Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,411 - 4,420 15,510 resultaten gevonden
Drevel (m.)
De drevel is een korte (10-15 cm) metalen cilinder, aan de omtrek vaak gekarteld, soms kegelvormig of lichtjes uitgehold aan een uiteinde, om nagels in, soms uit te drijven. De timmerman gebruikt een boutdrevel, d.i. hetzelfde werktuig (1), maar zwaarder (15-25 cm), om toognagels uit te drijven, om ze in te drijven zonder de balk met de hamer te raken, enz. Het uiteinde is meestal plat. Het spitse uiteinde van de drevel wordt op de kop van de nagel geplaatst en op het andere wordt met de hamer geslagen. De kegelvormige punt maakt een klein gaatje in de kop en voorkomt het wegglijden van de drevel. Wanneer het uiteinde uitgehold is, komt de kop van de nagel in de holte. De Japanse drevel (Japans: kugisime) heeft aan één uiteinde, zoals de westerse, een lange (15,5 cm) smalle punt en wordt op het andere uiteinde geslagen met de hamer. Typisch aan het Japans model is dat er nog een tweede, korte (3 cm) punt haaks op de eerste staat. Met de hamer slaat men op het platte zijvlak. Zie ook de...
Dweilwringer (m.)
De dweilwringer is een toestel of handwerktuig waarmee men makkelijk een dweil kan uitwringen. Eén model betreft een geperforeerde metalen bak (ca. 20 cm breed; ca. 35 cm hoog) met een hendel, die men over de rand van een emmer kan hangen. Men stopt de natte dweil erin en drukt de hendel naar beneden; twee stevige plastic onderdelen bewegen nu naar beneden en persen het water uit de dweil. Een hangmodel met houten rollen haakt men rond een emmer. Door het hecht naar beneden te drukken, beweegt een rol met wieltjes naar een vaste rol toe om zo het water uit de dweil te persen. Een model met vergelijkbare constructie is ingebouwd in een emmer en wordt met de voet bediend door een pedaal. [MOT]
Duikersmes (o.)
Elke duiker heeft een duikersmes met zich mee om, onder water, snel en gemakkelijk een in de knoop geraakt touw of net door te snijden. Het wordt ook gebruikt om schelpen open of los te wrikken. Het is een stevig roestvrij stalen (1) mes voorzien van een, meestal aan beide zijden snijdend, lemmet (ca. 10-16 cm; dikte 4 mm) met gladde en zaagsneden (vgl. koordjesmes) (2) en puntig of afgeplat uiteinde, dat stevig in een ergonomisch gevormd handvat zit. Deze laatste is steeds uit een slipvrij materiaal zoals plastic of rubber gemaakt. Ook is er tussen blad en hecht een "stootplaat" voorzien zodat de hand, bij het steken, niet over het scherpe lemmet kan glijden. Het duikersmes wordt in een plastic schede (3) gestoken die aan de gordel of de kuit van je onderbeen wordt gedragen. De kortere modellen bevestigt men aan de boven- of onderarm. [MOT] (1) Het leger, o.a. de zeemacht en de mijnenveegdienst, bezit ook amagnetische duikersmessen. (2) In BSAC: 55 is de zaagsnede vervangen door een...
Druivenoogstschaar (v.)
Druiven kan men o.m. oogsten met een druivenoogstmes of een druivenoogstschaar. Met deze laatste verkrijgt men een veel mooiere snede dan met een oogstmes. De schaar heeft twee smalle bladen (ca. 1 cm) met een rechte snede; de armen kunnen van metaal zijn of uit een houten bekleding rond een metalen plaatje bestaan. Zij worden bijeengehouden door een ringetje dat zich aan de benedenzijde van één arm bevindt en dat rond de andere arm bevestigd kan worden. Tussen de armen bevindt er zich een veer. Zie ook druivenschaar. [MOT]
Duigenhouwer (m.)
