Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,501 - 4,510 15,585 resultaten gevonden
Handzaag (v.)
Zaag met smaller toelopend stijf blad (20-120 cm) waarop een open of gesloten pistoolkolf of een recht hecht (1) bevestigd is. In de pistoolkolf steekt de vakman doorgaans slechts drie vingers: de wijsvinger rust tegen het blad. De zaagtanden hebben een schuine en een rechte zijde zodat men zowel dwars als in de lengterichting (zie schulpzaag) van het hout kan zagen. Aan het uiteinde van de rug van veel handzagen steekt een klein puntje uit. Het nut hiervan blijft een raadsel: voor de ene is het een vizierkorrel, voor de andere duidt het het einde van de zaag aan wanneer gezaagd wordt, voor vele is het een versiering (2). De handzaag wordt voor allerlei werken gebruikt en heeft de gewone spanzaag vervangen. De Japanse handzaag (Japans: anahiki kataba noko) heeft een licht (ca. 300 gr) flexibel stalen blad (ca. 10 bij 40 cm) dat in een lang (ca. 35 cm), lichtgebogen hecht steekt, dat steeds met twee handen vastgehouden wordt. Het blad is onregelmatig van vorm. De zaagsnede is niet recht,...
Handzaaimachine (v.)
Met de handzaaimachine wordt in één handeling een zaaivoor gemaakt, het zaad - meestal van groenten - gelijkmatig in rijen gezaaid, de zaaivoor weer dicht gemaakt en de aarde aangedrukt. De handzaaimachine bestaat uit een ijzeren, nu ook aluminium, onderstel gedragen door een groot (diam. ca. 28 cm) smal voorwiel en een breed achterwiel van ijzer of plastic (diam. ca. 16 cm; breedte ca. 7 cm), dat in het midden wat uitgehold is. Men duwt het geheel voort door middel van twee houten of ijzeren armen (ca. 130 cm). Het onderstel bestaat uit een houten, ijzeren of plastic zaadbak (1), met onderaan een tandrad dat door middel van een ketting of een ander aandrijfmechanisme met het voorwiel verbonden is. De zaadbak versmalt naar onder toe met aan de achterwand een regelbare opening, naargelang de grootte van het zaad dat wordt gebruikt. Soms zijn hiervoor verschillende tandraderen voorzien (2). Bij het voortduwen van het toestel komt het tandrad in de zaadbak in beweging, waardoor het zaad...
Handzaag (dubbele, Japanse) (v.)
De Japanse dubbele handzaag (1) (Japans: ryoba noko) is licht van gewicht (ca. 250 gr), heeft een stijf, maar flexibel stalen blad en steekt in een lang (ca. 30 cm), recht hecht. Het lange hecht wordt meestal met twee handen vastgehouden. Er bestaat een klein model met een blad van ca. 20 cm lang en een groter model met een blad van ca. 36cm. De schrijnwerker kan met deze zaag zowel verticaal, als horizontaal zagen. De ene zijde, met fijne tanden, is de afkortzijde, waarmee men hout dwars doorzaagt (zie kortzaag (hand)). De andere zijde, met grote tanden, is de schulpzijde, waarmee men hout in de lengte doorzaagt (zie schulpzaag). De Japanse dubbele handzaag wordt steeds trekkend, zoals de Japanse handzaag gebruikt, dat is te zien aan de stand van de tanden, gericht naar de zager toe. De trekkende beweging verhindert dat het blad buigt. De Japanse schrijnwerker gebruikt geen bankschroef, werkbank- of meubelmakersklem om het te bewerken materiaal te klemmen. Hij staat gebogen met één voet...
Hanenkam (m.)
De hanenkam dient om het stof af te nemen tussen een muur en de achterwand van kasten. Het is een smalle (ca. 1 cm), lange (ca. 35-40 cm) handborstel waarvan het hecht in hetzelfde vlak als het werkend deel ligt en soms omhoog gebogen is. Het bestaat uit één rij haarbundels (ca. 20-25) uit paardenhaar die 'getrokken' in het borstellichaam zitten: gaten (1) worden door het hout geboord waardoor men een lus van dun roestvrij ijzerdraad steekt. Door de lus komt het koppeneinde van de haarbundel. Laatstgenoemde klemt in het geboorde gat bij het aantrekken van de draad. Grotere modellen (ca. 50-125 cm) zijn op het uiteinde en gedeeltelijk op de bovenzijde van het borstellichaam voorzien van haarbundels (ca. 25-30). [MOT] (1) "Van de ene kant tot op het midden der houtdikte, wijde gaten en van de andere kant, op de wijde aansluitende, nauwe gaten, zodat er in het midden van het gat een vernauwing of borst ontstaan is." (BOERMAN: 42).
Hoefmes voor paarden (o.)
