Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,251 - 4,260 15,510 resultaten gevonden
Bokaalopener (voor inmaakglazen) (m.)
Inmaakglazen kan men op verschillende manieren openen. Er bestaat een tang waarvan de twee dunne, op het uiteinde holronde kaken tussen pot en deksel gestoken kunnen worden. Twee gebogen uitsteeksels aan weerszijden van de bek zorgen voor een betere grip. Met de éne hand houdt men de armen van de tang vast, terwijl men wijs- en middenvinger van de andere hand - die op het deksel ligt - achter de twee uitsteeksels haakt; zo kan de bek gemakkelijk tussen pot en deksel gestoken worden en heeft men een betere grip op het werktuig. Wanneer men de tang dichtknijpt, springen de kaken open en komt het deksel van de pot los. Een andere bokaalopener is een halfcirkelvormig gebogen ijzer dat op de twee uiteinden haaks naar binnen gebogen is. Aan de buitenzijde is er in het midden een uitsteeksel. De haakse uiteinden worden tussen pot en deksel gestoken; wanneer men nu het uitsteeksel naar boven beweegt, komt het deksel van de pot los. Een andere bokaalopener bestaat uit een langwerpig balkje met...
Bonensnijder (m.)
Met een bonensnijder snijdt men bonen in reepjes. Meestal bestaat hij uit een snijschijf (ca. 10-20 cm doorsnede), met daarin verscheidene langwerpige gleuven waar mesjes aan bevestigd zijn, die met een draaizwengel in beweging gebracht wordt. Langszij bevinden er zich één of meerdere trechtertjes waar de bonen één voor één ingestoken worden, terwijl men aan de zwengel draait. De schijf zit verticaal in een houten of metalen ombouw op voetjes; er bestaan ook modellen voorzien van een zuignap of die aan de tafelrand kunnen vastgeklemd worden. Soms bestaat het werkend deel uit een reeks snijwieltjes (ca. 5-6 cm doorsnede) (zie ook snijroller (groente-)) die met een zwengel in beweging worden gebracht. De bonen gaan er via het vultrechtertje in en komen er als lange dunne reepjes uit. Voor kleinere hoeveelheden kan men ook gebruik maken van een bonensnijder die men in de hand houdt. Vooreerst worden de uiteinden van de boon verwijderd met een mesje dat zich aan het uiteinde van het geheel...
Bolstrijkijzer (hand)/Eistrijkijzer (hand) (o.)
Het bolstrijkijzer en het eistrijkijzer bestaan uit respectievelijk een ronde en een eivormige bol op een ijzeren steeltje, dat in een kort, houten hecht steekt. De grootte van de bol varieert van ongeveer 0,5 cm tot 4 cm. Met de verwarmde bol kan men geplooide delen en geplooide (kanten) oplegsels aan dameskleren strijken zonder die plat te drukken. Daarnaast is het bolstrijkijzer vooral bedoeld voor het vervaardigen van katoenen en zijden kunstbloemen. Schoenmakers maken gebruik van het bolstrijkijzer om aan de binnenkant van een schoen druk uit te oefenen als daar iets gelijmd moet worden. Het bolstrijkijzer mag men niet verwarren met de oefendolk en het drijfijzer. Zie ook bolstrijkijzer (standaard) en eistrijkijzer (standaard). [MOT]
Bolhamer (m.)
De bolhamer heeft een bolle baan om een stuk metaal uit te drijven. De rechte houten steel steekt in een vierkant huis. Hij onderscheidt zich van de drijfhamer door zijn enkele baan.Bij een model is de kop zeer lang, zelfs even lang als de steel, en liggen ze nagenoeg in een rechte hoek. Deze wordt gehanteerd door metaalbewerkers zoals de ketelmaker, de plaatwerker en de koperslager om een holte in koper te slaan of bv. om reliëf in een sierbord te brengen. Het werkstuk ligt op een uitgehold aambeeld. Met het model met kortere kop (ca. 250-650 gr.) bewerkt de carrossier bepaalde holtes van de carrosserie. Sommige modellen gelijken op de zwaardere bolbankhamer. De bolhamer is ook niet te verwarren met de uitdeukhamer van de carrossier, die een platte baan heeft. [MOT]
Bollikker (m.)
