Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,011 - 5,020 15,585 resultaten gevonden
Radeermesje (o.)
Er bestaan verschillende modellen radeermesjes. Ze worden op kantoor gebruikt om potloodlijnen of inktvlekken van het papier af te krabben. Er is een licht (ca. 20 gr), plat mes met lang hecht (ca. 13 cm) en bladvormig lemmet, dat aan beide zijden snijdt. Een tweede model heeft een langwerpig lemmet met een vrij korte, stomp uitlopende punt (ca. 1,5 cm) en slechts één snijdende zijde. Een derde model bestaat uit één geheel met twee snijdende uiteinden. Het ene uiteinde heeft een mesje in een hoek van 45°, het andere uiteinde lijkt op een lancet. Twee rechthoekige, houten dekplaatjes - in het midden van het mes - dienen als handvat. Dan bestaat er nog een heel klein radeermesje (niet langer dan 10 cm) met een klein lemmet van ca. 3 cm lang. Het hecht is zo uitgehold dat men het stevig tussen duim en wijsvinger kan vasthouden. Om te raderen houdt men het mes horizontaal, maar het blad verticaal, en schraapt met kleine bewegingen over het papier. Het scherpe radeermesje wordt ook gebruikt...
Punaisewipper (m.)
De kantoorbediende gebruikt een relatief klein (ca. 4-14 cm) licht roestvrijstalen handwerktuig om duimspijkers te lichten. Het uiteinde van het werkend deel wordt onder de kop van de spijker geduwd die gelicht kan worden zonder de punt te buigen of de kop af te breken, zoals dat vaak gebeurt met een mes. Bij sommige modellen is het handvat een briefopener (1). Bij een (grafiet) potloodvijl is soms het uiteinde omgebogen dat dan dienst kan doen als spijkerlichter (2). Zie ook spijkerlichter. [MOT] (1) Dat is nuttig voor het verwijderen van tekeningen die zijn vastgelijmd aan het paneel, enz. (KEUFFEL & ESSER: 265). (2) Bv. KEUFFEL & ESSER: 295.
Pureestamper (m.)
Keukengerei waarmee men aardappelen en andere groenten fijn kan stampen. Het bestaat uit een ronde, ev. bolronde, houten schijf waarin een steel steekt. Daarmee worden de gekookte aardappelen door de gaten van een vergiet gedrukt. Het werktuig kan ook in een pureezeef werken en dan is zijn vorm eraan aangepast (1). De houten pureestamper is niet te verwarren met de paddenstoelvormige maasbal. Er bestaan ook pureestampers van metaal, ijzer, aluminium of plaatijzer. Met deze werktuigen, met opengewerkt stampgedeelte, hoeft men niet meer in een vergiet of een zeef te werken. Zie ook aardappelstamper (vee). [MOT] (1) Bv. LUCAS s.d.: 26.
Puntslag (m.)
De puntslag is een korte (5-12 cm), metalen cilinder met een scherp en puntig uiteinde. Hij wordt gebruikt om het midden van een in metaal te boren gat en de rand van uit te snijden plaatijzer aan te duiden en om een gat te doppen, d.i. voor het boren een klein gat in het metaal drijven opdat het boorijzer zou bijten zonder weg te glijden. De schacht is in vele gevallen gekarteld zodat hij goed in de hand kan gehouden worden. De puntslag wordt gebruikt in combinatie met een hamer. Het werktuig is te onderscheiden van de drevel. [MOT]
Puntbeitel (m.)
De puntbeitel is een metalen beitel zonder hecht (ca. 20-30 cm en meer) met een spitse punt die de vorm heeft van een piramide met vier zijden. De doorsnede varieert van 8 mm tot 1,5 cm. De steenhouwer gebruikt hem om steen te bewerken (te “spitsen”, te “punteren”) tot een vrij ruw oppervlak met duidelijke puntindrukken, soms in een waaiervorm. De beeldhouwer gebruikt hem om de grote overtollige delen van het steenblok weg te slaan en zo de eerste ruwe vorm aan het beeld te geven. De puntbeitel wordt beslagen met een houten steenhouwersklopper of een steenhouwersvuist. [MOT]
Radertje voor naden (o.)
