Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,061 - 5,070 15,647 resultaten gevonden
Spitsboor (v.)
De spitsboor wordt gebruikt om kleine geboorde of geponste gaten in een dunne ijzeren plaat bij te ronden of wijder te maken door ze er in rond te draaien. Zij bestaat meestal uit een stalen tweebenige haak met vierkante tot achthoekige (of een combinatie) doorsnede die in een punt eindigen. De spitsboor kan ook een stalen staaf met vierkante tot achthoekige doorsnede zijn, eindigend in een punt en aan het andere uiteinde voorzien van een kruk (ca. 8 cm) (1). Het werktuig wordt vaak door de smid zelf gesmeed uit een afgedankte vijl. Zie ook de ruimer, die wordt gebruikt indien er hogere eisen aan de maatnauwkeurigheid en de oppervlaktegesteldheid van de ijzeren platen worden gesteld. [MOT] (1) SALAMAN 1975: 391; ''Catalogue des outils Goldenberg'': 234.
Spitgreepje (o.)
Kleine en lichte spitgreep om in de tuin de grond te verkruimelen rond bomen en struiken. Hij is ook geschikt voor het werken in de borders, perken en plantenbakken. Terreinverzorgers van sportgrasvelden gebruiken dergelijke vork om het water in vochtige zones van een grasveld te laten indringen door gaten in de grond te prikken om het veld speelbaar te maken. Het werktuig bestaat uit vier gesmede of gestanste tanden met een rechthoekige (1 cm bij 0,2 cm) doorsnede en puntig uiteinde. De tanden kunnen zowel plat in het vlak van het blad liggen als haaks gedraaid (1). In dat laatste geval is het de bedoeling de wortels van de planten nog minder te beschadigen. Werkend deel en een houten T-, D- of knopsteel (ca. 80 cm) zijn d.m.v. een dille aan elkaar bevestigd. Te onderscheiden van het wiedvorkje dat een kortere (ca. 15-20 cm) steel heeft en dus al hurkend wordt gebruikt. [MOT] (1) HUXLEY: 122 toont een model waarvan de tanden in twee verschillende vlakken liggen.
Sponsleutel (m.)
Inbussleutel waarmee een spon in een houten ton, of een sluitdop in een ijzeren ton aan- of losgedraaid wordt. Voor ijzeren tonnen en voor carters (1) bestaan z.g. universele sponsleutels met een tiental werkende delen en voor brandbare stoffen, sponsleutels van brons. Zie ook de spontrekker. [MOT](1) Voor het uittrekken van aftappluggen van oliereservoirs zoals carters bestaat ook een ringsleutel voor aftappluggen.
Splintertang (v.)
Een splinter kan men verwijderen met een splintertang. Dit kleine (ca. 10 cm) pincet kan zonder veel kracht zeer fijne voorwerpen uit de huid trekken. De kaken zijn dun, omdat men zeer precies moet kunnen werken wanneer de splinter net onder de huid zit. Op een van de armen is soms een kort stangetje bevestigd, dat door een gaatje van de andere arm glijdt en dat beide punten op elkaar houdt. De splintertang lijkt sterk op het epileerpincet. Juweliers, uurwerkmakers, elektriciens, tandartsen, geneesheren, filatelisten, drukkers ... gebruiken allen pincetten van verschillende vorm en/of afmetingen. [MOT]
Spinhekel (m.)
Met de spinhekel worden de vezels van o.a. vlas een laatste keer gekamd juist voor ze gesponnen worden. De spinhekel bevat honderden tot duizenden dicht bijeen staande fijne ijzeren of koperen pinnen (ca. 4-9 cm) op een rond, vierkant of rechthoekig blok. Dat blok of kussen - mogelijk bekleed met een ijzeren (soms koperen) plaat - is gemonteerd op een horizontale plank die men op haar beurt in een hekelstoel kan bevestigen (Bv. PESCH: 190). Hiervoor is de plank, die soms smaller is daar waar het blok staat, op haar uiteinde voorzien van een gleuf of een rechthoekig of rond gat. Men kan de plank ook verticaal tussen de benen plaatsen. Zie ook de zuiverhekel. [MOT]
Spitsbeitel (m.)
