Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,491 - 4,500 15,585 resultaten gevonden
Handschoenrektang (v.)
De vingers van een handschoen kan men verbreden met een vingerstok of een handschoenrektang. De kaken van het laatste werktuig zijn halfrond en over het algemeen langer dan de armen. Men mag immers niet teveel druk uitoefenen. Een veer sluit de tang automatisch, wanneer men geen druk uitoefent op de armen. Handschoenrektangen zijn doorgaans van hout, maar er bestaan er ook van metaal en plastic. Men had ook modellen voor de lange balhandschoenen. [MOT]
Handhaak voor strobalen (m.)
Handwerktuig door de landbouwer gebruikt om strobalen te verplaatsen. Het is een haakvormig ijzer met een ring als handvat of een houten hecht dat dwars op het werkend deel is bevestigd. Te onderscheiden van de handhaak voor balen die lichter is en meestal korter. [MOT]
Handhaak voor balen (m.)
Handwerktuig waarmee men balen kan verplaatsen. Het kan een metalen S-vormige haak zijn (ca. 20 cm lang; ca. 300 gr) met een houten T-vormig hecht, die op de handhaak voor hout en de sjouwershandhaak lijkt. Het kan ook een dubbele haak zijn. Zie ook handhaak voor zakken. [MOT]
Handschroef (v.)
Spantoestel dat dient om een klein werkstuk in de hand of in een bankschroef vast te klemmen of om twee of meer stukken opeen te klemmen. De ijzer of houten (1) handschroef bestaat hoofdzakelijk uit twee hefbomen van de derde soort verbonden door een scharnier. De platte gegroefde bekken worden door middel van een vleugelmoer aangedraaid. Soms is de moer vervangen door een zwengel (2). Bij het losdraaien zorgt een veer voor het geleidelijk opengaan van de bekken (bv. MOT V 88.0764). Op een ander model vertrekken de bekken vanuit één hecht (3) (bv. MOT V 90.0173). Ze zijn U-vormig (4) aan elkaar verbonden, al dan niet scharnierend, of een bek kan over een geleider schuiven. Meestal is een of beide bekken voorzien van een V-groef om ronde pennetjes makkelijk te kunnen klemmen. Beide modellen worden in de hand gehouden. De uurwerkmaker gebruikt een handschroef met twee hefbomen van de eerste soort (bv. MOT V 2007.0412). Deze wordt in de hand gehouden, Een veer zorgt voor het geleidelijk...
Handkaarde (v.)
De handkaarde is een handwerktuig uit de wolverwerking dat per twee wordt gebruikt. Ze is meestal van hout, uitzonderlijk volledig van metaal. Een rechthoekig plankje van 15-30 cm, soms bekleed met een lap textiel, is bezet met talrijke korte, geknikte metalen kamtanden (1). Het korte hecht staat dwars op het plankje. Beide zijn soms lichtjes gebogen om beter in de hand te liggen. Natuurlijke vezels moeten gezuiverd worden vooraleer ze te kunnen spinnen, bv. bij vlas gebeurt dit met een zuiverhekel en spinhekel. Om ruwe (schapen)wol of katoen tot draden te kunnen spinnen, moet hij eerst gekaard worden om de vezels te ontwarren, zuiveren en richten. De plukken wol worden uiteen getrokken en over de kaarde verspreid door beide exemplaren in tegengestelde richting over elkaar te strijken. "Men strijkt met de tweede kaarde net zo lang over de eerste kaarde tot al de wol zich op de tweede heeft afgezet. Deze bewerking wordt vijf- of zesmaal herhaald tot de wol goed gekamd en gericht is" (2)....
Handpalmboor, driezijdige/Handpalmboor, vierzijdige (Japanse) (o.)
