Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,461 - 4,470 15,523 resultaten gevonden
Gieterstroffel (m.)
De troffel die door diverse vormgieters (aluminiumgieter, tingieter,...) wordt gehanteerd om het zand in de vorm te bewerken, bestaat uit een stalen blad (ca. 7-15 cm), dat met een omgebogen angel aan een recht houten hecht is bevestigd. Het blad is ofwel driehoekig met een spitse of stompe punt ofwel langwerpig en afgerond. Deze vormen komen sterk overeen met modellen van de pleistertroffel en de stukadoorstroffel, soms ook de metselaarstroffel. De gieter gebruikt troffels voor diverse werkzaamheden bij het vullen van de gietvorm, voornamelijk in grotere gietvormen en samen met diverse stalen vormspatels, -gutsen en -lepels, om het zandoppervlak aan te strijken of uit te snijden, bij de afwerking van hoeken en oppervlakken (1). [MOT] (1) E. AMIC: L'apprenti fondeur, Liège, 1927, 5-6.
Gladbeitel (m.)
De gladbeitel is één van de meest gebruikte beitels van de draaier en dient om een stuk glad te draaien aan de draaibank. Het is een beitel zonder borst, waarvan de meestal dubbele vouw (1) schuin op de as van het werktuig staat. [MOT] (1) Volgens DE VALICOURT: 1. 206 wordt de gladbeitel met één vouw voor harde houtsoorten aangewend.
Glazenmakershamer (m.)
Hamer (ca. 150-500 gr) met een smalle (ca. 1-2 cm) kop waarmee de glazenmaker kleine nageltjes in het raamkozijn klopt. Er bestaan verschillende modellen: met twee vierkantige banen, twee ronde banen en met één ronde baan en een wigvormige pen. Vaak is de steel van de glazenmakershamer afgewerkt als ruitenlichter. Te onderscheiden van de stoffeerdershamer. [MOT]
Gladhout (hoedenmaker) (o.)
Bij het afwerken van de randen van een hoed gebruikt de hoedenmaker een reeks strijkijzers met aangepaste vormen. Finaal wordt dit houten handwerktuig koud gebruikt om de beklede boord vlak in vorm te persen en glad te maken. Het gladhout is ca. 15 cm lang en kan allerlei vormen (bvb. vlak of concaaf) aannemen naargelang het model en de bekleding van de hoed. Het is vaak van palmhout (buxus) gemaakt (1). [MOT] (1) STROBEL Marianne, Alte Bügelgeräte, München, 1983: 88.
Golfsteker (m.)
Met een golfsteker kan men gegolfde aardappelschijven of frietjes maken. Het bestaat uit een gegolfd, rechthoekig of trapeziumvormig blad dat in een U-vormig frame met handvat bevestigd is. Men steekt met de golfsteker schijfjes van een aardappel af; wanneer hij een rechthoekig blad heeft, kan men deze schijfjes vervolgens in blokjes snijden, opdat men frietjes met gegolfde randen bekomt. [MOT]
Glassnijder (m.)
Handwerktuig met een vervangbaar en eventueel verstelbaar (1) snijwieltje van gehard staal of een diamant (2) - d.i. een in metaal gevatte splinter diamant - bevestigd in een houten, metalen of kunststoffen hecht. Het te snijden glas wordt op een vlakke ondergrond gelegd en langs een liniaal met het snijwieltje of de diamant ingesneden. Grote stukken worden dan afgebroken door het glas lichtjes op te lichten en neer te laten vallen; het glas breekt dan af langs de breuklijn. Soms heeft de glassnijder een bolvormig uiteinde of een hamervormig kopeinde, waarmee aan de onderzijde langs de breuklijn op het glas geklopt wordt, zodat het zou breken. Wanneer er een klein stukje glas afgebroken moet worden, gebeurt dit met behulp van een afgruistang of glasgruizer (3). Dat laatste is een stangetje of plaatje met inkepingen, overeenkomend met de verschillende dikten van vensterglas. Vaak is de glasgruizer echter in één werktuig verenigd met de glassnijder. Bij sommige modellen is het uiteinde...