Aan een gekloofd stuk hout wordt met behulp van een kuipersbijl of een duigenhouwer de grove vorm van een duig gegeven. De kuiper houwt de brede zijden om een vrijwel vlakke binnenzijde en een enigszins bolronde buitenzijde te bekomen. Van de uiteinden van de smalle zijden hakt hij een lange driehoek af opdat de duig breder zou zijn in het midden dan aan de uiteinden. De duigenhouwer - die sterk op het kloofijzer lijkt - weegt ca. 1,5 kg en heeft een langwerpig blad (ca. 30 cm) dat loodrecht in de rechte steel (ca. 50 cm) bevestigd is en dat eindigt in twee punten. De snede bevindt zich onderaan - aan de lange zijde - die lichtjes gebogen is. [MOT]
Draadzaag (houthakker) (v.)
De draadzaag is een dunne (1 mm), betrekkelijk korte (ca. 50 cm) staaldraad waar scherpe groefjes in gedraaid zijn en met aan beide uiteinden een ring. Met deze zaag, die men makkelijk op zak kan dragen, kunnen dunne takken afgezaagd worden. Wil men hoge takken afzagen, bevestigt men een touw aan elke ring. De zaag kan dan omheen een tak geworpen worden. Met één of twee personen wordt aan de touwen getrokken. Zie ook kettingzaag (hand). [MOT]
Druivenoogstmes (o.)
Een miniatuur snoeimes (ca. 15 cm) met een kort blad (ca. 4-5 cm) waarmee druiven geoogst worden. Niet zelden vormt het uiteinde van het hecht een ring waar de pink kan doorgestoken worden. Het mes wordt hoofdzakelijk in het Franse Bordelais gebruikt. [MOT]
Drijfband (m.)
Een drijfband is een zware metalen of houten band om de duigen van een ton te buigen. Deze band, veel dikker (tot 3 cm) dan de hoepels die de duigen samenhouden, wordt om de rechtstaande duigen gelegd en naar beneden gedreven met een hamer. De kuiper slaat rechtstreeks op de band en niet op een hoepeldrijver zoals voor de hoepels. [MOT]
Ellipspasser (m.)
De ellipspasser is een meet- en werktuig om een ellips af te tekenen. Schrijnwerkers gebruiken het om een ovalen vorm voor een tafelblad, raam of spiegel te beschrijven (1). Hoewel het principe vrij eenvoudig is en bruikbaar voor tekenaars, architecten, schilders enz., is deze passer toch vrij zeldzaam (2). Eén arm is een staaf waarover drie blokjes schuiven en worden vastgezet, zoals een stokpasser, die voor hetzelfde doel kan gebruikt worden. Twee blokjes schuiven in een houten kruisvorm met twee overlangse gleuven over de volledige lengte. Door het uiteinde van de staaf in een grote boog rond het kruis te draaien, kan het punt hieraan zonder veel moeite een ellips aftekenen, waarvan de precieze positie is bepaald door de twee blokjes die heen en weer in het kruis schuiven. [MOT] (1) SALAMAN: Dictionary of woodworking tools, 193. (2) ROBERT, J.F.: Outil et machines des métiers du bois, 2006, 186.
Eenarmsmes (o.)
Een eenarmsmes combineert mes en vork in één en hetzelfde werktuig. Het heeft een lemmet met een vorkvormig uiteinde. Zo heeft men maar één hand nodig om voedsel te snijden en op te pikken. Vaak is het een vouwmes (zie zakmes). Het lemmet kan ook aan de steel van de vork bevestigd zijn; het heeft dan een afgeronde snede en werkt volgens hetzelfde principe als het wiegmes of het groentehakmes met afgeronde snede (1). Een eerder uitzonderlijk model bestaat uit een dubbel, scharnierend hecht met aan één uiteinde een naar beneden gebogen vork en aan het andere uiteinde een snijblad met eveneens een vorkvormig uiteinde en een gleuf waarin de andere vork bevestigd is. Men prikt met de ene vork in het voedsel dat men wil snijden en knijpt het dubbel hecht dicht. Het snijblad beweegt nu langs de vork naar beneden en snijdt het voedsel. Vervolgens draait men het werktuig om om met de andere vork het gesneden stukje voedsel op te pikken en naar de mond te brengen. [MOT] (1) GALTIER-BOISSIERE: 318.