Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,291 - 4,300 15,631 resultaten gevonden
Draadsnijblok (o.)
Het draadsnijblok dient tot het snijden van een uitwendige schroefdraad in een stuk hout. Het is een langwerpig houten blok, o.m. van haagbeuk (Carpinus betulus) (1), waardoor in het midden een gat geboord is en waarvan de twee uiteinden in handvatten eindigen. In het gat steekt een mesje, soms twee, en is een schroefdraad getrokken. Het te bewerken stuk hout wordt in de bankschroef geklemd en het gesmeerde gat van het snijblok op zijn uiteinde geplaatst. De vakman draait dan het werktuig zoals een avegaar, erop lettend dat het loodrecht op het stuk blijft. Zie ook de draadsnijtap (voor hout). [MOT] (1) KARMARSCH: 1.765.
Distelsteker (m.)
De distelsteker heeft een rechthoekig blad met rechte snede (ca. 3-5 cm breed). Het blad is met een dille bevestigd aan een rechte, houten steel van ongeveer 1,20 m lang. Met de distelsteker kan men zonder bukken de penwortel van distels (of van zuring) onder de bladkraag afsteken zodat het onkruid niet teruggroeit. De distelsteker wordt vooral gebruikt op weiden en op graanvelden die breedwerpig gezaaid zijn en waar geen andere afdoende methode bestaat. Het distelsteken was vaak vrouwenwerk. De distelsteker wordt door de herder soms als wandelstok gebruikt. Te onderscheiden van de penworteltrekker. Zie ook disteltang, penwortelsteker en aspergesteker. [MOT]
Draadknipper (m.)
Draad kan men doorknippen met een draadkniptang of een draadknipper. Dat laatste is een tangvormig werktuig met twee bladen die telkens drie U-vormige uitsparingen hebben. Wanneer men de armen opentrekt, komen de drie uitsparingen in de twee bladen met elkaar overeen en kan de draad ertussen geplaatst worden. Wanneer men de armen toeknijpt, worden de bladen - en tevens de uitsparingen - verschoven en wordt de draad afgeknipt. Zie ook isolatiepijpsnijtang. [MOT]
Draadzaag (arts) (v.)
Zaag die bestaat uit een dunne, gedraaide staaldraad (ca. 35-75 cm lang) waar aan beide uiteinden een handvat aan gehaakt zit. Ze wordt door de chirurg gebruikt om beenderen door te zagen en is te onderscheiden van de draadzaag die de houthakker gebruikt. De staaldraad kan ook gespannen zijn in een boogvormig frame met een T- of D-handvat. Zie ook amputatiezaag. [MOT]
Dopsleutel voor spoorschroeven (m.)
De spoorwerker gebruikt een dopsleutel sterk gelijkend op de watersleutel maar zonder wigvormig uiteinde, om de kraagschroeven aan- of los te draaien waarmee de spoorstaven (met een Vignoleprofiel) op de dwarsliggers bevestigd worden. [MOT]
Dunschiller (m.)
Met een dunschiller schilt men aardappelen en andere groenten (1). Het handwerktuig kan bestaan uit een langwerpig (ca. 7 cm) in de lengte U- of V-vormig gebogen blad met een scherpe gleuf, in een recht hecht gemonteerd. Een model bestaat uit een vervangbaar mesje. Door het mes op de groente te plaatsen en het naar zich toe te trekken, wordt er een dun laagje afgeschild. Het uiteinde is puntig zodat men aardappelen ermee kan pitten. Bij sommige modellen bevindt zich hiervoor een puntig uitsteeksel boven het blad. Het is mogelijk dat er aan één zijde botte tandjes aanwezig zijn. Daarmee kan men eventueel vis ontschubben (zie schubbenschraper) of boterkrullen trekken (zie botertrekker); de precieze bestemming is ons niet duidelijk. Het langwerpig blad kan ook bevestigd zijn tussen de uiteinden van een U-vormige metalen houder (ca. 5 cm/10 cm) die aan beide zijden op gelijke hoogte naar binnen gebogen is. Hier plaatst men de duim en wijsvinger; de dunschiller ligt op deze wijze makkelijk...
