Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,501 - 4,510 15,510 resultaten gevonden
Haagschaar (hand) (v.)
De haagschaar, die de snoeisabel (zie machete) vervangt, dient om hagen en heesters te scheren. Ze bestaat uit twee hefbomen van de eerste soort, die rond een spil draaien. De ca. 25-30 cm lange bladen met rechte snede liggen in hetzelfde vlak als de armen of er schuin op. Op recente modellen zijn over ca. 5 cm, naast de spil, een reeks tanden gesmeed in één van de bladen. Zo kunnen betrekkelijk dikke takken (tot ca. 1,5 cm) doorgeknipt worden die anders zouden kunnen wegglijden, maar nu tegengehouden worden ter hoogte van de tanden. De armen van de haagschaar bestaan uit twee angels die al dan niet door de twee houten handvatten van ca. 25 cm steken; soms zijn de armen van de haagschaar door middel van een dille aan de (kortere) handvatten bevestigd. Vandaag de dag zijn twee rubberen kussentjes op de armen bevestigd, waartegen de armen stoten wanneer geknipt wordt. Een ander model haagschaar bestaat uit twee metalen armen, al dan niet draaiend om eenzelfde spil, die elk op hun beurt...
Grondschaaf (v.)
De grondschaaf dient tot het gladschaven van met de beitel uitgeholde kloostersponningen, tot het uitschaven van een groef waarvan de kanten gezaagd werden, en van korte groeven waar onmogelijk met een boogschaaf gewerkt kan worden (1). Op de grondschaaf staat de snede van de bijna verticale beitel niet dwars op het blok (ca. 20/10/3 cm) zoals op de andere schaven. Ze is in de lengte gericht. De beitel steekt onder de zool uit en kan hoger of lager geplaatst worden naargelang van de behoefte. Aangezien de beitel niet meer ondersteund is wanneer hij onder de zool uitsteekt, is hij doorgaans veel dikker dan die van een gewone schaaf, om niet te plooien of te trillen; het is vaak een al dan niet afgedankte beitel of een schietbeitel (2). Soms is het uiteinde van de beitel onderaan gebogen zodat hij horizontaal snijdt. Er bestaan ook grondschaven met twee geleiders. [MOT] (1) De trekmessen (zie glossarium) die voor hetzelfde werk zouden dienen (WILDUNG: 49) schijnen onbekend in onze streken....
Haaksleutel (m.)
Met de haaksleutel worden ringmoeren, pluggen enz. met een (zaag)gleuf of een gaatje in de omtrek van de moer (bv. van een stuurkolom), aan- of losgedraaid. Het uiteinde van de haak, voorzien van een nok of pen, past dan respectievelijk in de gleuf of het gaatje. De haaksleutel is vaak gecombineerd met een steek- of een ringsleutel, ook wel eens met een schroevendraaier of een fietssleutel (ringsleutel). Er bestaan ook dubbele en verstelbare haaksleutels. Deze laatste zijn uitgerust met een scharnier zodat je de haakopening van de sleutel kan instellen. De sleutel voor ontromer is een speciaal model van haaksleutel met een gaffelvormige bek. Zie ook pensleutel, conussleutel. [MOT]
Haarspit (o.)
Klein aambeeld voor het haren (scherpen) van zeis of zicht. Het haarspit is een naar onder spits toelopende ijzeren pen, met platte vierkante verstaalde kop (ca. 3-5 cm). Soms is de kop ook wigvormig of zijn beide vormen gecombineerd. Ongeveer in het midden van de pen is een opening waardoor een ijzeren of houten dwarspen steekt om te beletten dat het haarspit tijdens het haren te diep in de grond wordt gedreven. In onze streken zit de maaier neer op de grond, met het haarspit tussen de benen. De zeis of de zicht wordt op het aambeeld gelegd en met een hamer geslagen. Met een haarhamer op het haarspit met platte kop, met een bankhamer op het haarspit met wigvormige kop. Om sneller en gemakkelijker te werken, zijn diverse haartoestellen ontwikkeld. [MOT]
Grondfrees (hand) (v.)
