Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,381 - 5,390 15,523 resultaten gevonden
Verfroller (m.)
Rol in een beugel waarmee men zowel ruwe als gladde, grote vlakken gemakkelijk en snel kan verven. Er bestaan ook verfrollers waarmee men structuur op de pas geverfde muur kan aanbrengen. De rol kan in verschillende afmetingen (breedte ca. 7-25 cm; diameter ca. 2,5-10 cm) en uit verschillende materialen (bv. wol, geitenhaar, microvezels, nylon, polyester, schuimrubber, …) bestaan afhankelijk van de soort verf die men gebruikt en het materiaal (hout, pleister, baksteen, …) waarop men schildert. Ook de lengte van de haren wordt hierdoor bepaald. De rol heeft een verende kern uit (schuim)plastic (1) die soms uitneembaar is. De beugel kan U-vormig zijn en is dan aan beide zijden van de rol bevestigd. Hij kan ook S-vormig zijn waarbij het uiteinde in één zijde van de cilinder steekt. [MOT] (1) "zodat bv. uitstekende nagels en boutkoppen zonder nabehandeling met één verflaag bedekt worden." (JELLEMA: 138).
Verstelblok (o.)
Het verstelblok is een gedraaid stuk hout met twee halve bollen aan beide uiteindes, waarin een klein rond stukje metaal is bevestigd met een gat om het potje met de soldeerdop in te plaatsen. De steel in het midden dient als handvat. De versteller, die de diamant telkens draait en klaarmaakt voor de diamantslijper, plaatst er de verwarmde soldeerdoppen in om er de diamant in een geschikte positie in te klemmen (1). Deze kan vervolgens aan de slijptang bevestigd worden. [MOT] (1) Vroeger gebruikte de versteller looddoppen en zelfs asbest voor het verstellen van de steen in de potjes maar dit hield gezondheidsrisico's in. Het gebruik van mechanische doppen heeft het verstelblok overbodig gemaakt. (VLEESDRAGER: 220-223, ASSCHER: 68)
Vilmes (o.)
Het vilmes heeft een stevig, sabelvormig lemmet bevestigd in een houten of plastic hecht. De snede is naar boven afgerond, wat het snijvlak groter maakt. Met het vilmes is het mogelijk het vel in één stuk van het vlees te scheiden. Men trekt het vel weg van het vlees en haalt het mes steeds weer langs het dunne vlies tussen vlees en huid. [MOT]
Vetkoelketel (m.)
Metalen ketel op poten, voorzien van twee handvaten en een kraantje. Het gezeefde gekookte vet (bladreuzel, varkensscheilvet of rundvet) wordt in de vetkoelketel gedaan om verder af te koelen. Na ca. een uur (1) kan het nog vloeibare vet via het kraantje dat zich onderaan de ketel bevindt, afgetapt worden in houten vaten, blokken of kleinverpakking (bv. zakjes) (2). [MOT] (1) Bij rundvet is de gewenste temperatuur ca. 50° C (BARETTA: 193). (2) BARETTA: 193.
Verbandschaar (v.)
Met de verbandschaar kan men gips- of stijfselverbanden verwijderen. De schaar heeft één blad met een stomp kegelvormig uiteinde, dat men onder het verband steekt; zo brengt men geen verwondingen aan. Het verband wordt in de lengte doorgeknipt en kan vervolgens verwijderd worden. Er bestaan lichte en zwaardere modellen (ca. 150-400 gr), met één of twee handen te bedienen, naargelang het te verwijderen verband. [MOT]
Vissersknipmes (o.)
Het vissersknipmes is een knipmes voorzien van diverse hulpmiddelen, die bij het vissen of bij het schoonmaken van vis onontbeerlijk zijn. Het bevat meestal een scherp lemmet, waarvan de rug een kartelsnede bezit en dienst doet als schubbenschraper voor het ontschubben van vis. De schubbenschraper kan ook een apart blad zijn waarvan het uiteinde meestal een V-vormige inkeping heeft, dienend als onthaker. Het mes is meestal vervaardigd uit roestvrij staal en wordt gebruikt voor het doorsnijden van lijnen en het fileren van vis. Dicht tegen het hecht zit vaak een flesopener voor kroonkurk. Het vismes kan ook dienst doen als visdoder als het voorzien is van een knuppeltje van metaal, om de gevangen vis direct na de vangst te verdoven of te doden (zie visdoder). Deze zware, ronde verdikking van ca. 100 gr is tevens bedoeld als visweger of unster. Ongeveer in het midden van het mes zit dan een ring waaraan een stevig touwtje of lederen riempje is bevestigd waarmee het bijvoorbeeld aan een...
