Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,041 - 5,050 15,689 resultaten gevonden
Teenschaafje (o.)
Het teenschaafje (1) dient om een teen aan een zijde effen te maken of om haar over de hele lengte dezelfde dikte te geven. Het werktuig bestaat uit één of twee scherpe blaadjes geklemd in drie op elkaar haaks staande plankjes van ca. 5 cm. Het houten gedeelte kan ook uit één stuk gesneden zijn. Vaak is de zool, d.i. de binnenzijde van de U-vorm, beslagen met een ijzeren plaat. Het blaadje staat niet haaks maar schuin tegenover de zool. De afstand tussen snede en zool kan overal dezelfde zijn maar dikwijls is hij aan een zijde groter. Zo kunnen tenen van verschillende dikte worden bewerkt. Wanneer er twee blaadjes zijn, staat het tweede dichter bij de zool dan het eerste. Dat laatste snijdt een laag af, het tweede een andere, om te vermijden dat het werktuig de teen zou splijten in plaats van ze te snijden (2). Eén hand vat het werktuig, de andere de teen die tussen de zool en het blad wordt geduwd en dan verder wordt getrokken. Het teenschaafje wordt dus niet zoals een gewone schaaf...
Tang voor smeltveiligheid (v.)
De elektricien gebruikt een tang voor smeltveiligheid om de patronen van smeltveiligheden te installeren en te verwijderen. Afhankelijk van het type patroon - bv. cilindrisch patroon, glazen zekering CEHESS, enz. – en dus ook van het aantal volt wordt een ander model van tang gebruikt. Het werktuig bestaat uit een plastic, vroeger bakeliet, tang (ca. 20 cm) met afgeronde bekken. Soms is er een mof in rubber bijgeleverd voor het hanteren van glazen zekeringen. Voor de patronen van zware smeltveiligheden (tot 12000 V) die vroeger gebruikt werden in kleine verwerkingsbedrijven (van bv. verlichtingsarmaturen) werd een lange (ca. 115 cm) (1) houten tang met porseleinen isolatoren op de armen gebruikt. De tang kan al dan niet voorzien zijn van een aarding in de vorm van een kabel. Zie ook sleutel voor DIAZED-smeltveiligheid. [MOT] (1) E & E: 353; vermeldt dat deze tang in 2 maten bestaat en toont ook een ander model.
Theetangetje (o.)
Met een theetangetje laat men losse thee in het kopje of de theepot trekken. Men belet zo dat de theeblaadjes in het water gaan ronddrijven.  De kaken bestaan uit twee gazen zakjes of twee zeefjes uit inox, die men opent door de armen van de tang dicht te knijpen. Men kan zo makkelijk het theetangetje vullen of ledigen. De tang sluit zich automatisch wanneer men geen druk meer uitoefent op de armen of ze wordt toegehouden door middel van een ring. Indien de armen te kort zijn wordt er een kettinkje met haakje voorzien om over de rand van het kopje of de theepot te hangen. Zie ook theeëi. [MOT]
Tapmes (o.)
Rubber wordt gewonnen uit het melksap (latex) van de hevea's. De winning gebeurt door de levende boom te tappen met het tapmes. De latexvaten worden dwars doorgesneden. Daarom wordt de tapsnede in een helling van ongeveer 30° met het horizontale vlak gemaakt waardoor de latex langs de snede afvloeit. Onder de snede bevestigt men een metalen gootje, waardoor de latex in het opvangbakje terechtkomt (1). Het tapmes heeft een metalen gebogen lemmet met aan het uiteinde een U-vormige gebogen lip en een recht houten hecht van ca. 10 cm. Bij het tappen wordt met deze scherpe lip een baststrookje van ca. 1,5 cm dikte weggesneden. Het tapmes lijkt op de boomrits waarmee een te vellen boom wordt gemerkt en op de klompenmakersrits waarmee de klompenmaker versieringen aanbrengt op klompen. [MOT] (1) Zie bv. VAN DEN ABEELE & VANDENPUT: 374.
Theeëi (o.)
Met een theeëi laat men losse thee in een kopje trekken. Het heeft een eivormig metalen, zilveren of porseleinen geperforeerd recipiënt (ca. 3-5 cm doorsnede) dat in het midden open gaat en dat aan een kettinkje bevestigd is. Men vult het met theeblaadjes en hangt het in een kopje met het kettinkje over de rand. Naast de gebruikelijke eivorm bestaan er ook fantasiemodellen in de vorm van theepotjes, huisjes,... De eivorm kan ook i.p.v. aan een kettinkje aan een rechte steel bevestigd zijn. Zie ook theetangetje. [MOT]
Tapijtsnijder (hand) (m.)
