Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,061 - 5,070 15,523 resultaten gevonden
Proeversmes (o.)
Een proeversmes is een licht (ca. 50 gr) lang (ca. 25 cm) en smal (ca. 1 cm) zakmes dat gebruikt wordt om worst en andere fijne vleeswaren te proeven op beurzen e.d. (1). Vaak is het lemmet voor een deel getand om de worst makkelijk door te kunnen snijden. [MOT] (1) Volgens SARGENT: 18 zou het mes dienen om meloen of citrusvruchten te testen.
Raamzaag (v.)
De raamzaag dient om in de lengte te zagen, d.i. in de richting van de vezels (zie onder kraanzaag en schulpzaag). Ze bestaat uit een tot twee meter lang houten (1) raam waar in het midden, loodrecht op zijn vlak, een breed zaagblad met evenwijdige zijden gespannen is door middel van wiggen of van schroeven. De grote raamzaag, waarmee bomen in planken gezaagd worden, heeft aan haar bovenzijde en meestal ook aan haar onderzijde, een handvat. Dat kan een rechte stok zijn (2) maar in België schijnt alleen het U-vormig handvat voor te komen. Wanneer er twee zijn, ligt het bovenste in het vlak van het raam en staat het onderste er haaks op. Dat werktuig wordt door twee, drie, soms vier (3) man gehanteerd zoals een kraanzaag. De kleine raamzaag (4) dient om kleinere stukken door te zagen. Ze heeft geen handvat en wordt door één man verticaal gehanteerd. Het gebeurt evenwel dat twee man samen werken; ze houden dan de zaag horizonzaal. [MOT] (1) Uitzonderlijk van metaal (GLÄSER 1937: 323). (2)...
Radeermesje (o.)
Er bestaan verschillende modellen radeermesjes. Ze worden op kantoor gebruikt om potloodlijnen of inktvlekken van het papier af te krabben. Er is een licht (ca. 20 gr), plat mes met lang hecht (ca. 13 cm) en bladvormig lemmet, dat aan beide zijden snijdt. Een tweede model heeft een langwerpig lemmet met een vrij korte, stomp uitlopende punt (ca. 1,5 cm) en slechts één snijdende zijde. Een derde model bestaat uit één geheel met twee snijdende uiteinden. Het ene uiteinde heeft een mesje in een hoek van 45°, het andere uiteinde lijkt op een lancet. Twee rechthoekige, houten dekplaatjes - in het midden van het mes - dienen als handvat. Dan bestaat er nog een heel klein radeermesje (niet langer dan 10 cm) met een klein lemmet van ca. 3 cm lang. Het hecht is zo uitgehold dat men het stevig tussen duim en wijsvinger kan vasthouden. Om te raderen houdt men het mes horizontaal, maar het blad verticaal, en schraapt met kleine bewegingen over het papier. Het scherpe radeermesje wordt ook gebruikt...
Punaisewipper (m.)
De kantoorbediende gebruikt een relatief klein (ca. 4-14 cm) licht roestvrijstalen handwerktuig om duimspijkers te lichten. Het uiteinde van het werkend deel wordt onder de kop van de spijker geduwd die gelicht kan worden zonder de punt te buigen of de kop af te breken, zoals dat vaak gebeurt met een mes. Bij sommige modellen is het handvat een briefopener (1). Bij een (grafiet) potloodvijl is soms het uiteinde omgebogen dat dan dienst kan doen als spijkerlichter (2). Zie ook spijkerlichter. [MOT] (1) Dat is nuttig voor het verwijderen van tekeningen die zijn vastgelijmd aan het paneel, enz. (KEUFFEL & ESSER: 265). (2) Bv. KEUFFEL & ESSER: 295.
Pureestamper (m.)