Hard radertje van ca. 3-6 cm breed, gebruikt om de naden tussen de banen behangpapier aan te drukken; bij reliëfpapier gebruikt men hiervoor een zachte behangersborstel omdat het radertje voor naden het reliëf plat drukt. Het werkend deel kan uit plastic, metaal, hout, been of ivoor (1) gemaakt zijn. Om het behangpapier op de muur glad te strijken, bestaan er radertjes die breder zijn en met een zacht materiaal, zoals vilt of flannel, overtrokken zijn (2). [MOT] (1) SELLENS: 315. (2) SELLENS: 315.
Puimsteen (werktuig) (o.)
Puimsteen is grijs, glasachtig vulkanisch gesteente met veel luchtbellen en dat zeer poreus is. Natuurlijke puimsteen is zeer ongelijk van structuur en bevat dikwijls scherpe stukjes kwarts die bij het schuren krassen kunnen veroorzaken. Daarom gebruikt men vaak kunstmatige puimsteen, vervaardigd uit gemalen en gezifte puimsteen met een bindmiddel. Veelal wordt het aangewend om schilderwerk af te schuren, maar ook in de lichaamsverzorging wordt de puimsteen gebruikt. Zie ook schuurpapier. [MOT]
Pureezeef (v.)
Metalen zeef (ca. 15-35 cm) die conisch of bolrond is en waarmee men met behulp van een houten, respectievelijk kegelvormige of bolronde, stamper (zie ook pureestamper) gekookte aardappelen of andere groenten doorheen duwt, om puree te bekomen. De kegelvormige stamper past met zijn smal uiteinde in de bodem van de zeef en wordt langs de randen gerold; de bolronde stamper wordt met lichte druk over de zeefbodem heen een weer bewogen. De kegelvormige zeven hebben veelal een onderstel zodat ze over een pan kunnen gezet worden; ze kunnen ook een handvat hebben. De bolronde hebben twee handvatten waarmee ze over een pan gezet kunnen worden. Zie ook pureeknijper. [MOT]
Rakelijzer (o.)
Ijzeren staaf met een haaks omgebogen uiteinde (ca. 15 cm) waarop een metalen plaatje (1) (ca. 15-30 cm lang; 3-6 cm breed) kan gelast zijn, en waarmee kolen in de broodoven of de verwarmingsketel omgeroerd, of eruit getrokken worden. Het rakelijzer voor de oven (ca. 75-100 cm) is meestal voorzien van een dille waarin een lange houten steel (ca. 1-2 m) steekt. Het werktuig voor de verwarmingsketel is geheel van metaal, 90 à 120 cm lang en eindigt in een ring; het maakt vaak deel uit van een stel van drie of vier werktuigen: een rakelijzer, een pook, een vuurschop (stoker) en een sinteltang. Het rakelijzer is niet te verwarren met de schuimschraper. [MOT] (1) Volgens Weyns (1974: 881) bestaat astrekker of trekker ook uit een houten plaatje.
Rasp voor hout (v.)
De houtrasp dient om een voorwerp dunner te maken, er een bepaalde vorm aan te geven, een gat enigszins te verbreden enz. Het is een stalen, vaak halfronde staaf (15-30 / 1-4 cm) met tandjes over heel het vlak en een angel die in een houten hecht van 10-15 cm steekt. Ze werkt in één richting, wanneer geduwd. Het handwerktuig kan ook bestaan uit een stalen blad met spleten, dat op een onderstel bevestigd wordt en dus vervangen kan worden. De trappenmaker gebruikt ook gebogen raspen (en vijlen) (1). Omdat die werktuigen zelden in de handel te vinden zijn, wordt over het algemeen aan een smid of een vijlenkapper gevraagd ze te buigen (2). Zie ook carrosserievijl. [MOT] (1) Voor het vervaardigen van spekstenen schalen, holle kommetjes of vazen gebruikt men tevens een gebogen rasp (MOT V 2010.0961). Dit om gelijkmatige rondingen aan de steen aan te brengen. (2) KRESS: 213