Handwerktuig dat de hoefsmid gebruikt om de hoeven van paarden bij te werken. Het heeft een meestal lichtjes gekromd blad dat op het uiteinde omgebogen is en dat over de ganse lengte snijdt. (Vergelijk met de balkenrits, de boomrits, de kuipersrits en de klompenmakersrits). Dat blad steekt in een vaak naar boven gebogen houten hecht. Met het mes wordt overtollig hoorn weggesneden. Met het omgebogen uiteinde - dat eveneens snijdt - kunnen onzuiverheden aan de binnenzijde van de hoef verwijderd worden. Er bestaan modellen voor zowel links- als rechtshandigen (1). Zie ook ruitersknipmes. [MOT] (1) Bv. Encyclopédie 1740-80, deel 13: s.v. Marechal-ferrant.
Handzaag voor cellenbeton (v.)
Cellen-, schuim- of gasbeton is een betonproduct met gasbelletjes erin, waardoor het materiaal licht, sterk en gemakkelijk verwerkbaar is met de handzaag voor cellenbeton en met de steenschaaf. De handzaag voor cellenbeton heeft een dik (ca. 1,5 mm) smaller toelopend blad (ca. 50-70 cm) waarop meestal een gesloten pistoolkolf bevestigd is. De grote hardmetalen (widia) tanden (30-40 tal) zijn schuin naar voor gericht, ze zagen dus bij het duwen van het werktuig. Zie ook handzaag en steenzaagje. [MOT]
Hielmes (o.)
Het hielmes dient om de hiel van een klomp binnenin glad te snijden. Zijn ca. 4 cm lang tweesnijdend blad, waarvan een uiteinde soms naar boven gebogen is, eindigt in een op zijn vlak haaks staande angel. Deze laatste steekt in een rechte houten steel van ca. 30 cm. Het blad heeft ook soms de vorm van een platgedrukt vraagteken. Met zijn linkerhand vat de klompenmaker de steel bij het ijzer, de rechterhand houdt hij dichtbij het uiteinde. [MOT]
Hangijzer (o.)
Een hangijzer werd aan de haak van ketting-, schroef- of zaaghaal gehangen om er een pan of wafelijzer op te plaatsen. Onderaan is er een ring waar een pan of een wafelijzer op gezet kon worden; vervolgens zijn er twee diametraal daarvan uitgaande, eerst horizontaal verlopende en dan schuin opwaarts naar elkaar toe stijgende hangarmen; bovenaan tenslotte zit een scharnierend of vast, meestal maanvormig hengsel dat aan de haak van de haal gehangen werd. [MOT]
Hoedenborstel (m.)
Smalle borstel (niet breder dan 5 cm) met zachte varkens-, paarden- of geitenharen om vilten (1) of zijden hoeden (2) te ontdoen van stof en pluisjes door ze schoon te borstelen en glad te strijken. Met de ene hand wordt de hoed van onderen vast gehouden, terwijl je met de andere hand de hoedenborstel vat en de hoedrand van bovenaf tegen de klok in (3) begint te borstelen. Vervolgens worden de bovenzijde en de schacht van de hoed onder handen genomen. Als laatste wordt de onderzijde van de hoedrand en eventueel de hoofdband geborsteld. De hoedenborstel bestaat in verschillende modellen. Veelal gelijkt hij sterk op de kleerborstel maar is korter en smaller (zie afbeelding uit Miele & Co 1901: 38). Zeer smalle (ca. 1 cm) zakmodellen, meestal voorzien van reclameopdruk, kunnen ook gebruikt worden als kleerborstel of tafelschuier. Andere modellen hebben een zijdelings licht gebogen borstellichaam - al dan niet voorzien van een steel (4) - om zich aan de vorm van de hoed aan te passen en om...
Hoeftang (v.)
Door haar vorm gelijkt de hoeftang op de trektang. Ze is evenwel groter en de bek is vaak platgedrukt. De hoefsmid plaatst de kaken tussen het hoefijzer en de hoef - daarom is de bek hoog - en wringt het ijzer wat los. Zo trekt hij de nagels lichtjes uit de hoef. Daarna slaat hij het ijzer terug op zijn plaats en vat de nagels zoals met een trektang. De hoeftang dient bovendien als steun bij het omslaan van de nagels, ook omnieten genoemd, wanneer het paard beslagen wordt (zie hoefhamer). "De nijptang wordt tegen de omgeslagen niet (=uiteinde) gehouden, terwijl men met de hamer enkele flinke slagen op de 1 mm onder de ondervlakte van het ijzer uitstekende nagelkop geeft. Daarna worden de nu omgehaalde nieten flink aangeslagen en uitstekende randen met de vijl weggenomen" (1). Om de steun te verbeteren, is bij sommige modellen één kaak rechthoekig uitgesmeed. Zie ook nietenkapper, gebruikt voor dat de hoef wordt verwijderd en de onderkapper, gebruikt voor dat de niet van de hoefnagel wordt...