Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,471 - 4,480 15,523 resultaten gevonden
Graanschop (v.)
De graanschop is een houten schop (ca. 150 cm lang) gebruikt voor het omroeren van het graan en om het in de kaar van de wanmolen en in zakken te scheppen. Het blad heeft een lengte van ca. 35 cm bij 30 cm, is holrond, en is door middel van twee pennen of twee bouten aan de steel bevestigd. Zie ook graanschep en graanschepbak. Te onderscheiden van de omzetschop. [MOT]
Graanschep (v.)
De graanschep is een handwerktuig met een halfcilindrisch blad en een recht hecht (ca. 20-30 cm) dat met één hand kan gehanteerd worden. Men gebruikt haar om kleine hoeveelheden graan uit de zakken te scheppen. De graanschep kan uit hout of metaal bestaan; vandaag de dag bestaan er ook plastieken modellen. Zie ook graanschop. [MOT]
Graanschepbak (m.)
Met een graanschepbak kan men graan opscheppen. Hij bestaat uit een horizontale plank, twee zijplanken die vooraan afgerond zijn of in een punt uitlopen en een achterplank. Eventueel is er nog een bovenplank. De zijplanken zijn bovenaan in het midden verbonden door een dwarslat, bedoeld als handgreep; de achterplank heeft achteraan in het midden een U-vormige greep. Zie ook graanschop. [MOT]
Griefpasser (m.)
Handwerktuig dat wordt gebruikt in de leerbewerking o.m. door de zadelmaker, de gareelmaker en de riemenmaker. Het wordt meestal verhit (1) en in de nerfzijde (2) van het leer gedrukt voor het aanbrengen van strakke, goed afgewerkte groeven van verschillende (4 tot 6) diktes, als versiering of als 'gids' voor het naaien. Een griefpasser bestaat in veel verschillende vormen en is gemaakt van ijzer, hout of been (3). Kleine modellen (ca. 15 à 20 cm) zijn voorzien van een licht gebogen stang die in een houten hecht steekt. Met de grote modellen (ca. 35 cm) wordt vanuit de schouder gewerkt om meer druk te kunnen uitoefenen. Het werkend deel heeft één of meerdere bolle stompe snede(s) en is al dan niet voorzien van een geleider. Deze laatste is vast of instelbaar (4) en net diep genoeg om de rand van het leer te houden zonder het oppervlak waarop het leer wordt geplaatst, te raken. De enkelvoudige modellen, met een ruitvormig werkend deel (zie MOT V 94.0215 S), kunnen gemakkelijk in het midden...
Grasschaar (v.)
Schaar waarmee men makkelijk grasranden - bv. langs tegels, een boom of schutting - dus plekjes waar de grasmachine moeilijk bijkan, afknipt. De grasschaar heeft lange (ca. 14-20 cm), smalle, driehoekige bladen die in het vlak van of haaks op het vlak van de korte (ca. 15-20 cm) armen liggen. Steeds moet één blad vrijwel stilstaan, het andere moet knippen. De grasschaar met lange (ca. 70-80 cm) armen bedient men met twee handen en heeft haakse bladen, waardoor men kan knippen zonder zich te bukken. Er bestaat ook een model met een lange steel die bovenaan twee korte, haakse armen heeft om dicht te knijpen; die kan men met één hand bedienen. Er bevindt zich ook een wieltje achter of naast de snijbladen zodat men het werktuig voort kan duwen. Er bestaat ook een model dat gelijkaardig is aan de schapenschaar. [MOT]
Graskantsteker (m.)
Handwerktuig waarmee de kanten van het gazon worden afgestoken. Bij nauwkeurig werken geschiedt dit langs een richtsnoer. De graskantsteker maakt een korte rechte snede, maar met enige oefening kunnen ook gebogen lijnen langs het gras worden gestoken. Hij heeft een halvemaanvormig ijzeren blad (breedte 20-22 cm) dat door middel van een dille of een angel - verstevigd met 2 veren en een beslaghuls - aan een houten of ijzeren knop- of T-steel (ca. 70-125 cm) is bevestigd. Bovenaan is het blad soms voorzien van een voetsteun om de schoen van de gebruiker niet te beschadigen. Niet te verwarren met de zodensteker waarvan het zwaar blad de vorm heeft van een driehoek. Zie ook borduurafsnijder (roterend) en zodensnijder. [MOT]
Groefkrammes (o.)
Het groefkrammes is een mes (1) van ongeveer dezelfde lengte als het krammes (ca. 80-100 cm) en dat eveneens aan één uiteinde een houten hecht heeft en aan het andere een haak die in een zware kram aan de werkbank bevestigd wordt; het mes fungeert aldus volgens het hefboomprincipe van de tweede soort. Het heeft een smal (ca. 1-3 cm), langwerpig (ca. 10 cm) V- of U-vormig onderdeel dat in de hefboom bevestigd is door middel van een schroef (2) en waarmee een groef gesneden wordt rond de randen van de zool van de klompschoen om er het leder in vast te nagelen. Soms wordt het groefkrammes gecombineerd met een hielafrondmes. Laatsgenoemde is dan eveneens in de hefboom bevestigd d.m.v. een schroef. [MOT] (1) Eigen benaming onbekend. Het mes werd in onze streken niet gebruikt, wel in Groot-Brittannië en Frankrijk. (2) Het kan ook in een gleuf bevestigd zijn zodat het verstelbaar is.
Groentehakmes (o.)
Keukengerei om groenten mee fijn te hakken. Er bestaat een grote verscheidenheid in vorm. De snede kan rechthoekig of afgerond zijn; het hecht kan bovenaan het blad bevestigd zijn - horizontaal als een kruk of aan één of beide uiteinden verbonden met het blad - maar kan ook in het verlengde van het blad liggen. In het laatste geval lijkt het mes op het vleeshakmes (eenhandig), maar het is lichter.  Het groentehakmes wordt steeds in combinatie met een hakblok of een houten kom of schaal gebruikt. Zie ook wiegmes. [MOT]
Groefzaag (v.)
De groefzaag is een zaag om een groef van gelijke diepte uit te zagen. Er bestaan twee sub-typen: de zaag zonder geleider, met geklemd of tegenliggend blad, en de zaag met verstelbare geleider, doorgaans met tegenliggend blad (zie glossarium). Het blad (15-30 cm) is in of tegen een rechthoekig blok bevestigd met recht hecht of met open of gesloten pistoolkolf. Met de groefzaag zonder geleider wordt tot tegen het blok gezaagd of wordt er een lat tussen de plank en het blok geplaatst. [MOT]
Goottroffel (m.)
Troffel waarvan het blad (ca. 3-8 cm bij 12-30 cm) gootvormig is; de uiteinden kunnen recht of afgerond zijn. Hij wordt gebruikt voor het afstrijken van ronde overgangen in het pleisterwerk, tussen wand en plafond. In plaats van een troffelvormig kan men ook een spaanvormig werktuig gebruiken. In dat geval staat het handvat in het midden van het gootvormig blad. Zie ook hoektroffel. [MOT]