Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 5,411 - 5,420 15,585 resultaten gevonden
Worstspuit (v.)
Met een worstspuit maakt de slager worsten. Zij bestaat uit een metalen cilinder met smalle buis onderaan, in het midden twee handvatten tegenover elkaar en een bijbehorende houten stamper (zuiger) met kruk. Fijngehakt vlees, vermengd met vet, brood, kruiden, enz. wordt in de cilinder gestopt en met de stamper doorheen de vernauwing geduwd. De handvatten worden met twee handen gevat, terwijl men de kruk tegen de buik houdt. Een goed gereinigde darm, over het buisje gehangen, raakt zo gevuld met het vlees. De slager kan ook een eenvoudig worsthoorntje gebruiken waar het vlees met de duim doorheen wordt geduwd of gebruik maken van de zwaardere worstpers, aangedreven met een zwengel. [MOT]
Zadelmakersmes (m.)
Dit mes is half zo groot als het rondmes en wordt ook wel kwartrondmes genoemd. Het blad snijdt aan de bolle en aan de holle zijde. Zo kan leder op maat gesneden worden door een duwende of een naar zich toe trekkende beweging. Dit model wordt door de zadelmaker vooral gebruikt om dun en soepel leder te splijten, d.w.z. om in de dikte van het leder te snijden. Met het zadelmakersmes kan men ook heel precies op maat werken: men plaatst de hoek van het mes met enige kracht op het leder en snijdt met de snede van het mes meegaand het leder op de gemarkeerde lijn door. Bij het eindpunt wordt het mes opnieuw neergezet tot de gehele snede is uitgevoerd. [MOT]
Zandschop (steenbakker) (v.)
Monoxiele (wilg) schop met licht trapeziumvormig blad en afgeronde hoeken, waarmee de steenbakker het droog rivierzand in een kruiwagen schept. Dat zand moet ervoor zorgen dat de klei niet aan de houten werktuigen kleeft. De zandschop van de steenbakker is te onderscheiden van de boezemschop. [EMABB]
Zandhark (v.)
Grote houten hark met brede tanden die ver uit elkaar staan, waarmee de zandhoop regelmatig bewerkt wordt om het zand vlugger te laten drogen. Er bestaan ook zandharken met metalen tanden, evenals een combinatie van hark en aftrekker. [EMABB]
Zadeltang (v.)
De zadeltang (1) is een handwerktuig gelijkend op een tang met hefboom van de derde soort dat een onderzadel en een bovenzadel combineert.Bij het smeden van kleine stukken, gebruikt de smid een zadeltang om het werkstuk af te ronden en te kalibreren (2). [MOT](1) Eigen benaming.(2) Volgens RANCHOUX: 181, met behulp van een mechanisch aangedreven valhamer.
Zee-egelschaar (v.)
De zee-egelschaar is een schaar in roestvrij staal waarmee men het stekelige omhulsel van een zee-egel en sommige andere zeevruchten vlot en veilig kan openmaken. Men verwijdert de mond en snijdt zorgvuldig een deel van het omhulsel in een cirkel open tot men de vijf inwendige eetbare delen kan losmaken. Dit kan met vele korte knipjes met een scherpe, puntige schaar maar ook in één beweging met deze specifieke zee-egelschaar. [MOT]
Zeis (v.)
Men gebruikt een zeis om gras te maaien voor het hooi, om graan te oogsten en om onkruid te verwijderen. Een zeis heeft een lang (ca. 40-100 cm) licht gebogen blad met een brede rug, eindigend in een punt, dat haaks op een lange (ca. 150-200 cm) houten of ijzeren steel - boom genoemd - bevestigd is. De verbinding gebeurt door middel van een ring en een wig of een schroef, zodat de hoek tussen blad en steel gewijzigd kan worden en het blad makkelijk afgenomen om het te haren (zie haarhamer, haarspit, haartoestel). De steel kan recht, S-vormig (1) of Y-vormig (2) zijn, zonder handvatten of met één of twee handvatten, die verstelbaar zijn. Op de rechte boom wordt soms een wethout bevestigd. Voor het hooien gebruikt men een zeis waarop onderaan een houten of ijzeren beugel bevestigd is, die het gesneden gras meesleept. Die zeis dient ook om onkruid te maaien. Wanneer tussen struiken e.d. gewerkt wordt, geeft men de voorkeur aan een zeis met kort blad (ca. 40 cm) en zonder beugel. Een zeis...
Zicht (v.)
Met een zicht wordt horizontaal doorheen het graan, peulvruchten e.d. gehakt, door een zwaaiende beweging te maken, dit in tegenstelling tot de zeis waarmee wordt gesneden. Hierdoor kan men met een zicht zwaar, legerend en zelfs dooreen geslagen gewas oogsten (1). De zicht wordt meestal in combinatie met een pikhaak gebruikt. Een zicht heeft een gebogen, gesmeed - nu ook van staal - blad (ca. 50-70 cm bij 10-12 cm op het breedste gedeelte), dat in een hoek van 60° à 90° op een korte (ca. 30-50 cm), houten steel bevestigd is. Het zichtblad is, in tegenstelling tot het zeisblad, naar de punt toe breder, om bij het slaan beter in evenwicht te blijven. De verbinding tussen werkend deel en steel gebeurt door middel van een ring en een wig, zodat het blad makkelijk afgenomen kan worden om het te haren. Het handvat (ca. 10-15 cm) is met de steel in een hoek van 60° à 90° verbonden d.m.v. een pen- en gatverbinding of een zwaluwstaartverbinding; soms is het geheel ook monoxiel. Het uiteinde van...
Zeisje met lange steel/zeisje met korte steel (o.)
Het zeisje wordt door de tuinier en doe-het-zelver gebruikt om wat gras en onkruid af te maaien op kleine oppervlakten. Het is een kleine zeis bestaande uit een lichtjes gebogen scherp stalen blad (ca. 30-40 cm) met brede rug en eindigend in een punt, dat haaks op een houten steel (ca. 10-80 cm) is bevestigd. De verbinding tussen blad en steel gebeurt meestal door middel van een schroef, of een stang (ca. 10 cm) met angel en ring. Het zeisje met kort hecht wordt met één hand bukkend gebruikt; deze met lange, meestal rechte steel wordt met beide handen gevat en al staand gebruikt. Soms heeft de lange steel een lichte knik op ongeveer 30 cm van het uiteinde. Zie ook graszweep. [MOT]
Zandschop (metselaar) (v.)
Licht holronde schop met rechte snede, van plaatstaal gemaakt. Doorgaans is er geen handvat op de steel maar een T-handvat komt ook voor. De zandschop dient om zand, grind, steenslag e.d.m. te verplaatsen. De archeoloog gebruikt de zandschop om hele dunne laagjes grond af te schaven om zo de sporen zichtbaar te maken. Zie ook ballastschop. [MOT]