Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,341 - 4,350 15,523 resultaten gevonden
Eierklopper (m.)
Keukengerei dat dient om eiwit e.d. stijf te kloppen. Dit gaat aanzienlijk lichter en sneller dan met een gewone garde. Een model bestaat uit één of twee gardevormige onderdelen - die worden rondgedraaid met een handwieltje - en een D-hecht. Men houdt deze eierklopper met één hand vast aan het hecht, terwijl men met de andere hand aan het wieltje draait. Een ander model bestaat uit een ca. 5 mm dikke schroefdraad waarrond een klosje - met ingebouwde moer - los in een knopvormig handvat zit. Wanneer men het klosje naar beneden drukt, draaien de bolvormige staaldraadlussen snel in één richting om even snel in de andere richting te draaien wanneer men het klosje naar boven trekt. Zie ook spiraalklopper en mayonaiseroerder. [MOT]
Eestschop (v.)
De eestschop is een brede (60-100 cm) en vlakke, volledig houten schop met lange steel (150-180 cm) (1). Ze is rechthoekig met opstaande randen en groter dan de graanschop en omzetschop. Ze is te onderscheiden van de cichoreischep, die van metaal is of met metaal is beslagen aan de binnenzijde. De hopteler hanteert de eestschop om de in de eest (ast) gedroogde hop weg te scheppen van de droogplaats naar de koelkamer om ze in grote jutezakken te verzamelen voor verdere bewaring en transport (2). [MOT] (1) In Engeland zijn ook modellen met korte D-steel gangbaar. (2) In sommige dialecten spreekt men over het afschieten van de hop vanop de droogzolder rechtstreeks in de jutezakken, vandaar de term 'afschieter'.
Draagtang voor spoorbalken (v.)
Spoorwegarbeiders kunnen spoorbalken makkelijk verplaatsen met een draagtang. De bek is aangepast aan de last, aangezien er draagtangen bestaan voor trottoirbanden, smeltkroezen, spoorrails enz. De armen lopen van elkaar weg, zodat ze automatisch klemmen zodra het werktuig opgelicht wordt. Deze tangen zijn één van de weinige tangen die door twee personen gehanteerd worden. Zie ook uitdraaghaak (2 man). [MOT]
Edelsmidshamer (m.)
Kleine (ca. 15-25 cm), lichte (ca. 50-100 gr) hamer waarvan het hoofd (ca. 7-10 cm) één wigvormig uiteinde heeft en één cirkelvormig of vierkantig (ca. 1 cm). De steel is van hout. Een ander model is volledig van metaal met een korte, ronde steel. De edelsmid gebruikt deze hamer om heel fijn en precies werk uit te voeren, o.a. bij het ciseleren. Zie ook de ciseleerhamer. [MOT]
Draaihaak (m.)
De draaihaak is een metalen staaf (ca. 20-30 cm) waarvan een uiteinde in een hecht steekt, het ander haaks gebogen is. Dat uiteinde is afgeschuind. Soms is de staaf T-vormig zodat er twee sneden zijn.  De houtdraaier hanteert het handwerktuig aan de draaibank om een stuk hout zijdelings uit te hollen. [MOT]
Dwarsaks (v.)
De dwarsaks dient tot het uithakken van zware pen en gat verbindingen. Ze heeft een ca. 30-40 cm lange steel. Haar soms iets gebogen blad vertoont een zekere gelijkenis met het blad van de dubbele steekbijl maar is veel korter (ca. 50 cm) en heeft een dubbele vouw. Het handwerktuig wordt op een andere wijze gehanteerd dan de steekbijl. De steel wordt hier met beide handen gevat en de beweging is dezelfde als deze van een bijl. [MOT]
Effileermes (paarden) (o.)
De ruiter gebruikt een zwaar (ca. 75 gr) effileermes om de manen van het paard uit te dunnen. Het effileermes voor paarden bestaat uit een dik (ca.3 mm) blad waarvan de punten van de kam V-vormig zijn geslepen. Het houten hecht is ca. 10 cm lang. Het blad kan ook in het hecht draaien zoals bij een knipmes. [MOT]
Entmes (o.)
Het entmes heeft een rechte of licht gebogen snede. Het vast of vouwbaar stalen blad heeft een lengte van 5 tot 7 cm, is dun en zeer scherp, terwijl de punt bot is. Zowel de ent als de wortel of stam waarop hij geënt wordt, worden ermee gesneden. Er bestaat ook een groter entmes met vast gebogen blad (ca. 6-8 cm lang) en eindigend in een scherpe punt. Dat mes, dat niet verward mag worden met de voegenkrabber van de tuinier, kan ook als snoeimes dienen. Voor het oculeren, d.i. een entmethode waar enkel knoppen op de andere plant overgebracht worden, bestaat er een bijzonder entmes, namelijk het oculeermes. Bij het spleetenten wordt vaak een entbeitel gebruikt. Speciaal bij de wijnbouw wordt gebruik gemaakt van een ent-oculeersnijder die stevig wordt vastgeschroefd op een werk- of tafelblad (1). Het entmes wordt tenslotte ook gebruikt bij het stekken, d.i. het in water of grond steken van takjes zonder wortels, om die takjes af te snijden (2). Zie ook zakmes en sapsnijder, tang. [MOT] (1)...
Eiersnijder (m.)
De eiersnijder snijdt in één beweging een hardgekookt, gepeld ei in dunne schijfjes of partjes. Er bestaan verschillende modellen, waarvan enkele tangen. Men plaatst het ei tussen de kaken en drukt de tang dicht. De staaldraden versnijden het ei in partjes of schijfjes naargelang het model.  Bij het schijfjesmodel bestaan de kaken uit een houder, waarvan de bovenzijde uit staaldraden bestaat en de bodem uit een geribde plaat die het ei tegen de draden drukt. De tang kan uit elkaar genomen worden om ze te reinigen.  Het partjesmodel bestaat uit een eierdopje met zes gleuven, waarin de staaldraden passen. Het ei wordt in het dopje geplaatst en men drukt de tang dicht. Het ei wordt in zes partjes verdeeld. De tang opent zich automatisch door een veer. Andere modellen bestaan eveneens uit een eierdopje met zes gleuven dat op tafel geplaatst kan worden. Erlangs bevindt zich een verticaal onderdeel met een gleufje waarin een metalen ring met drie kruisende staaldraden op en neer kan bewegen....
Entbeitel (m.)
De entbeitel wordt bij het spleetenten op betrekkelijk dikke takken of stammen gebruikt. Hij bestaat uit een houten hecht waarin een ca. 8-10 cm lang wigvormig blad steekt. Dat laatste is bovenaan 0,4-0,9 cm dik en zijn snede is recht of holrond. Zijn uiteinde, loodrecht omhoog of omlaag gebogen, is een andere wig waarvan de snede haaks op het vlak van het blad staat (1). Het blad wordt op de doorsnede van de tak of de stam geplaatst. Met een houten hamer wordt erop geslagen. In de zo bekomen spleet wordt de andere wig, namelijk deze op het uiteinde van het blad, gestoken; ze houdt de spleet open terwijl het entrijs erin gestoken wordt. [MOT] (1) Uitzonderlijk liggen beide wiggen in hetzelfde vlak (DU BREUIL: 103).