Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,401 - 4,410 15,585 resultaten gevonden
Flessenborstel (m.)
Borstel om flessen (bv. bier- en wijnflessen, zuigflessen, …) van binnen te reinigen. Meestal bestaat de flessenborstel uit stijf varkenshaar, fiber of nylon dat gevat zit tussen een paar in elkaar gedraaide metaaldraden waardoor men een cilindervormig (diam. ca. 2-7 cm) werkend deel verkrijgt. De gedraaide metaaldraad is op het uiteinde soms voorzien van een oog om het werktuig makkelijk op te hangen of heeft een plastic handvat. Het geheel meet ca. 30-80 cm. Het borsteluiteinde is soms voorzien van een spons (1) of een kwastje. Soms is deze flessenborstel gecombineerd met een speenborstel. Dit model zou (2) te onderscheiden zijn van de lampenglazenborstel die veel zachter is en van de borstel om laboratoriumuitrusting te reinigen. Voor sterk bevuilde flessen bestaat er een bijzonder model (3) met een borsteltje van een bundel stalen of koperen bladveren die eindigen in een achttal draadstalen borsteltjes. Het werkend deel wordt op een koperen stang (ca. 37 cm) met kruk geschroefd. Een...
Flessenspoeltoestel (v.)
Voordat bv. bierflessen (1) gevuld worden, moeten ze gespoeld worden. Dat kan met een flessenborstel of met een flessenspoeltoestel. Het werkend deel van het flessenspoeltoestel is gemaakt uit een bundel stalen bladveren eindigend in draadstalen borsteltjes. Het wordt bovenaan het toestel in draaiende beweging gebracht door een zwengel. Een buisje dat zich op de stang onder het borsteltje bevindt kan naar boven worden geschoven om zo de borsteltjes samen te vouwen zodat hij in de fles kan. Door het buisje terug naar beneden te schuiven gaan de borsteltjes uit elkaar en kan men de fles aan de binnenkant schoonborstelen. Het toestel wordt aan de rand van een kuip bevestigd met het onderste deel, de pomp, in het water. Door aan de zwengel te draaien wordt het water opgevoerd om de fles tevens te spoelen. Het vuile water wordt opgevangen door de koperen schotel die zich onder de stang van de borsteltjes bevindt, en afgevoerd via een slang. [MOT] (1) Het toestel kan ook gebruikt worden voor...
Fritessnijder (m.)
Keukenwerktuig waarmee men frietjes uit aardappelen kan snijden. Het heeft een rond of vierkantig messenblok, bestaande uit verscheidene rijen vierkantige, snijdende openingen (ca. 6-12 mm), bevestigd in een metalen of plastic huis. Er bestaan talloze modellen. Het eenvoudigste heeft een drukplaatje dat door middel van twee handvatten naar beneden geduwd wordt en zo de aardappel doorheen het messenblok duwt. Bij andere modellen wordt het drukplaatje door middel van een hefboom naar het messenblok bewogen. [MOT]
Foliesnijder (m.)
De magazijnier gebruikt de foliesnijder om foliegelaste paletten gemakkelijk te openen. Het plastieken hecht is vrij dun (ca. 1 cm) en buigt aan het uiteinde naar binnen toe. De punt van het naar binnen gebogen uiteinde is plat en spits. Het snijdend onderdeel van de foliesnijder is een stevig scheermesje (ca. 2 bij 4 cm) dat vervangbaar is. Het zit veilig vastgeklemd in de mesgreep. De spitse punt van de foliesnijder haakt men achter de plastieken folie, vervolgens trekt men de foliesnijder in horizontale of verticale beweging naar zich toe. Zo snijdt men met gemak plastieken folies door. [MOT]
Frituurschep (v.)
Met een frituurschep laat men gefrituurd voedsel uitlekken. Ze heeft een opengewerkte, cirkelvormige, lichtjes holronde schep van metaaldraden (ca. 15-20 cm doorsnede) aan een lange steel (ca.30-55 cm). Aan de rand is de schep versterkt met een steviger ring en over de bodem lopen verstevigingsdraden. De steel is lang zodat men op veilige afstand van het hete vet kan blijven. De Chinese frituurschep heeft een schep van messingdraad die een patroon van gelijke cirkels vormt, bevestigd aan een houten steel. Zie ook schuimspaan. [MOT]
Gasaansteker (m.)
Gasaansteker is een verzamelnaam voor diverse types mechanische aanstekers die dienen om een vonk te geven aan een verwarmings- of verlichtingstoestel op gas (1). De bekendste toepassing zijn gasstellen en fornuizen om te koken (2). Gasaanstekers zijn doorheen de twintigste eeuw sterk verspreid geraakt om allerlei apparaten op gas te ontsteken, zoals soldeeruitrusting, bunsenbranders, acetyleenlampen, enz. Diverse modellen bevatten vuursteenwieltjes en -raspen die door een mechanische beweging een vonk veroorzaken, wanneer ze tegen een ruw en hard oppervlak strijken of schuren, zoals geribbeld staal. De meest toegepaste legering is Auermetaal of ferrocerium, ontwikkeld in 1903 (3). De vuursteentjes in gasaanstekers zijn vaak vervangbaar of kunnen een kwartslag gedraaid worden bij slijtage. Bij tangvormige modellen trekt de veerkracht het steentje terug over het ruwe vlak bij het openen. Bij een model (bv. MOT V 93.0282) zit een kleine kom onder de vuursteenrasp, een windkapje. Bij andere...