Voor het op maat snijden van geweven, getufte en geperste tapijten met een rug van schuim of jute, kan men een tapijtsnijder gebruiken. Hij bestaat uit een halfmaanvormige of een parallellogramachtig werktuig met handvat dat onderaan voorzien is van een zool die tussen het tapijt en de vloer glijdt. Het voorste gedeelte van het werktuig glijdt langsheen een liniaal. Daar waar het werktuig voorzien is van een uitsparing bevindt zich een vervangbaar mesje dat zowel een scheermesje als een wegwerpmesje kan zijn. Eerstgenoemde vormt een hoek van ca. 45° met de geleider, laatstgenoemde een hoek van ca. 135°. Sommige modellen zijn voorzien van een veer die het tapijt tegen de zool duwt. [MOT]
Tegelvorm (m.)
Houten raam (wilgen, beuken, soms eiken), waarin de klei omgevormd wordt tot een tegel (of een platte pan). Het bestaat uit vier houten plankjes, samengehouden door pen-en-gatverbindingen. De twee lange plankjes zijn naar buiten toe verlengd, aan één zijde vrij kort en aan de andere langer om als handvatten te dienen. Ook hier (zie steenvorm) duidt een inkeping de onderkant aan. De afmetingen van de tegelvorm houden rekening met de krimp van de klei tijdens het drogen. Het gebruik van de tegelvorm is de eerste stap in het vormingsproces van de tegel. Na een gedeeltelijke droging, waardoor de kleitegel voldoende gekrompen zal zijn, zal men hem op het juiste formaat snijden (zie snijvorm (tegelbakker). [EMABB]
Tegeltang (v.)
De tegelzetter breekt tegels op maat met een tegeltang. Eerst zet men een rechte lijn uit waar men de tegel wil afbreken en vervolgens snijdt men de glazuurlaag in met een tegelsnijder. Tenslotte vat men de tegel met de tang op de lijn en knijpt de tang dicht. De tegel breekt precies op die plaats af. De kaken zijn aangepast aan het doel: de onderste kaak is smal en oefent een grote druk uit op één plaats om de tegel te breken. De bovenste kaak is breed en gevleugeld en houdt de tegel tegen. De vleugels staan licht gebogen zodat de druk nog verhoogd wordt. Op de onderste kaak zit ook een wieltje om telkens iets verder te rollen bij het breken van de tegel. Zie ook dakpantang en marmertang. [MOT]
Tegelsnijder (m.)
Met de tegelsnijder snijdt de tegelzetter de glazuurlaag van tegels in. Eerst zet hij een rechte lijn uit daar waar hij de tegel wil afbreken; vervolgens snijdt hij met de tegelsnijder langs een liniaal de glazuurlaag in om tenslotte de tegel met een tegeltang op deze plaats af te breken. De tegelsnijder bestaat uit een vierkante stalen schacht met een hardmetalen snijvlak waarmee de glazuurlaag ingekrast kan worden en die gelijkenis vertoont met de zinksnijder. De punt kan ook vervangen worden door een klein hardmetalen wieltje, dat haaks in de houten of kunststoffen hecht steekt. Om mooi evenwijdig met de tegelrand te kunnen snijden zijn er modellen die bestaan uit twee hefbomen van de derde soort verbonden door een veer. Een arm is voorzien van een snijwieltje, maatindeling en een verplaatsbare geleider waartegen de rand van de tegel wordt gelegd. De andere arm, met rubberen rolletje op het uiteinde, wordt met een stelschroef tot tegen de tegel geduwd. Door de tegel tussen het snijwieltje...
Timmermansbijl (v.)
Deze benaming duidt een aantal verschillende bijlvormen aan, die vooral door de timmerlieden gebruikt worden. Deze bijlen komen echter ook bij andere vaklui voor, bv. bij de metselaar om stellingen te maken. Het gaat doorgaans om een bijl van ca 0,6-1,2 kg, met oog, twee vouwen en een hamer; de baan van deze laatste is soms gespleten om er nagels mee uit te trekken. De steel is ca. 30 cm lang. Deze bijl wordt tijdens het bouwen tot allerlei doeleinden gebruikt: een keep houwen, een stuk korter maken, een nagel inslaan enz. Het werktuig is te onderscheiden van de beslagbijl. Kenmerkend voor de Japanse timmermansbijl (1) is zijn L-vormig blad met dubbele vouw. Deze is opgebouwd uit 3 lagen waarvan de middelste hard staal is. Door zijn L-vorm verkrijg je een brede voorzijde en concentreert de massa zich juist boven de snede die voor een betere stabiliteit en bediening zorgt (waardoor je gerichter kan werken). Het maximaliseert ook de kracht van de bijl. De (rechte) snede staat schuin ten...