Keukengerei waarmee men aardappelen en andere groenten fijn kan stampen. Het bestaat uit een ronde, ev. bolronde, houten schijf waarin een steel steekt. Daarmee worden de gekookte aardappelen door de gaten van een vergiet gedrukt. Het werktuig kan ook in een pureezeef werken en dan is zijn vorm eraan aangepast (1). De houten pureestamper is niet te verwarren met de paddenstoelvormige maasbal. Er bestaan ook pureestampers van metaal, ijzer, aluminium of plaatijzer. Met deze werktuigen, met opengewerkt stampgedeelte, hoeft men niet meer in een vergiet of een zeef te werken. Zie ook aardappelstamper (vee). [MOT] (1) Bv. LUCAS s.d.: 26.
Puntslag (m.)
De puntslag is een korte (5-12 cm), metalen cilinder met een scherp en puntig uiteinde. Hij wordt gebruikt om het midden van een in metaal te boren gat en de rand van uit te snijden plaatijzer aan te duiden en om een gat te doppen, d.i. voor het boren een klein gat in het metaal drijven opdat het boorijzer zou bijten zonder weg te glijden. De schacht is in vele gevallen gekarteld zodat hij goed in de hand kan gehouden worden. De puntslag wordt gebruikt in combinatie met een hamer. Het werktuig is te onderscheiden van de drevel. [MOT]
Puntbeitel (m.)
De puntbeitel is een metalen beitel zonder hecht (ca. 20-30 cm en meer) met een spitse punt die de vorm heeft van een piramide met vier zijden. De doorsnede varieert van 8 mm tot 1,5 cm. De steenhouwer gebruikt hem om steen te bewerken (te “spitsen”, te “punteren”) tot een vrij ruw oppervlak met duidelijke puntindrukken, soms in een waaiervorm. De beeldhouwer gebruikt hem om de grote overtollige delen van het steenblok weg te slaan en zo de eerste ruwe vorm aan het beeld te geven. De puntbeitel wordt beslagen met een houten steenhouwersklopper of een steenhouwersvuist. [MOT]
Radertje voor naden (o.)
Hard radertje van ca. 3-6 cm breed, gebruikt om de naden tussen de banen behangpapier aan te drukken; bij reliëfpapier gebruikt men hiervoor een zachte behangersborstel omdat het radertje voor naden het reliëf plat drukt. Het werkend deel kan uit plastic, metaal, hout, been of ivoor (1) gemaakt zijn. Om het behangpapier op de muur glad te strijken, bestaan er radertjes die breder zijn en met een zacht materiaal, zoals vilt of flannel, overtrokken zijn (2). [MOT] (1) SELLENS: 315. (2) SELLENS: 315.
Puimsteen (werktuig) (o.)
Puimsteen is grijs, glasachtig vulkanisch gesteente met veel luchtbellen en dat zeer poreus is. Natuurlijke puimsteen is zeer ongelijk van structuur en bevat dikwijls scherpe stukjes kwarts die bij het schuren krassen kunnen veroorzaken. Daarom gebruikt men vaak kunstmatige puimsteen, vervaardigd uit gemalen en gezifte puimsteen met een bindmiddel. Veelal wordt het aangewend om schilderwerk af te schuren, maar ook in de lichaamsverzorging wordt de puimsteen gebruikt. Zie ook schuurpapier. [MOT]
Pureezeef (v.)
Metalen zeef (ca. 15-35 cm) die conisch of bolrond is en waarmee men met behulp van een houten, respectievelijk kegelvormige of bolronde, stamper (zie ook pureestamper) gekookte aardappelen of andere groenten doorheen duwt, om puree te bekomen. De kegelvormige stamper past met zijn smal uiteinde in de bodem van de zeef en wordt langs de randen gerold; de bolronde stamper wordt met lichte druk over de zeefbodem heen een weer bewogen. De kegelvormige zeven hebben veelal een onderstel zodat ze over een pan kunnen gezet worden; ze kunnen ook een handvat hebben. De bolronde hebben twee handvatten waarmee ze over een pan gezet kunnen worden. Zie ook pureeknijper. [MOT]