Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,091 - 5,100 15,523 resultaten gevonden
Richtsnoer (tuinier) (o.)
Het richtsnoer van de tuinier is een lange, stevige koord (ca. 3-4 mm dik) waarvan één uiteinde wordt vastgemaakt aan een gepunte stok en de rest van het touw rond een (andere) gepunte stok of een haspel wordt gewonden. De haspel bestaat uit een ijzeren of houten pin (ca. 35-60 cm), waarrond een houten of ijzeren raam, al dan niet voorzien van een hendel, draait. Met het richtsnoer kan men een rechte lijn uitspannen zodat de tuinier recht kan spitten, poten, planten, soms ook zaaien of gazon af te steken (zie graskantsteker). [MOT]
Riemensnijder (m.)
Handwerktuig dat gebruikt wordt om riemen (1) uit dik en zwaar leder te snijden. Het bestaat uit een mes dat aan de voorzijde snijdend is en aan de onderzijde twee haakvormige uitsteeksels heeft waarmee het in een metalen - meestal koperen - geleider bevestigd wordt. Deze geleider heeft een arm met een maatverdeling erop waarover een opstaande rand met een rol kan glijden, die met een klemschroef vastgezet wordt. De breedte van het te snijden materiaal kan dus precies ingesteld worden. Men trekt het leder over de arm naar zich toe - tussen mes en opstaande rand - terwijl men het mes vooruit duwt. De voet waarop het mes bevestigd is, is afgerond opdat het makkelijk onder het leder vooruit beweegt. [MOT](1) Bv. schaats- en bindriemen, herengordels, enz. (FRUMAU: 65).
Reflexhamer (m.)
De reflexhamer is een lichte (ca. 100-200 gr) hamer met rubberen kop in verschillende vormen - kegelvormig, bijlvormig (1), cilindervormig (ca. 1-3 cm in doorsnede) - en een lichte, soms flexibele ijzeren steel. Met een enkel tikje van de reflexhamer tegen de onderkant van de knie ziet de arts of de reflexboog van de patiënt - van pees naar ruggenmerg en weer terug - intact is (2). Te onderscheiden van de nylon hamer die zwaarder (ca. 150-500 gr) is en waarvan de cilindrische kop groter (3-5 cm) is. Zie ook rubberhamer. [MOT] (1) Bv. LIEVERSE & VAN EVERDINGEN & VAN MAANEN: 125-126. (2) Vroeger werd algemeen een percussiehamer gebruikt. Vanaf 1875, toen de kniepeesreflex werd ontdekt, kreeg de percussiehamer het doel van de reflexhamer (VAN HEE & VERSAILLES: 37).
Remveertang (v.)
De remveertang is een handwerktuig waarmee een garagist de remveer uit de remtrommel haalt en er terug in monteert. De metalen tang is 20-50 cm lang naargelang de benodigde grootte van de remveer in het voertuig. Tijdens de montage wordt de veer aan de ene kant in de korte, oogvormige haak geklikt, de andere kant in de zwanenhalsvormige haak. De scherpe punt grijpt in het remblok (1). Bij grote modellen zijn aan het uiteinde van een of beide benen bijkomende functies voorzien, bv. een uitsteeksel om met een eenvoudige draaibeweging de veer van het ankerpunt los te maken (2). [MOT] (1) Belzer Hochwertige Werkzeuge: Katalog No. 500, 1957: 119. (2) Indestro Tools Catalog No. 22M, Chicago: 51.
Ringsleutel voor aftappluggen (m.)
Meervoudige ringsleutel waarmee een garagist de aftappluggen voor diverse oliereservoirs uittrekt om vloeistoffen af te tappen. Er zijn zeven werkende delen, vier voor zesvoudige koppen en drie voor vierkante koppen. Men spreekt ook van een cartersleutel, maar dit kan ook duiden op een model van de universele sponsleutel die hetzelfde doel beoogt (1). [MOT] (1) Handelscatalogus Belzer. Outillage de haute qualité en acier au vanadium-extra, 1958: 29.
Rietdekkersnaald (v.)
