Opzoeken

Zoek op heel de website

Zoek op heel de website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 81 - 90 15,139 resultaten gevonden
Bijenraamheffer (m.)
In de bijenkast kan propolis zich tussen de sponning van de ramen en de kast vasthechten, wat het oplichten van de ramen bemoeilijkt. Met de bijenraamheffer worden de vastzittende ramen lichtjes losgewrikt en opgelicht door het werktuig onder de toplat van het raam te schuiven en daarna als hefboom te gebruiken. Daarna kan de imker met zijn handen of met behulp van de tang voor bijenramen de ramen verder optillen. Het gewoon model bestaat uit een roestvrijstalen platte haak waarvan de holle zijde al dan niet is geribt. Een uitstulping – gebruikt als steunpunt – is aan de andere zijde van de haak voorzien. Dit model kan geheel van metaal (1) zijn of voorzien zijn van een handvat in hout of plastic. Veelal is de bijenraamheffer gecombineerd met een schraapbeitel, soms ook met een tang voor bijenramen. [MOT] (1) Zie een model in aluminium (MUSSCHE: 23).
Bezem (m.)
In huis, op straat, in de stal en op het erf wordt de bezem gebruikt om de vloer schoon te vegen. In mindere mate wordt met de bezem het graan of hooi in de graanschuur of hooizolder bijeen gekeerd (1) of het graan, na het dorsen met de vlegel, verzameld (2). Ook op oorlogsschepen wordt het dek schoon gehouden met een bezem. De bezem bestaat uit een rechte of licht gebogen (essenhouten) steel (ca. 80-100 cm), gestoken in een (ronde) bundel of bundels van dun buigzaam rijshout (ca. 70 cm) - zoals berk, beuk, wilg, brem, enz. - en samengebonden met een wiepband, een reep gekloofde wilg of hazelaar, een stuk touw of ijzerdraad. Vandaag worden er ook van plastic gemaakt. "Twijgen van berk, heide, brem; pluimen van sorghum (3), riet, blauw parelgras en stengels van biezen, esparto(gras), enz. zijn de meest gebruikte materialen bij het vervaardigen van bezems. ... Om de stallen en de hoenderhoven schoon te maken maakt men gebruik van de bezem van berketakjes. Deze van hulst zijn het meest geschikt om - in het voorjaar...
Bijenborstel (m.)
Nadat de bijenkast met de beroker werd berookt worden de ramen eruit gehaald (zie tang voor bijenramen) en worden de bijen met een natgemaakte (1) bijenborstel (2) uit de raten verwijderd. Het werktuig wordt ook gebruikt om een klomp op elkaar zittende bijen (na het zwermen) in een korf te vegen. De bijenborstel (ca. 30-35 cm) heeft een smal (ca. 1,5 cm) houten borstellichaam voorzien van één rij niet doorboorde gaten waarin fijn en soepele haarbundels (ca. 0,5 cm) uit witte zijde (3), paardenhaar of nylon steken. Meestal is de kop van het borstellichaam afgeschuind en voorzien van nog 1 à 2 haarbundels. Borstellichaam en steel (ca. 13-15 cm) liggen in elkaars verlengde en uit een stuk gemaakt. “Om de bijen van een raat te borstelen neemt men de bijenborstel in de linkerhand, in loodrechte richting en men borstelt zachtjes de bijen van boven naar onder af, teneinde ze niet tot steken te prikkelen. Men zorgt ervoor dat de haren van de borstel omhoog en de rug een weinig naar de onderkant der raat gekeerd is. In...
Bladhark (m.)
