Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,451 - 4,460 15,510 resultaten gevonden
Flestang (v.)
Warme flessen, bokalen, proefbuisjes e.d. kan men veilig vasthouden met een flestang. De vorm van de tang en ronding van de bek zijn aangepast aan het recipiënt. De armen kunnen gekruist zitten of evenwijdig lopen. [MOT]
Fototang (v.)
Negatieven en afdrukken van foto's kan men makkelijk vastnemen met een fototang. Ze bestaat uit een u-vorm die men dichtknijpt. Soms zijn beide armen ook halverwege met elkaar verbonden door een scharnier en houdt een veer het werktuig open. De pannenkoektang lijkt sterk op de fototang. [MOT]
Garnaalschaar (v.)
Schaar waarmee men garnalen kan pellen. Eén arm heeft twee aparte onderdelen: een in doorsnede vierkantig, smal (enkele millimeters) en spits staafje met ernaast een plat en buigzaam blad. De andere arm bestaat uit een stevig snijblad met erop een ander smaller blad bevestigd. Om een garnaal te pellen, steekt men het spits staafje langs de kop naar binnen; de schaal kan nu losgeknipt worden. [MOT]
Fruitlepel (m.)
Lepel (ca. 15 cm) waarvan het blad een spits en getand uiteinde heeft, om makkelijk zachte fruitsoorten, zoals kiwi's, meloenen, e.d. uit te lepelen. [MOT]
Gietersstrijkijzer (o.)
Deze nieuwe werktuigfiche is nog in opbouw. De vormgieter of mallenmaker in een ijzergieterij (bv. tingieter, kopergieter) gebruikt een heel arsenaal van gietersstrijkijzers (1) om een gietvorm op te bouwen en het zand passend aan te drukken. De gieter heeft enkele tientallen tot zelfs honderden gereedschappen in zijn koffer, telkens iets afwijkend van vorm en afmetingen maar steeds licht en compact (ca. 10-30 cm lang en 5 cm breed, 5-50 gr zwaar, uitzonderlijk tot 150 gr. Afhankelijk van het model gaat het om stalen of bronzen werktuigen, uitzonderlijk ook aluminium en koperen onderdelen. Er bestaat een grote variatie aan gietersstrijkijzers; zowel enkele als dubbele (bij dubbele modellen staan de bladen steeds in tegengestelde richting), met hol, gutsvormig of recht blad, met gebogen of hoekig uiteinde,... De stalen werktuigen zijn troffel-, spatel- of haakvormig. Men kan dan spreken van gieterstroffels, vormspatels en zandhaken. De bronzen werktuigen zijn haak-, spatel-, guts-, of...
Gewone spanzaag (v.)
De gewone spanzaag is een spanzaag (zie glossarium) die in verscheidene grootten (1) bestaat: van 35 tot 120 cm. Naargelang van haar lengte en de vorm van haar tanden dient ze om grote of kleine planken en latten door te zagen. In tegenstelling tot de schulpzaag is het breed (ca. 4-5 cm) blad van de gewone spanzaag vast in het rechte kader gemonteerd. Deze zaag wordt bij een arm boven het blad gevat wanneer ze horizontaal of schuin gehanteerd wordt; bij een arm en bij de boom wanneer ze verticaal werkt, wat echter zelden voorkomt. Tegenwoordig bestaan er ook vouwbare modellen. Zie ook brandhoutzaag en draaizaag. [MOT] (1) VAN KEIRSBILCK 1898: 235, noemt het grootste model boogzaag (F scie allemande; E frame saw), het middelste kortzaag (F F scie à débiter; E pit saw.) en het kleinste model pinzaag (F scie à araser).
Garde (v.)
Keukengerei dat meestal uit een stel staaldraadlussen bestaat waarvan de uiteinden in een handgreep samenkomen en waarmee men eiwit tot zware room kan kloppen (1). Het handvat kan van hout, kunststof of eveneens van staaldraad zijn. De grootte (15-35 cm) en de buigzaamheid variëren naargelang het werk dat ermee gedaan moet worden. Omdat eiwit erg licht is en vele malen in volume kan toenemen, moet het worden opgeklopt met een grote, lichte, bolvormige garde met ietwat flexibele draden. Zwaar deeg, dik roomijs of béchamelsaus worden het best met een langgerekte, onbuigzame garde van zwaardere en sterkere staaldraad gemend, geëmulgeerd of belucht. Eenvoudige modellen bestaan uit één of meerdere staaldraad(en) in de vorm van een lepel of een vork, al dan niet omwonden met zeer buigzame draad. Ze worden gebruikt voor het mengen van kleine hoeveelheden of het kloppen van eigeel. Deze modellen, die alle hoekjes van de pan kunnen bereiken, worden soms ook als eierscheplepel gebruikt. Er bestaan...
Gazonhark (v.)
Men gebruikt een gazonhark voor het bijeenharken van blad en gras van gemaaid gazon. Ze wordt naast het egaliseren van ingezaaide oppervlakken (zie grondhark) ook vaak als bladhark gebruikt. Het is een hark waarvan het blad 20 à 40 licht gebogen, korte (ca. 10 cm) tanden van ijzer, rubber of plastic heeft met een tussenafstand van ca. 2 cm. Het werkend deel (ca. 40-100 cm breed), vaak voorzien van een beugel, staat haaks op de ca. 140-180 cm lange houten, soms ook aluminium, steel. Een ander model van gazonhark heeft een 55-tal puntige tanden (ca. 7 cm) die in een houten balk steken dat scharniert ten opzichte van een vast ijzeren geraamte voorzien van twee wielen. Tijdens het trekken van die gazonhark komen de wielen van de grond en harkt het werkend deel alles bijeen. Bij het duwen zal het werkend deel naar de gebruiker scharnieren en kan het geheel makkelijk wegrollen. Zie ook hooihark (hand). [MOT]
Gazonmaaimachine (hand) (v.)
Om een gazon te maaien; kan men gebruik maken van een gazonmaaimachine. Het is een toestel bestaande uit een licht metalen frame met vast geslepen blad, waarop een cilinder (diam. ca. 12-25 cm; lengte ca. 25-60 cm) van 3 à 10 (meestal 5) in een spiraalvorm gebogen stalen messen zijn gemonteerd, tussen twee (rubberen) wielen (diam. ca. 20-25 cm) en een houten of ijzeren steel (ca. 70-100 cm) met breed (ca. 50 cm) dwarsstuk. Door de gazonmaaimachine voor zich uit te duwen, komt het gras tussen de nauwe opening van het vast geslepen blad en de draaiende cilinder terecht. Deze laatste draait sneller dan de twee wielen die de draaibeweging overbrengen door middel van tandwielen. Het werkend deel is meestal in de hoogte instelbaar. Het gras kan eventueel opgevangen worden door een ijzeren of plastic bak en soms bevindt er zich achter het frame een houten rol, nu ook van plastic. [MOT]
Gietvorm voor kogels (v.)
Kleine gietvormen gelijken vaak op tangen: ze hebben twee armen, een bek en een draaispil. Toch zijn ze geen werktuig in de strikte zin van het woord, omdat ze slechts als recipiënt gebruikt worden. Men houdt ze dicht, giet er het vloeibaar metaal in, laat het stollen en opent de vorm. Deze gietvorm is bedoeld voor kogels. De kaken sluiten perfect op elkaar en vormen een holte binnenin. Aan de buitenzijde is een opening voorzien om het metaal in de vorm te gieten. Om meerdere kogels tegelijk te gieten, zijn op sommige grote exemplaren meerdere holtes voorzien. [MOT]