Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,401 - 5,410 15,585 resultaten gevonden
Zaagzetklem (v.)
Wanneer men de tanden van een zaag wil zetten (zie zaagzetijzer en zaagzettang) en/of vijlen (zie zaagvijl), kan men het zaagblad in een zaagzetklem vastzetten. Die bestaat uit twee houten plankjes (ca. 10-50 cm lang) die met één of meerdere schroeven aangespannen kunnen worden. Er bestaan losse en vaste modellen die aan de werkbank vastgeschroefd kunnen worden. [MOT]
Wielmoersleutel (m.)
Metalen dopsleutel (diam. 17 tot 23 mm) waarmee de wielmoeren van auto's (1) aan- en losgedraaid worden. Het kan om een enkele min of meer L-vormige dopsleutel gaan, al dan niet met een wigvormig geslepen hecht waarmee de wieldop verwijderd wordt. De enkele dop met booromslag komt ook voor. Minder courant is de enkele dop met druif, waar de twee armen ook dienen als vliegwiel en een losse top (de druif) het mogelijk maakt de sleutel snel te doen draaien. De wielmoersleutel kan ook een vierarmige kruisvormige sleutel zijn, met vier verschillende maten (2) of zelfs een zesarmige. Soms wordt een bougiesleutel gecombineerd met een wielmoersleutel. Zie ook ringsleutel voor wiel. [MOT] (1) Voor tractoren bestaan er wielmoersleutels met een diameter van 38 mm. (2) Men spreekt dan soms van kruissleutel.
Worstpers (v.)
Naast een worsthoorntje en een worstspuit kan de slager ook gebruik maken van een worstpers om worsten te stoppen of te vullen. De worstpers bestaat uit een staande of liggende (1) cilindervormig recipiënt (diameter ca. 20 cm) waar de vleesbrij (zie worstspuit) met behulp van een stamper (zuiger) die met een draaizwengel in beweging wordt gebracht, doorheen wordt geduwd. De goed gereinigde darm wordt langsheen het smallere (ca. 1,5 à 2 cm) buisvormig uitgangstuk, waar de darm overhangt, gevuld met die vleesbrij. De worstpers kan uit gietijzer, (vertind) plaatijzer, inox of plastic bestaan. Het onderstel kan op een werktablet gemonteerd worden. [MOT] (1) Bv. ''Jubileumuitgave van de Antwerpse verenigingen voor vee en vlees'': 298.
Zaairol (v.)
Nadat men met de rijentrekker ca. 2-5 cm diepe zaaivoren heeft afgetekend, kan men met de zaairol in rijen zaaien zonder zich te bukken. De zaairol bestaat uit twee plastic wieltjes (diam. ca. 12 cm) met elk een opstaande rand (ca. 1,5 cm hoog; diam. ca. 7 cm) en voorzien van een 6-tal ruitvormige gaatjes. De zijkant van het wieltje is in de as verbonden met een dille waarin een dunne houten steel (ca. 100 cm) steekt. Het wieltje met stervormige verdeler wordt gevuld met zaad, meestal van groenten, en de opstaande randen worden zo verschoven dat de gaatjes groter of kleiner worden, afhankelijk van de grootte van het zaad. Door het geheel over de zaaivoor voor je uit te duwen, worden de kleine zaden op gelijke afstand gedeponeerd. Zie ook handzaaimachine. [MOT]
Wringhaak (wasgoed) (m.)
Na het wassen werd, om het drogen te bespoedigen, de natte was uitgewrongen. Dat kon met de hand maar makkelijker ging het met een wringhaak. Dat is een S-vormige haak die op de rand van de waskuip geklemd werd. De natte was werd in de haak gepikt en de twee uiteinden vastgenomen en opgewonden; zo werd het overtollige water eruit gewrongen. Nog makkelijker ging het met een wringhaak met zwengel. Deze klemde men ook op de rand van de waskuip; ertegenover werd een gewone wringhaak of iets anders waaraan men de natte was kon vastmaken, geplaatst. Door aan de zwengel te draaien, werd het wasgoed opgewonden en uitgewrongen. [MOT]
Worsthoorntje (o.)