De Japanse driezijdige handpalmboor (1) (Japans: mitsu me kiri) is een heel licht handwerktuig, het weegt niet meer dan ca. 25 gr. Het wordt gebruikt om kleine, gaten te boren in hout. De gaten zijn bedoeld om er nagels of houten schroeven in te bevestigen. De lengte van het boorijzer varieert van 1,5 tot 9 cm. Het is fijn en rond (diameter ca. 0,3 cm) en eindigt op een driekantige, scherpe punt. Elke driekant heeft een smalle, langwerpige uitsparing. Met de Japanse vierzijdige handpalmboor (Japans: yotsu me kiri) worden taps toelopende gaten geboord, waarin tapse bouten van hout of bamboe passen. De lengte van het boorijzer varieert van 4,5 tot 15 cm. Het is fijn (ca. 0,3 cm), heeft vier zijden en eindigt op een scherpe punt. Het boorijzer is bij beide modellen met een angel in een rechte houten steel van ongeveer 30 cm bevestigd. De handpalmboor wordt bij het boren verticaal gehouden en tussen de handpalmen gewreven. [MOT] (1) ODATE: 166-167.
Handspaak (v.)
De handspaak is een lange (ca. 150-200 cm) houten of ijzeren (1) staak om zware lasten tot geringe hoogte op te heffen. Spoorwegarbeiders hanteren ze om spoorrails te schiften (2). Groefwerkers zoals de steengraver gebruiken een handspaak om steenblokken te verplaatsen, om ze op rollen te leggen, enz. Naar beneden toe is de handspaak breder en vierkantig in doorsnede; onderaan is ze lichtjes gebogen. De houten handspaak is aan de onderzijde met plaatijzer beslagen (3). Te onderscheiden van de koevoet en de sloopbeitel. [MOT] (1) Ook handboom genoemd (ZWIERS: 497). (2) Ook schiftijzer en schiftboom (ZIECK & POSTEMA: 187) genoemd. (3) De houten handspaak zonder beslag wordt soms papierspaak genoemd (JANSE: 29).
Hielafrondmes (o.)
Het hielafrondmes is een mes van ongeveer dezelfde lengte als het krammes (ca. 80-100 cm), ook met aan één uiteinde een dwars houten hecht en aan het andere uiteinde een haak die in een zware kram aan de werkbank bevestigd wordt, maar enkel voorzien van een kort holrond snijdend gedeelte in het midden. Hiermee wordt de hiel afgerond en wordt er een vloeiende overgang gemaakt tussen de hielpartij en het achterste gedeelte van de klomp. Men moet hiervoor dwars op de vezels snijden, aldus is het mes zeer scherp. Ook de bovenzijde van de klompschoen wordt licht uitgehold met het hielafrondmes zodat het de vorm van de voet aanneemt. [MOT]
Hamvorm (m.)
Met een hamvorm wordt er een bepaalde vorm aan een ham gegeven en wordt deze tegelijkertijd samengeperst. Het is een gietijzeren of aluminium rechthoekig of ovalen recipiënt met deksel. Door middel van één of meerdere schroeven in een beugel bovenaan wordt er druk uitgeoefend op het deksel. Dat kan ook gebeuren door middel van veren en verstelbare sluitklemmen. Na het uitbenen met een hamguts wordt de ham in de gewenste vorm gemoduleerd, toegenaaid (zie koordnaald) en in de hamvorm geplaatst die vervolgens in een ketel gekookt wordt. [MOT]
Handvat voor uien (o.)
Plastic keukengerei om uien of andere, zachte groenten te vatten en ze op deze wijze volledig op te raspen, zonder gevaar voor de vingers. Het heeft de vorm van een halve bol waarin zich een aantal lange (ca. 3-4 cm) pinnen bevinden en een plaatje met korte (enkele mm.) pinnetjes dat naar beneden gedrukt kan worden. De lange pinnen worden in de groente gestoken en men begint te raspen. Geleidelijk aan wordt het plaatje naar beneden gedrukt tot de groente volledig opgeraspt is.Zie ook de keukenrasp. [MOT]