Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,451 - 4,460 15,523 resultaten gevonden
Gazonhark (v.)
Men gebruikt een gazonhark voor het bijeenharken van blad en gras van gemaaid gazon. Ze wordt naast het egaliseren van ingezaaide oppervlakken (zie grondhark) ook vaak als bladhark gebruikt. Het is een hark waarvan het blad 20 à 40 licht gebogen, korte (ca. 10 cm) tanden van ijzer, rubber of plastic heeft met een tussenafstand van ca. 2 cm. Het werkend deel (ca. 40-100 cm breed), vaak voorzien van een beugel, staat haaks op de ca. 140-180 cm lange houten, soms ook aluminium, steel. Een ander model van gazonhark heeft een 55-tal puntige tanden (ca. 7 cm) die in een houten balk steken dat scharniert ten opzichte van een vast ijzeren geraamte voorzien van twee wielen. Tijdens het trekken van die gazonhark komen de wielen van de grond en harkt het werkend deel alles bijeen. Bij het duwen zal het werkend deel naar de gebruiker scharnieren en kan het geheel makkelijk wegrollen. Zie ook hooihark (hand). [MOT]
Gazonmaaimachine (hand) (v.)
Om een gazon te maaien; kan men gebruik maken van een gazonmaaimachine. Het is een toestel bestaande uit een licht metalen frame met vast geslepen blad, waarop een cilinder (diam. ca. 12-25 cm; lengte ca. 25-60 cm) van 3 à 10 (meestal 5) in een spiraalvorm gebogen stalen messen zijn gemonteerd, tussen twee (rubberen) wielen (diam. ca. 20-25 cm) en een houten of ijzeren steel (ca. 70-100 cm) met breed (ca. 50 cm) dwarsstuk. Door de gazonmaaimachine voor zich uit te duwen, komt het gras tussen de nauwe opening van het vast geslepen blad en de draaiende cilinder terecht. Deze laatste draait sneller dan de twee wielen die de draaibeweging overbrengen door middel van tandwielen. Het werkend deel is meestal in de hoogte instelbaar. Het gras kan eventueel opgevangen worden door een ijzeren of plastic bak en soms bevindt er zich achter het frame een houten rol, nu ook van plastic. [MOT]
Gietvorm voor kogels (v.)
Kleine gietvormen gelijken vaak op tangen: ze hebben twee armen, een bek en een draaispil. Toch zijn ze geen werktuig in de strikte zin van het woord, omdat ze slechts als recipiënt gebruikt worden. Men houdt ze dicht, giet er het vloeibaar metaal in, laat het stollen en opent de vorm. Deze gietvorm is bedoeld voor kogels. De kaken sluiten perfect op elkaar en vormen een holte binnenin. Aan de buitenzijde is een opening voorzien om het metaal in de vorm te gieten. Om meerdere kogels tegelijk te gieten, zijn op sommige grote exemplaren meerdere holtes voorzien. [MOT]
Gietersstamper
De stamper (1) die de vormgieter hanteert om het zand in de vorm aan te werken, is doorgaans van brons vervaardigd, om goed te glijden en tegen het roesten. Hij is ca. 15 cm lang en het rond werkend deel heeft een glad vlak met een diameter van 1,5-3 cm. Het cilindrisch middenstuk fungeert als handvat. Aan het uiteinde zit een cilindrische verdikking of een kleine bolvorm (2). Op een model zijn de werkende delen verwisselbaar. Zie ook het gietersstrijkijzer. [MOT] (1) Term uit Internationaal Gieterijtechnisch Woordenboek: 232-233. (2) In het Frans spreekt men van colonne simple of ordinaire en colonne à perle. DUPONTCHELLE, J.: Manuel pratique de fonderie, 1914: 128-130 en AMIC, E.: L'apprenti fondeur, Liège, 1927, 7-8.
Gebakjestang (v.)
De bakker neemt gebakjes uit de toonbank met een schep of met een gebakjestang. Haar kaken zijn 3-5 cm breed en soms opengewerkt. De tang sluit zich rond het gebakje, wanneer men de armen dichtdrukt. De armen zijn niet gekruist. [MOT]
Gazonbeluchter (zolen) (m.)
Een klein gazon kan je al wandelend beluchten door gebruik te maken van de gazonbeluchter (zolen). Hij bestaat uit ijzeren of plastic zolen waaronder ijzeren spijkers (ca. 5 cm) bevestigd zijn. De zolen bevestig je onder je schoenen. Andere middelen om het gazon te beluchten, zijn een prikker of een gazonbeluchter (roller). [MOT]
Glasafsteekmes (o.)
