan de vuurtang. [MOT]
Kousjesuitdruktang (v.)
De schoenmaker brengt kousjes aan met een kousjestang en verwijdert ze indien nodig met een kousjesuitdruktang. De doorboorde kaak plaatst men onder het kousje. De dunne kaak plaatst men erop en men knijpt de tang dicht. Soms belet een stelschroef het te ver drukken, waardoor men het leer zou beschadigen. [MOT]
Koolmes (o.)
Het koolmes is een meestal houten handwerktuig met stalen blad, dat licht schuin gemonteerd is en waarmee men fijne stukjes van een kool of andere groente kan afsnijden. Het koolmes kan recht zijn met een recht handvat in het verlengde of in het geheel licht gebogen zijn. Tegenwoordig zijn er modellen in diverse materialen en met bv. twee bladen om sneller te werken. Zie ook de koolschaaf om een halve kool in stukjes te schaven. [MOT]
Kolenschep (v.)
Metalen schep met een vlak of holrond langwerpig blad (ca. 10-15 cm breed; ca. 20-25 cm lang) met opstaande randen om kleine hoeveelheden kolen in de kachel te scheppen. Ze kan volledig van metaal zijn of een metalen blad hebben dat met een angel of een dille aan een houten hecht bevestigd is. Ze is vaak versierd en vormt één geheel met de kolenbak. Zie ook kolenschep (steenbakker) en stookschop. [MOT]
Koolschaaf (v.)
Grote groenteschaaf (ca. 1 m lang en 30 cm breed) waarmee men halve kolen in fijne stukjes kan schaven voor de bereiding van zuurkool. Ze heeft verscheidene schaafmessen die zich schuin ten opzichte van de as van een grote plank bevinden. Een houten bak zonder bodem waarin de halve kool geplaatst wordt, glijdt over de schaaf. [MOT]