Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,421 - 4,430 15,523 resultaten gevonden
Fixeerspuitje (v.)
Het fixeerspuitje is een klein metalen (1) blaaspijpje waarmee men een (vloei)stof kan vernevelen op een werkstuk. Dat kan een doek of stuk stof zijn maar evengoed voedingswaren. Het bestaat uit twee dunne metalen pijpjes, die in een rechte hoek met een metalen steun verbonden zijn aan de uiteinden maar net niet aansluiten. Het werktuig is soms opvouwbaar. Het uiteinde van het langere pijpje wordt in een potje gedopt met bv. een fixatief, een mineraal, inkt of kleurstof. Wanneer men blaast in het korte pijpje zoals in een rietje, zorgt de druk in het langere ervoor dat de stof krachtig uitvloeit aan de kruising van beide pijpjes en vernevelt. Bij tekeningen in houtskool, pastel, krijt of potlood kan een specifiek fixatief ervoor zorgen dat de pigmentkorrels goed vasthouden en de tekening niet uitvlakt. De boekbinder kan een fixatief aanbrengen bij de nabehandeling van marmerpapier om dofheid weg te werken en een beschermende laag aan te brengen (2). De pasteibakker hanteert het fixeerspuitje...
Filetstempel (m.)
Handwerktuig dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald het aanbrengen van één of meerdere rechte lijnen of filetten meestal op de rug van het boek. Het werkend deel kan in plaats van een lijn ook uit een lang, smal motief bestaan. De filetstempel heeft een T-vormig, vaak koperen blad (ca. 7,5 - 10 cm) waarvan het dunne (ca. 0,15 mm tot enkele mm) hoofdeinde een bolle snede (diameter ca. 22 - 25 cm) heeft en van een filetmotief (1) voorzien is. Het is bevestigd in een houten hecht. Na verhitting wordt de stempel op het leer - al dan niet voorzien van bladgoud - gedrukt, om een decoratief ontwerp te bekomen. Er bestaan ook modellen waarvan beide uiteinden van de snede in een hoek van 45° zijn afgesneden om een mooi afgewerkte lijn in verstek te creëren. Voor het aanbrengen van gebogen lijnen gebruikt men een filetboog. Zie ook letterschroef, stempel (leer), lijnrol en filetradertje. [MOT] (1) V.D.: s.v. filet; rechte of gebloemde...
Etalagetang (v.)
De winkelier hanteert een etalagetang om voorwerpen uit de etalage te halen, waar hij of zij er met de hand moeilijk bij kan. De etalagetang bestaat uit een vaste lange (ca. 130 cm) stang, voorzien van een haakje op het uiteinde en twee hendels op ca. 45 cm van elkaar, die met beide handen wordt gehanteerd. Beide hendels worden tegen de stang gedrukt wanneer men de kaken wil sluiten. Tegenwoordig wordt een gelijkaardig model (ca. 40-140 cm), met één hendel, gebruikt als afvaltang om zwerfvuil op te rapen. De kaken zijn hier met rubber overtrokken. De etalagetang kan ook bestaan uit een aantal op elkaar werkende hefbomen tussen handvat (ogen) en kaken. De armen plooien harmonicagewijs samen wanneer men de tang opent en strekken zich wanneer men de tang sluit. De reikwijdte van de tang varieert al naargelang het model. Soms gebruikte men zeer grote gelijkaardige houten tangen om feestgangers te plagen bij stoeten (1). [MOT] (1) Bv. in Malmédy.
Escargotschotel (v.)
Escargots op Bourgondische wijze worden, als warm voorgerecht, op een escargotschotel, dat vooraf met water is bevochtigd, geschikt, met paneermeel bestrooid en in een hete oven gegratineerd. Vooraf worden de slakken eerst geblancheerd en uit hun huisjes gehaald om de cloaca (de zwarte einddarm) te verwijderen. De schoongemaakte slakkenhuisjes worden dan gevuld met Bourgondische boter en de gaargekookte slakken. De escargotschotel wordt tevens als dienblad gebruikt. Tegenwoordig worden de escargots ook in kleine ronde vuurvaste potjes, waarin ze juist passen, opgediend. De escargotschotel bestaat uit een ronde (diam. ca. 20-30 cm) (roestvrij) stalen, verchroomde, vertinde of porseleinen schotel met een aantal (ca. 6-24) komvormige uithollingen (diam. ca. 3-4 cm) en twee (U-vormige) handvatten tegenover elkaar. De uithollingen zijn ondiep (ca. 1 cm) om de escargots makkelijk te nemen met de escargottang. Te onderscheiden van de eierpocheerder, die minder uithollingen (ca.3-6), met grotere...
Filetradertje (o.)