Vlecht (m.)
De steenhouwer gebruikt een vlecht (1) hoofdzakelijk om bij zachte steensoorten het overtollig materiaal te verwijderen. Hij wordt ook gebruikt om natuursteen vlak te maken, nadat het ruw bewerkt is met de zwaaispits of de puntbeitel, alsook bij de afwerking om de steen een geribbeld uiterlijk te geven (zie ook ceseel). De vlecht bestaat uit een ijzer met één, meestal twee bijlvormige uiteinden met vlakke snede die in hetzelfde vlak liggen als de steel (ca. 40-60 cm). Laatstgenoemde wordt met beide handen gevat. In doorsnede heeft de snede een hoek tussen 10° - om zachte steensoorten te beslaan - en 40°, voor harde steensoorten.  De snede kan ook getand zijn, zowel puntig als stomp (bretté in het Frans). Men spreekt dan van een tandvlecht. Vlechten met twee haaks op elkaar staande sneden kunnen verward worden met de polka. [MOT] (1) De naam is afkomstig van het Duitse abflachen, vlak maken.
Vlampijpborstel (m.)
De vlampijpborstel is een verwarmingswerktuig om vlampijpen te reinigen, door het roet los te maken en te verwijderen, wanneer deze de doorvoer blokkeert. De stugge haren (staaldraad, messing, nylon,...) zijn in een getorste ijzerdraad geklemd, waaraan een verlengstuk wordt geschroefd, eveneens een staaf van getorste ijzerdraad (ca. 70-150 cm), die eindigt in een ring waarmee men het werktuig vat. Het werkend deel gelijkt enigszins op sommige schoorsteenborstels en op de spongatborstel, die veel korter is. Vlampijpen zijn ijzeren of koperen pijpen, "Elk der betrekkelijk dunne buizen door welke gloeiende gassen getrokken worden, aangebracht in stoomketels, die ten doel hebben het verwarmend oppervlak te vergrooten [sic] ... waardoor in tubulaire ketels de vlam en rook naar de schoorsteen gaan" (1). Ze komen voor aan stoomketels, boilers en diverse machines, bv. in fabrieken, op een schip, in een locomotief. Dergelijke vlampijpborstel lag courant in kelderruimtes bij de verwarmingsketel....
Vetpers (m.)
Een vetpers bestaat uit een veelal gietijzeren cilindrisch recipiënt, met inplaatsbare zeef van ca. 25 cm doorsnede, met langszij aan de onderzijde een tuit. Aan de bovenzijde draait een zware schroef die een schijf naar beneden drukt. Met de vetpers wordt het laatste vet uit gekookt runds- en varkensvet geperst. Na het koken blijven vezelachtige bestanddelen, kaantjes genaamd, in een vergiet achter. Het laatste vet dat er ingebleven is, wordt er door middel van de vetpers uitgeperst. Soms zijn er bijbehorende roostertjes die in het recipiënt tussen verschillende lagen kaantjes geplaatst kunnen worden, opdat het persen nog efficiënter kan gebeuren. Zie ook spatel voor smout, vleespers. [MOT]
Visdoder (m.)
Licht (ca. 150 gr) knuppelvormig handwerktuig van zo'n 30 cm lang uit hout, koper of plastic en met al dan niet een verbreed (diam. ca. 3-4 cm) uiteinde (lengte ca. 6-12 cm), dat vaak met lood verzwaard is. Met een visdoder geeft de sportvisser de gevangen vis een korte, harde slag op de kop om de hersenen uit te schakelen. Dit ofwel om de vis onmiddellijk te doden, ofwel om hem te verdoven alvorens hem met een andere techniek te doden, zoals bijvoorbeeld door hem de keel over te snijden. Van sommige vissersknipmessen wordt het hecht ook als visdoder gebruikt. [MOT]