De grondfrees bestaat uit 3 à 5 ronddraaiende stervormige wielen (1) met een totale werkbreedte van ca. 10-20 cm. Op ca. 10 cm achter de wielen bevindt zich een afneembaar (2) smal (ca. 3 cm) en beweegbaar schoffelblad met naar boven gebogen uiteinden. De houten steel (ca. 150-170 cm) steekt in een dille dat door middel van een beugel aan het werkend deel is verbonden. Zij vormen samen een hoek van ca. 45°. De grondfrees wordt hoofdzakelijk gebruikt na het spitten om kluitjes te verkruimelen. Het wordt tevens gebruikt om meststof of zaad onder te brengen of de grond tussen de plantenrijen te verluchten en om te werken. Met de schoffel kan men tussen de plantenrijen het onkruid verwijderen. Het geheel wordt met duw- en trekkende bewegingen gebruikt. Zie ook eg (hand) en klauw met lange steel. [MOT] (1) De catalogus van Jules Simon: 80, toont een kluitenbreker met 2 rijen wielen om zwaardere grond te verkruimelen of gebruikt bij grote oppervlakten. (2) COENEN: 18 toont een model waarbij...
Grondboorsleutel (m.)
De grondboorsleutel dient om, bij een verlengbare grondboor, het werkend deel en/of de stang(en) aan elkaar vast en los te schroeven. Het bestaat uit een platte U-vormige haak met een korte (ca. 15 cm) ronde steel. Een groter model grondboorsleutel (1), waarbij het haakje zich in het midden van de steel bevindt, dient tevens om de stangen en de verschillende boorijzers te ondersteunen wanneer deze in de grond neerdaalt en ze weer naar boven wordt gehaald. Werkt men op zeer grote diepte, dan is het mogelijk dat men de grondboor met een takel of een windas (2) uit de grond moet trekken. Zie ook spatel voor grondboor. [MOT] (1) Bv. STEPHENS uit DAVID 1975a : 125. (2) Bv. MONNET: plaat 18.
Haarborstel (m.)
Nieuwe fiche in opbouw De haarborstel is een borstel of schuier voor het ontwarren, gladmaken en stileren van voornamelijk hoofdhaar. Voor bepaalde handelingen kan men ook een gewone haarkam gebruiken. Zie ook de haarborstelreiniger. Voor dierenvacht zijn er specifieke borstels zoals de kattenborstel. [MOT]
Haarkam (flattop) (m.)
Haarkam voor het (bij-)knippen van hoofdhaar om de specifieke haarsnit flattop te bekomen (1). Bij een flattop staan de hoofdharen rechtop en vormen ze een plat profiel, vooraan of zijdelings bekeken. Net als haarkammen voor kuifhaar heeft hij lange tanden (ca. 10 cm). De kam is bijkomend voorzien van een libel (waterpas) om zeer nauwkeurig horizontaal te kunnen knippen zonder noodzakelijk contact te houden met de hoofdhuid. [MOT] (1) Geen Nederlands equivalent voor flattop gekend als stijlvariant op kuifhaar.
Grondstamper (m.)
De grondstamper bestaat uit een rond, vierkantig of rechthoekig houten blok van uiteenlopende afmetingen waar doorgaans een rechte steel in steekt. Wanneer hij van geringe afmetingen is, wordt hij met een ijzeren ring verzwaard. Hij werkt door een op- en neerwaartse beweging zoals een straatstamper en wordt door verschillende vaklui gebruikt (zie ook sleg). De steenbakker legt er het droogveld mee aan voor bakstenen en tegels. Met een tuinspade spit hij eerst het droogveld om en overdekt het met teelaarde; zo bakent hij tegelijkertijd de juiste ruimte af. Hij trapt vervolgens, voetje voor voetje, de aarde aan en maakt ze met de grondstamper egaal en vast; de steel van zijn stamper heeft vaak een dwarshout als handgreep. Muren van huizen kunnen van pisé, d.i. aangestampte aarde, gebouwd worden. Daarvoor wordt de grond tussen een houten bekisting met een grondstamper aangestampt. Ook daken worden van dat materiaal gemaakt, maar dan uiteraard zonder bekisting (1). Ook gietijzeren grondstampers...
Hakmes met lange steel (m.)
Hakmes door een dille op een 1-2 m lange steel bevestigd. De snede is meestal gebogen of haakvormig. Het hakmes met lange steel (1) dient om bramen, netels en doornige struiken af te hakken; de halve maan lijkt vooral gebruikt te worden om bomen (2) o.m. langs wegen en beken te snoeien. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Halvemaan bestaat voor het werktuig van die vorm (bv. Catalogus 1840: 34). Misschien is het haagmes (MARIN: 342) een hakmes met lange steel. Te Dworp (Br.) hebben we snebbe opgetekend maar hebben niet kunnen uitmaken of deze benaming al dan niet enkel de halvemaan aanduidde. (2) BARRAL, J.A. & Henry SAGNIER, H. 1886-92: Dictionnaire d'agriculture, Paris: s.v. croissant.