Handwerktuig (ca. 20-35 cm lang) dat de boekbinder gebruikt bij het versieren en vergulden van in leer gebonden boeken, meer bepaald om een recht ononderbroken (figuur)motief aan te brengen op het voor- en/of achterplat van het boek. Het filetradertje bestaat uit een koperen of bronzen wieltje (diameter ca. 4,5 - 11 cm) - met een brede rand voorzien van een motief - dat in een metalen beugeltje (1) zit; de stang is met een angel bevestigd in een recht, houten of plastic handvat. Dat kan zowel kort (ca. 10 – 15 cm) als lang (tot ca. 40 cm) zijn. Dat laatste is ontworpen om vanuit de schouder te werken zodat er meer druk op het werkend deel kan gezet worden. Het wieltje kan vervangbaar zijn Na verhitting wordt het werkend deel over het leer – al dan niet voorzien van bladgoud - gerold, om een decoratief motief te bekomen. Een lijnrol daarentegen geeft een lijnpatroon als resultaat. Voor het aanbrengen van lijnen of motieven op de rug van een boek gebruikt men een filetstempel. Zie ook letterschroef,...
Felsmachine (hand-) (v.)
De handfelsmachine (1) is een werktuig om aan blik een naar binnen geduwde rand te forceren (2). Dit handmatig model bestaat uit een houten T-vormige kruk, geschroefd in een cilindrisch metalen frame met intern een veer en aan het uiteinde een centraal roterend wiel. De veer vormt via drie armen een hefboom op drie kleinere roterende flenswieltjes. Alle wieltjes hebben een groef waarbij de bovenste en onderste flens een verschillende diameter en dikte heeft. Door de randen van blikwerk tussen deze flenswielen te draaien, kunnen ze omgeplooid of gefelst worden bv. om een naad aan het deksel van een recipiënt te sluiten. (1) V.D. (1950) sv felsmachine: "vouwmachine voor blikwerk: de felsmachine vormt een rand aan de beide stukken blik, haakt de randen in elkaar en drukt de naad toe" (2) Handmatige modellen lijken betrekkelijk zeldzaam. Een vergelijkbaar exemplaar uit een vernis- en lakfabriek is bewaard in de collectie van Museum Rotterdam.
Emmerdreg (v.)
Dreg met drie of vier gebogen armen (ca. 20 cm breed; ca. 20 cm hoog) aan een lang touw, waarmee een in de waterput gevallen emmer of een verdronken dier uit het water gehaald kan worden. Emmerdreggen worden ook zelf gemaakt van ander gereedschap. Zo bv. van een drietand of van een tweetandige hooivork; voor ondiepe putten of om een drijvend voorwerp uit het water te halen, wordt de vork dan soms op een lange steel bevestigd. [MOT]
Figuurzaag (v.)
De figuurzaag is een beugelzaag met kort (ca. 15-20 cm) en smal blad (0,1-0,3 cm), om zeer dunne platen uit te zagen. De boog kan 15 tot 50 cm hoog zijn en is soms in de hoogte verstelbaar met stelschroeven.. Het handvat staat er haaks op.De plaat wordt op de schaafbank gelegd en de zaag verticaal gehanteerd. De vakman moet ervoor zorgen niet te hard op de zaag te duwen omdat de bladen gemakkelijk breken. [MOT]
Escargotvorkje (o.)
Het escargotvorkje is een smal en kort stuk metalen bestek met twee scherpe tanden, waarmee men slakkenvlees na het koken vlot uit het huisje kan halen. Men houdt de hete escargot daarbij vast met een escargottang. De slakken kunnen eventueel worden opgediend op een escargotschotel. Zie ook het oestervorkje dat drie tanden telt. [MOT]
Formeerijzer (o.)
Het formeerijzer dient om groeven uit te snijden aan de binnenkant van het leer (1) om het toevouwen ervan te vergemakkelijken. Het wordt ook gebruikt om stiknaden uit te tekenen. Het werktuig wordt schuin op het leer gezet en langs een liniaal steeds naar je toe getrokken (2). Het formeerijzer bestaat uit een dik (ca. 3,5 mm) ijzeren, meestal haakvormig, blad (ca.5,5 bij 10 cm) waarvan de schuine zijde is omgebogen en zo een snijdende U-vormige punt vormt. Het werkend deel steekt door middel van een angel in een houten hecht (ca. 13 cm) dat verstevigd is met een beslagring. Een ander model bestaat uit een platte ijzeren stang waarbij één of beide uiteinden tot een rits zijn omgebogen (3). Het formeerijzer kan ook uit een stalen pincet-vormig werktuig bestaan met al dan niet haakvormige uiteinden (4). Eén uiteinde is omgebogen en snijdt. Het andere uiteinde dient als geleider. Met dit model snijdt men een groef evenwijdig aan de rand van het stuk leer. Een schroef stelt de breedte (max....