Met een worsthoorntje kan men worsten stoppen.  Het is een trechter (ca. 10-15 cm lang) van metaal of email (1) waar het vlees meestal met de duim doorheen wordt geduwd. Een goed gereinigde darm wordt over het buisvormig uitgangsstuk gehangen en wordt zo gevuld met de vleesbrei. De slager kan ook een worstspuit of een worstpers gebruiken. [MOT] (1) De eerste waren vervaardigd van een stuk koehoorn (WEYNS 1974: 486).
Zaagzethamer (m.)
Hamer om een zaag met betrekkelijk grote tanden te zetten, d.i. om de tanden op gelijke wijze te schranken (zie glossarium). Het is een stalen hamer met dubbele pen. De uiteinden ervan zijn vaak gegroefd zodat hij niet wegglijdt wanneer men op de harde zaagtand slaat. De zaagzethamer komt in verschillende maten voor. Te onderscheiden van de haarhamer die zwaarder is en een kortere steel heeft. Zie ook zaagzetijzer en zaagzettang. [MOT]
Zaagzetijzer (o.)
Handwerktuig om een zaag te zetten, d.i. om de tanden op gelijke wijze te schranken (zie glossarium). Het is een ronde of rechthoekige plaat (1) met vier tot acht steeds bredere inkepingen, meestal op een korte steel (ca. 10 cm) bevestigd (vgl. snoekbek). Vroeger was het zaagzetijzer met een balkenrits gecombineerd, thans met een schroevendraaier. De vakman steekt een tand van de zaag in de inkeping waarvan de breedte overeenkomt met de grootte van de tand. Door een neerwaartse druk op de steel buigt hij de tand. Hij slaat een tand over en begint opnieuw over de hele lengte van de zaag; dan draait hij de zaag om en buigt de andere tanden. Met het gewoon zaagzetijzer wordt de hoek tussen de tanden en het blad met het oog geschat. Om gemakkelijker te kunnen werken, worden er zaagzetijzers met verstelbare geleider gefabriceerd. Daar het werktuig nog een grote vaardigheid vereist, wordt de voorkeur aan de zaagzettang gegeven. Zie ook zaagzethamer. [MOT] (1) Soms uit een schaafbeitel vervaardigd:...
Zakkenbinder (m.)
De zakkenbinder wordt vooreerst gebruikt, onder meer door de landbouwer en de molenaar, om (grote) zakken te sluiten met een dunne (ca. 1 mm) ijzerdraad die aan beide uiteinden voorzien is van een lus waar het haakvormig uiteinde van de zakkenbinder wordt ingepikt. Door het (terugverend) handvat over de schroefdraad te trekken, wordt de binddraad in elkaar gedraaid. Ook de betonstaalvlechter gebruikt de zakkenbinder (1) om de bewapeningsstaven - bij bv. vloerplaten - tot een net samen te binden. Hierbij wordt om iedere kruising een draad gebonden. De riet- en strodekker gebruiken de zakkenbinder bij het vastbinden van het riet aan de bandroeden met ijzerdraad (2). [MOT] (1) WATTJES: 156 noemt dit ook een draadbindtang. (2) Vroeger legde men een knoop in een teen of wijm. (TREFOIS 1942: 188)
Zaaghaal (v.)
Voorwerp waaraan een pot of ketel bij het koken boven het vuur in de schouw gehangen wordt. Een zaaghaal heeft een langwerpig blad (ca. 70-90 cm lang; ca. 8-10 cm breed) dat aan één zijde getand is en dat eindigt in een brede (ca. 4-5 cm) haak die een omkrullend lipje heeft en waaraan de ketel gehangen wordt, een lange (ca. 90-100 cm) stang die kan glijden door een plat oog - bovenaan tegen de rugkant van het blad bevestigd - en die beneden eindigt in een haak, en een beugel die met het éne uiteinde scharniert in de haak van de stang en met het andere uiteinde onder een tand van het blad gezet kan worden. De beugel kan hoger of lager in de tanden grijpen; zo kan de hoogte boven het vuur geregeld worden. De stang eindigt bovenaan meestal in een wartel; op deze wijze kan de zaaghaal om zijn verticale as bewegen terwijl de grote ring - die aan een haak in de schouw gehangen wordt - onbeweeglijk blijft. In zeldzame gevallen eindigt de stang bovenaan in een haak (1). Er bestaan ook kleine...