Na het schilderen van glassponningen zit er altijd wel wat verf op het glas. Met het glasafsteekmes, voorzien van een veiligheids- of cuttermesje, schraapt men de verf gemakkelijk van het venster af. Hierbij houdt men het blad van het glasafsteekmes nagenoeg parallel met de ruit. Sommige modellen worden gebruikt bij het onderhoud van een keramische kookplaat. Het blad waartussen het mesje wordt vastgeschroefd, is van staal of plastic. Het handvat kan uit ijzer, hout of plastic vervaardigd zijn. Bij sommige modellen zitten de verwisselbare mesjes veilig in het hecht opgeborgen. Omdat de snede zo scherp is, is de glasschraper meestal voorzien van een metalen beschermkapje of kan je het bovenste deel van het hecht zo verschuiven dat het over het mesje zit. Het mesje van enkele modellen kan in verschillende posities (haaks, recht en schuin) t.o.v. het hecht bevestigd worden. Zo kunnen ze voor andere doeleinden aangewend worden. Bv. een potlood slijpen, als mes, om ijs, etiketten, kauwgom,...
Glaceerspalter (m.)
Dikkere spalter, al dan niet met steel, gemaakt uit wit varkenshaar (1) dat in een platte bus van blik of koperplaat is gevat en waarin de haarbundels door een kit (2) samengekleefd zijn. Modellen met steel bestaan in een breedte van 27, 40, 60, 80 en 95 mm, deze zonder steel enkel in de maten 80 en 95 mm. De glaceerspalter wordt hoofdzakelijk (3) gebruikt (bij hout- en marmerimitatie) om een teveel aan natte kleur van het oppervlak weg te nemen. "De vochtige, even uitgeknepen glaceerspalter neemt gretig vocht op en daarmee worden dan in de donkere, natte waterkleur gemakkelijk lichte partijen en kleurschakeringen gemaakt." (4). De glaceerspalter wordt ook gebruikt voor het aanbrengen van een laagje verdunde, doorschijnende verf op een dekkende ondergrond. Ook de banketbakker gebruikt de glaceerspalter om te glaceren, d.i. het gebak met een laag gladde glanzende suiker overdekken. [MOT] (1) De glaceerspalter heeft een dunnere soort varkenshaar dan de gewone spalter. (2) Meestal hars of...
Graanboor (v.)
De graanboor is een handwerktuig om bulkgoederen en voedingswaren in zakken (vb. graan, koffie, cacao) te controleren op kwaliteit door een steekproef te nemen. Door een beperkt staal te bestuderen, kan men controleren of de inhoud van een recipiënt aan de eisen voldoet. Het wordt gehanteerd door handelaars zelf maar ook door controleurs bij de douane en in de haven. Molenaars hadden de reputatie verhandelde graanzakken aan een grondig onderzoek te onderwerpen met de graanboor. De graanboor behoort net als de kaasboor tot de monsterstekers. Het bestaat ook uit een langwerpig, halfcilindervormig blad dat aan het uiteinde vaak smaller is. Zowel blad als hecht kunnen diverse vormen en formaten aannemen. De controleur steekt het werktuig diep in de waar en trekt het meteen terug. Het monster bevindt zich dan in de holte van het blad. Op een model kan het blad openscharnieren om het graan vlot uit de gleuf te schuiven (1). [MOT] (1) Zie dit scharnierend exemplaar met T-steel van Museum Rotterdam
Glazuurspuit (v.)
Met een glazuurspuit garneert en glazuurt men taarten en gebak. Zij bestaat uit een plastic of metalen buis (ca. 10 cm lang; ca. 4-5 cm doorsnede), waar men glazuur of botercrème in kan doen, met daaraan geschroefd een plastic of metalen spuitmondje. Het glazuur wordt door het mondstuk geperst met een nylon zuiger die aan de handgreep vastzit. De buis is bovenaan afgesloten met een deksel met aan weerszijden vingergrepen. Deze laatste kunnen zich echter ook aan weerszijden bovenaan de buis bevinden. De buis wordt gevuld met glazuur en de zuiger wordt erin geduwd. Om het glazuur door het mondstuk te spuiten, duwt men de zuigerhandgreep met de duim naar beneden terwijl in elke vingergreep een vinger steekt. Het mondstuk wordt geleid met de andere hand. Bij één spuit horen meestal verwisselbare spuitmondjes, die allemaal een ander motief hebben. Zie ook spuitzak. [MOT]