Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,091 - 5,100 15,585 resultaten gevonden
Smeedtang (v.)
De hitte en de trillingen veroorzaakt door het hameren, dwingen doorgaans de smid het bewerkt stuk met behulp van een tang te grijpen. Om het stuk zo goed mogelijk te houden, moet het werktuig het stuk nauw omsluiten. Vandaar de zeer verschillende vormen van de bek. De gewone smeedtang met platte bek heeft twee rechte kaken die in de lengte een groef vertonen voor een betere grip en eventueel ook om kleine ronde voorwerpen vast te houden. De smid beschikt over een stel van dergelijke tangen. Bij de eerste komen de twee kaken tegen elkaar wanneer de armen samengeknepen zijn, bij de volgende, blijven ze op een bepaalde afstand zodat dikkere stukken gevat kunnen worden zonder dat de armen te wijd van elkaar komen te staan. Bij de holle tang zijn de kaken in de lengte hol. Naargelang ze ronde of vierkantige stukken moeten houden, zijn ze zelf rond of vierkantig. Andere tangen met ronde bek maken het mogelijk moeren, schijven e.d.m. te smeden. De U-vormige kaken zijn bestemd voor platte stukken....
Sluitingssleutel (m.)
De sluitingssleutel is een kleine metalen sleutel met een V-vormige sleuf. Hij wordt voornamelijk op boten gebruikt om vastzittende harpsluitingen aan kabelkettingen los te maken. Dat zijn metalen sluitingen tussen uiteinden van twee kettingen. Ze hebben de vorm van een hoefijzer met twee ogen, waar een sluitbout of pinnetje doorgaat en stevig vastzit. Om dit pinnetje los te maken, schuift men de harpsleutel over het uitstekende deel. De harpsleutel wordt onder meer gebruikt door watersporters en (zee)scouts. Hij is voorzien van een oog om hem vast te maken aan andere scheepswerktuigen. Hij kan onderdeel zijn van een zeemansknipmes en is vaak gecombineerd met een schroevendraaier en flesopener voor kroonkurk. [MOT]
Slijmmes (o.)
Het slijmmes is een handwerktuig om te slijmen, d.i. de slijmen die zich aan de binnenzijde van dierlijke kransdarmen bevinden, te verwijderen. Na het spoelen kan de darm gevuld worden tot worst (zie ook worsthoorntje en worstspuit). Het slijmmes bestaat uit een dik (ca. 5 mm), niet snijdend blad (ca. 13 bij 2 cm) met stompe punt, dat door middel van een angel in een houten hecht is bevestigd. Dat laatste is voorzien van een beslagring en een koperen stootplaatje. De darm wordt meestal over een plank, die rechtop in een emmer staat, of over de tafelrand gelegd. Met de linkerhand wordt het begin van de darm stevig vastgehouden. Met het slijmmes in de rechterhand wordt er over de darmwand geschraapt tot de slijmerige massa volledig is verwijderd. Enige handigheid is hiervoor nodig om de darmwand niet te beschadigen. Slijmen wordt ook met de rug van een zwaar mes gedaan. Om de kransdarmen te reinigen wordt er ook gebruik gemaakt van een slijmhout. “Men neemt den (binnenste buiten gekeerde)...
Smeltkroes (m.)
Een smeltkroes is een recipiënt waarin metaal wordt gesmolten om te solderen of te gieten. Om hem uit het vuur te nemen, gebruikt men een kroestang. Bij fijnere beroepen met kleine hoeveelheden metaal zoals de edelsmid en prothesist is het een klein metalen vuurvast kommetje (ca. 4-7 cm doorsnede) met of zonder pootjes, eventueel met een handvat en een uitschenktuitje. Voor het gieten gebruikt de edelsmid een smeltlepeltje. In metaalgieterijen gebruikt men voor vloeistofmassa's van meer dan 10 kg grote modellen van smeltkroezen met een steel tot 1,5 meter of modellen zonder steel die in een grote draagbeugel worden geplaatst en met twee personen gevat (1). [MOT] (1) DUPONTCHELLE, J.: Manuel pratique de fonderie, 1914, 114.
Smeedhamer (m.)
De smeedhamer is hét werktuig van de smid, waarmee hij al het smeedwerk verricht, al dan niet samen met een voorhamer. Het is een tamelijk zware (ca. 500-2000 gr) hamer met een vrij dikke wigvormige pen, die in sommige gevallen in hetzelfde vlak ligt als de steel (ca. 30-35 cm) (1). De baan is lichtbol en de scherpe kanten moeten zorgvuldig zijn weggenomen daar het te bewerken ijzer anders niet vlak afgewerkt kan worden (2). Te onderscheiden van sommige modellen bankhamers die lichter zijn. Zie ook hoefsmeedhamer. [MOT] (1) In dit geval spreekt men van een kruispen (''Tech-term'': 7). (2) VAN DONGEN: 78.
Sneeuwzaag (v.)