De rechte rietdekkersnaald heeft aan het ene uiteinde van een smalle ijzeren staaf een ovalen oog en aan het andere uiteinde een smal handvat. Ze wordt bij het binden gebruikt in combinatie met een goot, waarlangs de wis, bindteen of metaaldraad door de deklaag naar binnen wordt gestoken. Ze wordt gegrepen door het oog een kwartslag te draaien en vervolgens terug door de deklaag naar buiten getrokken met de naald.  Een alternatieve bindmethode is die met het twijgijzer, een kromme naald. [MOT]
Rijshaak (m.)
Bij het oogsten van het zware rijshout in hakgrienden (1) gebruikt de griendwerker een rijshaak (2). De loten worden met een opwaartse beweging zo dicht mogelijk bij de stoof afgehakt. De rijshaak bestaat uit een min of meer rechthoekig ijzeren blad (ca. 15-20 cm bij 10-12 cm; gewicht ca. 850 gr) met afgeronde hoeken dat door middel van een angel met een licht gebogen steel (ca. 35 cm) verbonden is; door steel en angel steekt een nagel. De snede en de steel vormen een hoek van ca. 60°. Er bestaan modellen voor linkshandigen en voor rechtshandigen. Terwijl de hakker de tak in de ene hand iets gebogen, onder spanning, vasthoudt wordt met de rijshaak van onder schuin naar boven – hooguit in twee slagen - gehakt. Het hout dat later wordt geschild (zie schilklem) wordt onmiddellijk na het hakken rechtop in zo’n 10-15 cm water geplaatst. Het andere hout wordt gesorteerd en met behulp van een hakmes opgewerkt. Zie ook lattentrekker dat ook wel in de hakgrienden wordt gebruikt om het hout af...
Ritspasser (m.)
De ritspasser dient om - hoofdzakelijk boogvormige - groeven uit te snijden in de nerfzijde van het leer (1). Hij wordt ook gebruikt om de stiknaden, bij riemen, zadels en garelen uit te tekenen. Hij is een V-vormige passer waarvan de twee benen (ca. 15-18 cm) rond een op hun uiteinde geplaatste spil draaien. Het ene been eindigt in een punt en wordt in het middelpunt van de cirkel geplaatst; het andere uiteinde heeft de vorm van een rits (breedte ca. 2 cm). Meestal is er op een been een boog bevestigd waarbij de benen door middel van een schroef kunnen vastgezet worden. Op sommige modellen is het been van de rits voorzien van een houder waar verschillende maten van ritsen in passen. Het puntige uiteinde van de ritspasser kan ofwel recht zijn ofwel licht gebogen of gesplitst zijn (2). Bij dat laatste staat één van de twee punten nagenoeg loodrecht in het middelpunt van de cirkel en kan zo moeilijker wegglijden. De ritspasser met gesplitste punt kan men in beide richtingen gebruiken. De...
Ringzaagtang (v.)
Een ringzaagtang wordt gebruikt om een vastzittende vingerring, die bv. met zeep of een draad niet verwijderd kan worden, door te zagen zonder de huid te beschadigen. Het werktuig bestaat uit twee hefbomen van de eerste soort (zie glossarium) die rond een spil draaien. Een kaak bestaat uit een dun lipje met een groef waarin het zaagblad past. De andere kaak vat het fijngetande zaagblad (diam. ca. 3 cm) dat men door middel van een vleugelmoer kan laten ronddraaien. De armen zijn beiden even lang en licht gebogen of bestaan uit één hecht en een kortere arm. Het lipje wordt tussen ring en vinger gestoken waarna met de ene hand de tang lichtjes wordt dichtgeknepen en met de andere hand het zaagblad gedraaid wordt. Er bestaan ook modellen voor linkshandigen. [MOT]
Ringsleutel voor wiel (m.)
Wanneer een luns het wiel op de as van een kar of een wagen houdt (1), volstaat een hamer om het los te maken. Wanneer het om een moer gaat, gebruikt men meestal een bijzondere vier- of zeskantige ringsleutel. Hij is altijd S-vormig (2) en kan enkel of dubbel zijn. [MOT] (1) De moeren van een autowiel worden met een wielmoersleutel los- of aangedraaid. (2) Zodat de twee werkende delen in twee verschillende vlakken liggen.