Fruitpers (m.)
Werktuig met een metalen, geperforeerd recipiënt (ca. 7-10 cm doorsnede; ca. 8-15 cm hoog) op een sokkel met opstaande randen; aan de bovenzijde zit er een schroef die een plaatje naar beneden duwt als men eraan draait (1) (zie ook vleespers) (2). Voor druiven en bessen gebruikt men ook een ander model, dat te onderscheiden is van de vleesmolen. Hij heeft een huis van (vertind) gietijzer met bovenaan een vultrechter en binnenin een Archimedesschroef die door een draaizwengel in beweging wordt gebracht en waaronder zich een zeefbodem bevindt. Deze fruitpers wordt met een schroefklem aan het tafelblad bevestigd. De trechter wordt gevuld en men draait aan de zwengel. De schroef duwt het fruit tegen de zeefbodem; het sap komt er doorheen en wordt opgevangen in een kom, de velletjes en zaadjes komen er gescheiden van het sap uit en worden in een andere kom opgevangen. Zie ook citruspers. [MOT] (1) De kleine fruitpers die men in de keuken gebruikt, is gebaseerd op de grote druivenpers die in...
Fruitplukker (m.)
Om het laatste fruit van een hoge boom te kunnen oogsten, kan men gebruik maken van een fruitplukker. Hij bestaat veelal uit een omgekeerde ijzeren kegel (diam. ca. 10-15 cm; ca. 7-10 cm hoog) met een 10-15-tal inkepingen (ca. 3-5 cm hoog) waarin men de steel van bijvoorbeeld appel of peer vat. Hij kan ook gemaakt zijn van bijvoorbeeld houten lamellen die met touw op enige afstand van elkaar verbonden zijn, of een rieten mandje zijn (1). Soms ook een ovaalvormig mandje van draadijzer met eventueel bovenaan een V-vormig pinnetje (2). Een model uit Mexico is gemaakt uit een open structuur van bamboe in de vorm van een rugbybal (ca. 90 cm lang; max. diam. ca. 12 cm) die in het midden en op beide uiteinden is opgebonden. Bovenaan is er een grotere opening voorzien om het fruit op te vangen (3). Een ander model bestaat uit een ijzeren of plastic ring, voorzien van inkepingen en een (katoenen) zakje (ca. 20 bij 15 cm) - dat soms afneembaar is om het te kunnen wassen - of een netje waarin de...
Gazonbeluchter (roller) (m.)
Een veel belopen gazon blijft mooi groen als men het met een gazonbeluchter bewerkt. Door verdichting van de grond tegen te gaan worden genoeg lucht, water en meststoffen bij de wortels toegelaten. Er bestaan verschillende middelen om het gazon te verluchten. Eén model van gazonbeluchter bestaat uit twee wielen die met elkaar verbonden zijn door een 6-tal stangen (ca. 35 cm), voorzien van ijzeren pinnen (ca. 8 cm; diam. 0,6 cm), en een beugel met beschermkap en steel (ca. 100 cm). Als men het werktuig over het gazon vooruitduwt komen de pinnen - om de ca. 5-10 cm - met een hoek van ca. 30° in de grond terecht en worden d.m.v. een veersysteem terug op hun plaats gebracht. Een ander model is gewoon een bespijkerde houten rol die d.m.v. een beugel aan een houten steel is bevestigd (1). Voor een klein gazon kun je ook een gazonbeluchter (zolen) gebruiken. Nog veel arbeidsintensiever is het als je een gazonbeluchter (prikker) gebruikt. Het werktuig - gelijkend op een poothout - is voorzien...
Fretboor (v.)
De fretboor is een zeer kleine avegaar die met één hand gedraaid wordt en dient om kleine gaten te boren, bv. voor een schroef (1). De kruk staat vast op het boorijzer (zie glossarium). Ze kan van hout of van metaal zijn. In het eerste geval eindigt het boorijzer in een angel, soms in een oog. In het tweede zijn boorijzer en kruk uit één stuk gemaakt. Het boorijzer is vaak een schroefboor (2) en juist omdat dit model het hout doet barsten, wordt de fretboor weinig aangewend voor smalle stukken. De fretboor is te onderscheiden van de zwikboor. [MOT] (1) Volgens TIDEMAN: 93 zou de fretboor ook gebruikt worden "bij onderzoekingen van hout omdat het boorsel minder fijn verkorreld is ...". (2) Zie glossarium. Vandaar dat fretboor soms het boorijzer van deze vorm aanduidt (LOMBAERT: 88).