Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,341 - 4,350 15,510 resultaten gevonden
Draadstripklem (v.)
De geverniste isolatiemantel van elektrische draden kan men met een draadstripklem verwijderen. Het kan een pincet zijn. Dit is een tang van kleine afmeting (ca. 8-12 cm), bestaande uit twee hefbomen van de derde soort. Met de getande, licht gebogen kaken - al dan niet vervangbaar (1) - schraapt men over de draad (ca. 0,5-1 mm). Hoe fijner de draad hoe fijner de tandjes moeten zijn. Om de draad niet te beschadigen, is op een van de armen soms een kort stangetje bevestigd dat dienst doet als stop. Een ander model bestaat uit twee scharnierende plaatjes, voorzien van elk twee uitsparingen en een houder. Voor dunne draden wordt het werkend deel verkort, door het in de hoogste uitsparing in te klemmen, waardoor de druk tussen de plaatjes verhoogd. Deze kan ook lichtjes worden bijgeregeld met een schroef die door de armen van de houder steekt. Zie ook draadstriptang. [MOT] (1) Bv. CIMCO: 28.
Draaiersguts (v.)
Guts zonder borst, met betrekkelijk dik ijzer en naar buiten gerichte vouw, van 0,6 tot 5 cm breed. De snede is niet recht maar puntig. De vouw is kort voor ruw werk, lang om een groef uit te draaien (1). De guts is hét werktuig van de draaier: daarmee draait hij de vorm van een voorwerp uit. [MOT] (1) Bv. DE VALICOURT: 1.205.
Draaizaag (v.)
De draaizaag is een spanzaag (zie glossarium) van ca. 60 cm die sterk op de schulpzaag gelijkt maar met smal blad (1 cm) en betrekkelijk breed gezette tanden zodat ze gemakkelijk kromme lijnen kan volgen. Dank zij de knoppen die het aan beide uiteinden tegenhouden, kan het blad in zijn raam in alle richtingen gedraaid worden. Het kan bovendien losgemaakt worden om door een in een plank geboord gat gestoken te kunnen worden. Deze zaag wordt verticaal gehanteerd. Zie ook gewone spanzaag. [MOT]
Draadtrekijzer (o.)
Het draadtrekijzer is een werktuig van de edelsmid om koperen, zilveren of gouden draden te trekken. Het is een stalen blok met steeds grotere gaten van verschillende vormen: rond, vierkantig, rechthoekig, halfrond, ovaal, ovaal met punt, driehoekig, peer, ster enz.; vaak is er een trekijzer per vorm, maar soms ook verschillende vormen in een trekijzer. Aan een zijde is de opening van de gaten trechtervormig om het insteken van de draad te vergemakkelijken; aan de andere zijde is de scherpe rand verwijderd om geen sporen na te laten. Bij het trekken van dunne draad wordt het trekijzer in de bankschroef bevestigd en werkt men uit de hand of met een draadtrektang. Voor dikkere draad wordt met een draadtrekbank gewerkt. [MOT]
Drijfijzer (leer) (o.)
Het drijfijzer (1) is een handwerktuig dat door lederbewerkers wordt gebruikt om reliëfversieringen aan te brengen op kleine lederen voorwerpen, zoals lederen sleutelringen en portefeuilles. Op het rechte houten handvat volgt een koperen staafje dat eindigt in een koperen bolletje. De diameter van het bolletje varieert van ongeveer 3 tot 6 mm. Voor het aanbrengen van de versieringen wordt het leder vochtig gemaakt, zodat het bij het bosseleren goed meegeeft. Soms wordt het drijfijzer verhit om de patronen in het leder te branden. Voor hetzelfde doeleinde gebruikt men het pyro-elektrische drijfijzer. Niet verwarren met het bolstrijkijzer (hand). Zie ook steekmes (leerbewerker). [MOT] (1) SALAMAN 1986: 198.
Drevelhamer (m.)
De drevelhamer dient om zware nagels, bouten en toognagels in en uit te drijven, en wordt vooral door de scheepstimmerman gebruikt. Het is een zware metalen punthamer op een lange steel gestoken. De punt is recht en heeft de vorm van een afgeknotte kegel. Het werktuig wordt door middel van een hamer of een moker geslagen. Zie ook drevel. [MOT]
Effileerschaar (v.)
Nadat de kapper de haren met een kappersschaar heeft geknipt, gebruikt hij een effileerschaar om ze zo te knippen dat er in een pluk haar verschillende lengtes voorkomen; dit om beweeglijkheid en textuur te krijgen of om het haar uit te dunnen. De techniek bestaat er uit om twee à driemaal schuin in het onderste deel van een gemiddeld dik pluk haar te knippen met enkele centimeters tussenafstand. De effileerschaar is een licht roestvrijstalen schaartje (ca. 13-17 cm) met aan beide zijden een getand blad. De (langere) tanden van één blad hebben aan hun uiteinde een schuinstaande V-vormige inkeping om het haar vast te houden tijdens het knippen. De tussenafstand van de tanden verschilt van ca. 3 mm bij de grove modellen tot ca. 0,7 mm bij de fijne modellen. Hoe dichter de tanden op elkaar staan, hoe meer er wordt uitgedund. De ogen, waar juist één vinger in past, kunnen uit kunststof zijn. Soms is er aan één oog een pinnetje voorzien waar de ringvinger tegen duwt. Een ander model, ook coupeschaar...
Eierklopper (m.)
Keukengerei dat dient om eiwit e.d. stijf te kloppen. Dit gaat aanzienlijk lichter en sneller dan met een gewone garde. Een model bestaat uit één of twee gardevormige onderdelen - die worden rondgedraaid met een handwieltje - en een D-hecht. Men houdt deze eierklopper met één hand vast aan het hecht, terwijl men met de andere hand aan het wieltje draait. Een ander model bestaat uit een ca. 5 mm dikke schroefdraad waarrond een klosje - met ingebouwde moer - los in een knopvormig handvat zit. Wanneer men het klosje naar beneden drukt, draaien de bolvormige staaldraadlussen snel in één richting om even snel in de andere richting te draaien wanneer men het klosje naar boven trekt. Zie ook spiraalklopper en mayonaiseroerder. [MOT]
Eestschop (v.)
De eestschop is een brede (60-100 cm) en vlakke, volledig houten schop met lange steel (150-180 cm) (1). Ze is rechthoekig met opstaande randen en groter dan de graanschop en omzetschop. Ze is te onderscheiden van de cichoreischep, die van metaal is of met metaal is beslagen aan de binnenzijde. De hopteler hanteert de eestschop om de in de eest (ast) gedroogde hop weg te scheppen van de droogplaats naar de koelkamer om ze in grote jutezakken te verzamelen voor verdere bewaring en transport (2). [MOT] (1) In Engeland zijn ook modellen met korte D-steel gangbaar. (2) In sommige dialecten spreekt men over het afschieten van de hop vanop de droogzolder rechtstreeks in de jutezakken, vandaar de term 'afschieter'.
Draagtang voor spoorbalken (v.)
Spoorwegarbeiders kunnen spoorbalken makkelijk verplaatsen met een draagtang. De bek is aangepast aan de last, aangezien er draagtangen bestaan voor trottoirbanden, smeltkroezen, spoorrails enz. De armen lopen van elkaar weg, zodat ze automatisch klemmen zodra het werktuig opgelicht wordt. Deze tangen zijn één van de weinige tangen die door twee personen gehanteerd worden. Zie ook uitdraaghaak (2 man). [MOT]