Graanzeef (v.)
Nadat het graan met de vlegel is gedorst en het graanstro is verwijderd, blijven korrels, kaf, aardkluitjes, kortstro, steentjes en andere onzuiverheden samen achter. Een deel van de onzuiverheden wordt verwijderd met behulp van de graanzeef. Door de zeef heen en weer te schudden, vallen de korrels erdoor terwijl kaf en kortstro achterblijven. De graanzeef wordt ook gebruikt om kaf van stof/zand te scheiden (1). Ook de vlaswerker gebruikt een graanzeef om na het dorsen (zie bookhamer) het lijnzaad van het kaf te scheiden. De graanzeef is een grote (diam. 50-100 cm) ronde zeef (2) met 2 à 3 houten ringen (hoogte ca. 10-20 cm) waartussen een platte geperforeerde bodem uit metaal (zink) of leer (3) is geklemd. In laatstgenoemde worden de kleine ronde of langwerpige gaatjes (diam. 1-2 mm; hartafstand ca. 4 mm) (4) geponst met een holpijp. Het midden van de zeefbodem is vaak versierd met een figuur, een datum, initialen en/of plaatsnaam. In de rand zijn soms 1, 3 of 4 gaten of gleuven voorzien...
Grendel (steenhouwer) (m.)
De grendel is een handwerktuig van de steenhouwer om de oneffenheden weg te “spitsen” bij de ruwe bewerking van harde steensoorten of een stuk zandsteen. Het is samengesteld uit puntijzers, vierkant in doorsnede en bij elkaar gehouden in een beugel met een opsluitwig. Voor de bewerking dienen de ijzers minstens aan één kant mooi op een lijn te staan. Het aantal puntijzers varieert meestal tussen 9 en 13. (1) Gezien ze vlot verwisselbaar zijn, kunnen ze individueel geslepen of bijgesmeed worden. Het handvat kan van hout of metaal zijn en wordt met beide handen gevat. Dit handwerktuig wordt niet meer actief gebruikt. (2) Zie ook bouchardhamer. [MOT] (1) Het aantal puntijzers kan sterk variëren. Op diverse exemplaren zijn tussen 5 en 15 puntijzers aangetroffen. (2) Wegens de overmatige stofvorming zou het in Nederland in 1921 reeds verboden zijn. JANSE 1998: 26. Zie artikel over een onderzoek naar stofvorming in 1910: ELIAS S., Een en ander over de gevaren van het steenhouwersvak, in Nederlands...
Glansstrijkijzer (o.)
Wanneer men een kledingstuk of een deel ervan glanzend gesteven wilde hebben, gebruikte men een glansstrijkijzer. Eerst werd het kledingstuk in een stijfselpapje gedaan, daarna gedroogd, ingevocht en tenslotte droog gestreken. Wanneer dat met een strijkijzer met vlakke zool gebeurde (zie massief strijkijzer, strijkijzer met kolen en strijkijzer met strijkbout), kon de waterdamp die bij dit proces vrijkwam, niet weg. Daarom gebruikte men een glansstrijkijzer, dat een bolle zool had en waarmee al schommelend gestreken werd. Andere modellen hebben een zool die voor het grootste gedeelte vlak is maar waarvan de punt en/of de achterkant afgerond is. [MOT]
Glaceerijzer (o.)
Gietijzeren keukenwerktuig bestaande uit een rond plaatje (ca. 5-8 cm doorsnede; ca. 1-3 cm dik), in het midden bevestigd aan een geknikte, lange (ca. 40 cm) steel, met of zonder houten handvat. Wanneer men het glaceerijzer roodgloeiend verhit boven het gas of in het vuur, kan men daarmee de bovenkant van gratineerschotels of gesuikerde nagerechten bruineren met een knapperige korst of een karamellaag. Het glaceerijzer is vrijwel niet te onderscheiden van het mutsstrijkijzer, een gelijkaardig werktuig dat op de kachel verwarmd werd en waarmee de binnenkant van mutsen gestreken werd. [MOT]