Handwerktuig dat de schoenmaker gebruikt om glans te geven aan het leder, vooral aan de zool en de hiel. Het heeft een snavelvormig, ijzeren, relatief breed (ca. 2 cm) hoofd bevestigd aan een houten hecht. Nadat er was of polijstmiddel is aangebracht, wordt er met de hete bollikker over het leder gewreven. Sommige bollikkers hebben één getrapte zijde die over de rand van de zool heen gewreven kan worden. [MOT]
Boorhoudersleutel (m.)
Deze nieuwe werktuigfiche is in opbouw. [MOT]
Bontkam (m.)
De bontkam is een koperen kam waarvan één helft bezet is met grote tanden (ca. 4 per cm) en de andere helft met fijnere tanden (ca. 7 per cm); de punten zijn steeds stomp om het bont niet te beschadigen bij het kammen. De bontwerker kan ook een andere, stalen kam gebruiken die geschikt is voor grover materiaal, dat bv. door mot is aangetast, of waarvoor de koperen kam niet scherp genoeg is. Zie ook sealkam. [MOT]
Bonenmes (o.)
Met dit mes ontdoet men dopbonen van de kop en maakt ze schoon alvorens men ze bereidt. Het bonenmes heeft een langwerpig (ca. 9 cm), rechthoekig blad waarop met twee schroefjes een verstelbaar beugeltje is bevestigd. Daarmee kan de schildikte geregeld worden. Niet verwarren met de dunschiller, noch met de aspergeschiller. Zie ook bonensnijder. [MOT]
Boogschaaf (v.)
Schaaf waarvan de beitel meestal recht is en de zool in de lengte hol- (holronde boogschaaf) of bolrond (bolronde boogschaaf) (1) (2) is. De boogschaven dienen om hol- en bolronde vlakken te bewerken. De kromming van hun zool is derhalve aangepast aan die vlakken maar ze hoeft niet juist dezelfde te zijn, ze kan kleiner zijn. Bovendien is de kromming niet altijd regelmatig; een schaaf met zulke zool zou dienen tot het ruw schaven van het stuk. Er bestaan boogschaven, al dan niet uit metaal, met verstelbare zool. Er bestaan ook enkele boogschaven waarbij de zool zowel in de langs- als de dwarsdoorsnede bol of hol is (V 2001.0445)(3) (zie ook kuipersboogschaaf). Het Japanse model dient om respectievelijk de binnenzijde of de buitenzijde van houten schalen af te ronden. [MOT] (1) Japanse benaming is sori dai kanna (ODATE: 120). (2) Een boogschaaf met hoorn (bv. PODOLAK: 372) komt in onze streken niet voor. (3) Japanse benaming is shiho sori dai kanna (four-sided round plane) (ODATE: 120).
Bookhamer (m.)
De bookhamer bestaat uit een rechthoekig houten blok (lengte ca. 20-30 cm; breedte ca. 10-20 cm; hoogte ca. 8-12 cm) waarin een korte, (kromme) steel (1) (ca. 80-120 cm) steekt, die aan de bovenzijde van het blok even buiten het middelpunt staat. De onderzijde van het blok kan effen of geribd zijn, wellicht in functie van de bewerking. De geribde onderzijde is voorzien van diepe (ca. 1-2 cm) groeven; de uitspringende ribben zijn dan hoekig of afgerond (2). Uitzonderlijk worden ijzeren banden in de zool gestoken, die haaks over de lengte van het blok lopen (3). De bookhamer met effen onderzijde, zou worden gebruikt om te dorsen, d.i. om het zaad van het vlas uit de vruchtdoosjes te kloppen. De stengels worden op de grond gespreid in lagen van twee tot drie vingers dikte. Het blok komt uit eigen gewicht plat op het vlas neer. De bookhamer met geribde onderzijde zou dienen om te braken of te brakelen, d.i. voor het breken van de droge houtachtige delen van de gerote vlasstengel voor het...