De spitsbeitel is een V-vormige platte draaiersbeitel met één vouw om een groef uit te draaien. [MOT]
Steenhouwersklopper (houten) (m.)
De houten (1) steenhouwersklopper (2) is een flesvormige klopper waarvan de korte steel (ca. 10-15 cm) in het midden van de basis van een cilinder of de top van een afgeknotte kegel steekt. Deze vorm maakt het de beeldhouwer mogelijk om vanuit eender welke hoek op de beitel te slaan zonder de positie van zijn hand op het handvat te moeten veranderen en geeft een perfecte controle op het werken met de beitel: de beeldhouwer kan zo met juist afgemeten kracht en in de juiste richting slaan. Omdat hij van hout is, zal hij het beitelhecht niet versplinteren of splijten, zoals een metalen hamer waarschijnlijk wel zou doen. Deze klopper wordt ook gebruikt door de houtsnijder. Naargelang het werk vordert en men fijnere beitels gaat gebruiken voor het werk, zal men ook lichtere kloppers nemen om te voorkomen dat de beitel te diep in het hout zou doorschieten. Zie ook metalen steenhouwersklopper en steenhouwersvuist. [MOT] (1) Er bestaan ook modellen waarvan het werkend deel uit koper of plastic...
Steeksleutel (m.)
De steeksleutel is een gaffelvormige moersleutel (zie glossarium) met open bek die de moer van terzijde vat (in tegenstelling tot de ringsleutel bv.). De bek ligt in hetzelfde vlak maar heeft een standhoek van 0° tot 90° ten opzichte van de steel. De sleutel kan enkel of dubbel zijn, gecombineerd met een ringsleutel (men spreekt dan soms van een steekringsleutel), een haaksleutel, enz. (1). Voor diverse modellen van verstelbare steeksleutels, zie de moersleutel (verstelbare). Zie ook de alligatorbeksleutel, kalkoensleutel, magneetsleutel, slagsteeksleutel, conussleutel, ploegsleutel. Te onderscheiden van de open ringsleutel. [MOT] 1) Uitzonderlijk kan men "om zekerheid te hebben, dat de sleutel niet met een stuk gaspijp verlengd kan worden, de steel in een knop of in een tweede omgezette bek doen eindigen…" (ZIECK & POSTEMA: 182).
Staarttrekmes (o.)
Hoewel ook gebruikt in plaats van het hol trekmes om smalle holronde vlakken te bewerken, dient het staarttrekmes (1) hoofdzakelijk om het binnenste van een ton glad te schaven. De ambachtsman drukt het werktuig tegen het hout met zijn linkerhand en trekt met zijn rechterhand. Het is een trekmes (zie glossarium) met half-cirkelvormig of cirkelvormig (2) kort blad waarvan het ijzer in een dille eindigt. Een ander model heeft een recht of gebogen blad en beugel, die overgaat in twee angels, die al dan niet zijn samen gesmeed. De houten steel is 20-40 cm lang. Tenslotte kan het een gebogen blad (ca. 10 cm bij 4 cm) zijn dat haaks op het uiteinde van een stang (ca. 20 cm), al dan niet met dille, is gesmeed. De houten steel is hier ca. 40-45 cm lang. Het werktuig onderscheidt zich van de steelschraper door het feit dat het vlak van het blad en dat van het bewerkt stuk hier nagenoeg evenwijdig zijn. In tegenstelling tot het lepelmes wordt met het staarttrekmes asgericht gewerkt. Het Japanse...
Steekmes (mandenmaker) (o.)
Het steekmes van een mandenmaker is een mes met breed, gebogen of halfrond (ca. 4-7 cm) lemmet waarvan de buitenzijde scherp is. De mandenmaker gebruikt het steekmes om de tenen die uit een gevlochten mand steken, af te snijden. Hij plaatst de snede op de teen en steekt deze af door een asgerichte beweging (vgl. krommes). Het steekmes wordt soms door een schoenmakersmes vervangen (1). [MOT] (1) AUDIGER: 3; LEROUX & DUCHESNE: 4.