Drevel (m.)
De drevel is een korte (10-15 cm) metalen cilinder, aan de omtrek vaak gekarteld, soms kegelvormig of lichtjes uitgehold aan een uiteinde, om nagels in, soms uit te drijven. De timmerman gebruikt een boutdrevel, d.i. hetzelfde werktuig (1), maar zwaarder (15-25 cm), om toognagels uit te drijven, om ze in te drijven zonder de balk met de hamer te raken, enz. Het uiteinde is meestal plat. Het spitse uiteinde van de drevel wordt op de kop van de nagel geplaatst en op het andere wordt met de hamer geslagen. De kegelvormige punt maakt een klein gaatje in de kop en voorkomt het wegglijden van de drevel. Wanneer het uiteinde uitgehold is, komt de kop van de nagel in de holte. De Japanse drevel (Japans: kugisime) heeft aan één uiteinde, zoals de westerse, een lange (15,5 cm) smalle punt en wordt op het andere uiteinde geslagen met de hamer. Typisch aan het Japans model is dat er nog een tweede, korte (3 cm) punt haaks op de eerste staat. Met de hamer slaat men op het platte zijvlak. Zie ook de...
Dweilwringer (m.)
De dweilwringer is een toestel of handwerktuig waarmee men makkelijk een dweil kan uitwringen. Eén model betreft een geperforeerde metalen bak (ca. 20 cm breed; ca. 35 cm hoog) met een hendel, die men over de rand van een emmer kan hangen. Men stopt de natte dweil erin en drukt de hendel naar beneden; twee stevige plastic onderdelen bewegen nu naar beneden en persen het water uit de dweil. Een hangmodel met houten rollen haakt men rond een emmer. Door het hecht naar beneden te drukken, beweegt een rol met wieltjes naar een vaste rol toe om zo het water uit de dweil te persen. Een model met vergelijkbare constructie is ingebouwd in een emmer en wordt met de voet bediend door een pedaal. [MOT]
Duikersmes (o.)
Elke duiker heeft een duikersmes met zich mee om, onder water, snel en gemakkelijk een in de knoop geraakt touw of net door te snijden. Het wordt ook gebruikt om schelpen open of los te wrikken. Het is een stevig roestvrij stalen (1) mes voorzien van een, meestal aan beide zijden snijdend, lemmet (ca. 10-16 cm; dikte 4 mm) met gladde en zaagsneden (vgl. koordjesmes) (2) en puntig of afgeplat uiteinde, dat stevig in een ergonomisch gevormd handvat zit. Deze laatste is steeds uit een slipvrij materiaal zoals plastic of rubber gemaakt. Ook is er tussen blad en hecht een "stootplaat" voorzien zodat de hand, bij het steken, niet over het scherpe lemmet kan glijden. Het duikersmes wordt in een plastic schede (3) gestoken die aan de gordel of de kuit van je onderbeen wordt gedragen. De kortere modellen bevestigt men aan de boven- of onderarm. [MOT] (1) Het leger, o.a. de zeemacht en de mijnenveegdienst, bezit ook amagnetische duikersmessen. (2) In BSAC: 55 is de zaagsnede vervangen door een...
Druivenoogstschaar (v.)
Druiven kan men o.m. oogsten met een druivenoogstmes of een druivenoogstschaar. Met deze laatste verkrijgt men een veel mooiere snede dan met een oogstmes. De schaar heeft twee smalle bladen (ca. 1 cm) met een rechte snede; de armen kunnen van metaal zijn of uit een houten bekleding rond een metalen plaatje bestaan. Zij worden bijeengehouden door een ringetje dat zich aan de benedenzijde van één arm bevindt en dat rond de andere arm bevestigd kan worden. Tussen de armen bevindt er zich een veer. Zie ook druivenschaar. [MOT]