Ongeveer 50-60 cm lange en ca. 5 cm brede zaag met doorgaans zeer grote tanden (1) - vergelijk met het diepvriesmes - waarmee sneeuwblokken gezaagd worden om een iglo te bouwen. De lengte van het handwerktuig is beslissend voor de grootte van de blokken die gezaagd kunnen worden; de breedte om genoeg kracht te kunnen uitoefenen bij het losmaken van die blokken (2). Niet zelden wordt de sneeuwzaag zelf gemaakt (3). [MOT] (1) Al worden ook lange messen zonder tanden gebruikt. (2) HAGEN: 56-59. (3) Zo bv. PRATER: 82: "use a piece of tempered aluminium alloy about 1/8-inch thick, 2 inches wide and 26 inches long. Attach a wooden handle to one end, leaving 20 inches for the cutting blade. Hacksaw serrations in it for the cutting teeth."
Snapper (m.)
De snapper is een smidswerktuig bestaande uit een ijzeren afgeknotte kegel, piramide of cilinder (ca. 10 cm hoog), met een bolvormige uitsparing (diam. ca. 2-30 mm) in één uiteinde waarin de kop van de (klink)nagel gevormd wordt. Bij het klinken, d.i. verschillende stukken ijzer of staal aan elkaar bevestigen door klinknagels, gebruikt de smid, na het aanstuiken van een klein kopje aan de klinknagel met de smeedhamer, een snapper om de kop van de nagel, ook wel sluitkop genoemd, te vormen. Klinknagels dikker dan ca. 1 cm worden gewarmd, voordat er een sluitkop wordt aangebracht; voor dergelijke klinknagels wordt soms een snaphamer gebruikt, d.i. een snapper met een houten steel. Eerst wordt de snapper loodrecht op de aangestuikte kop geplaatst en met de smeedhamer geslagen. Nadien wordt de snapper schuin op de te maken sluitkop geplaatst zonder de plaat te raken en dit in 4 richtingen (schuin naar achter, links, rechts en voor) (1). Soms is de snapper gecombineerd met een ophaler, voorzien...
Snijpasser (hout) (m.)
De snijpasser dient om schijven of ringen uit leer te snijden, bv. voor pompkleppen, dichtingen of aansluitingen van een naafbus. Ook een fineerblad kan zo bewerkt worden. Sommige kuipers boren er wel eens een spongat of een als greep dienend gat in een tobbe mee (1) omdat het werktuig het hout niet doet barsten. De snijpasser bestaat uit een verticaal metalen staafje van ca. 10-15 cm met een kruk van ca. 10 cm aan een uiteinde en een punt aan het ander. In een door het staafje geboord gat glijdt een tweede, aan een uiteinde haaks gebogen staafje van 15-20 cm, dat vastgezet kan worden door een wig of een schroef. Dat gebogen stuk snijdt aan één of beide zijde(n). Om gaten te maken in hout gebruikt men een snijpasser met schroef in plaats van een punt. De vakman vat de kruk, plaatst de punt in het midden van de schijf of in een vooraf geboord gat en doet het werktuig draaien. Daar het mesje verstelbaar is, kan het werktuig schijven van verschillende diameter uitsnijden (2). Zie ook sponzaag....
Snijkruishout (o.)
Kruishout waarvan het puntje vervangen is door een opening (ca. 0,8 bij 0,8 cm) waarin een mesje met een wigje wordt opgespannen. Het dient om fineerplaten in stroken (z.g. biezen) te snijden die nadien als inlegwerk of marquetterie worden gebruikt. Soms is het mesje voorzien van tanden om het hout niet te scheuren (vgl. fineerzaag). Het snijkruishout wordt met behulp van een biezenplank gebruikt. Deze bestaat uit een plank van ca. 60 cm bij 15 cm waarop een aanslag, strook fineer van ca. 2,5 cm breed, langs de rand van de langste en de kortste zijde wordt gekleefd, die een hoek van 90° of 120° vormen. De fineerplaat wordt tegen de 2 aanslagen van de biezenplank gelegd. De breedte van de biezen plus de breedte van de aanslag wordt op het kruishout ingesteld die nadien langs de rand van de biezenplank glijdt. Het mesje snijdt dan de fineerplaat in stroken. In plaats van een voorsnijmes op hun bossingschaaf te plaatsen, snijden sommige vaklui liever het hout met een snijkruishout (1). [MOT]...
Snijmolentje (o.)
Met een snijmolentje kan men kruiden zoals peterselie, munt enz. fijn malen (1). Meestal bestaat het uit een vultrechter met een gleufjesbodem en een rechte steel. In de gleufjes draait een as - met vier rijen tandjes die loodrecht op elkaar staan - die met een draaizwengel in beweging wordt gebracht. Er bestaat ook een model met een rond recipiënt en een rasp als bodem. Twee U-vormig gebogen mesjes of twee schoepjes met omgebogen tanden, die met een draaizwengel in beweging worden gebracht, duwen de kruiden doorheen de bodem. Zie ook snijroller (groente-). [MOT] (1) Volgens CAMPBELL: 79 kan je er ook knoflook en ui zeer fijn mee malen.