Waaiervormige hark die wordt gebruikt voor het opharken van bladeren op gazons en paden. Het ca. 20-60 cm brede, al dan niet verstelbaar, werkend deel van een bladhark is uit ijzer, bamboe of plastic en heeft 10 à 30 meestal verende, platte, op het einde gebogen tanden (ca. 30 cm). Er bestaan ook bladharken met ronde tanden (1) die tevens het gazon helpen verluchten (zie gazonbeluchter (roller)) en mos eruit trekken. Op het blad is meestal een dwarsverbinding voorzien om te voorkomen dat de tanden in elkaar komen of breken. De houten steel (ca. 100-140 cm) steekt in een dille. Zie ook gazonhark. [MOT] (1) Ook draadhark genoemd (LOGAN: 257). Volgens DAILLY: 36 is een model gemaakt met spaken van een fiets beter.
Blaasbalg (haard) (m.)
Werktuig dat bestaat uit twee houten plankjes (ca. 20-40 cm lang; ca. 20-30 cm breed) - die versierd kunnen zijn - met aan één korte zijde een handvat, en die verbonden zijn door een harmonicagewijs geplooid stuk leder. Aan de andere korte zijde is er een buisje. In één tabletje zijn er één of meerdere gaatjes waaronder een stukje leder als klepje fungeert wanneer er bij het openen van de blaasbalg lucht binnenkomt. Bij het sluiten van de blaasbalg wordt de lucht samengeperst en komt ze er langs het buisje uit. Met de blaasbalg wordt door aanvoer van lucht het vuur van de haard aangewakkerd. De smid gebruikt een grote, vaste blaasbalg die door middel van een trekmechanisme met de hand of met de voet wordt bediend. Zie ook blaaspijp (huisraad). [MOT]
Bikhamer (m.)
De bikhamer is een ijzeren hamer (ca. 400-500 gr) met 2 wigvormige pennen, waarvan zich één haaks op het vlak van de steel (ca. 25-35 cm) en één in hetzelfde vlak als dat van de steel bevindt. Sommige modellen hebben op de kaak van de kop een bijkomende dunne pen (1). Andere modellen zijn voorzien van een borsteltje (2). De bikhamer wordt door de ketelmaker gebruikt voor het verwijderen van ketelsteen. Ook de lasser gebruikt de bikhamer i.p.v. de lasbikhamer. [MOT] (1) Bv. ''Tech-term'': 1.13. (2) Bv. BAIRD & COMERFORD: 69.
Blaaspijp (glasblazer) (v.)
Lange (ca. 1,30-2 m), ijzeren buis (doorsnede opening is ca. 1-2 cm) met één breder uitlopend uiteinde - het glasstuk - en één uiteinde waar soms een houten omhulsel rond zit - het mondstuk. De glasblazer steekt de blaaspijp in de smeltkroes en neemt een hoeveelheid gesmolten brij op. Hij blaast zacht en voortdurend in de pijp; de brij wordt een peervormig blaasje dat steeds verder uitzet en dunnere wanden krijgt. Ondertussen draait de glasblazer de pijp rond. Wanneer het de gewenste vorm heeft, wordt het glas van de pijp afgeknipt. Zie ook blaaspijp (huisraad). [MOT]
Bindhout (o.)
Hulpmiddel om grote bundels tijdelijk snel te binden die gebruikt worden als veevoeder, of het hooi bij elkaar te houden bij het laden op de hooiwagen of een slee (1). Het bindhout is een houten blokje (ca. 15 cm) met twee gaten, dat aan één zijde op een punt eindigt. Het einde van een touw wordt door het gat, dat het kortste bij het brede uiteinde ligt, gestoken en geknoopt zodat het er niet door kan glijden. Nadat het touw rond de bundel is gedaan steekt men het andere uiteinde door het tweede gat, spant men aan en draait men een rondslag rond de punt van het bindhout. Door de wrijving komt het touw niet los. [MOT] (1) Bv. LOREZ: 6.
Blekijzer (o.)
Het blekijzer is een handwerktuig om de eiken (Quercus) van schors en bast te ontdoen (1) om er run van te maken. Niet zelden wordt een uiteinde van een tamelijk dik been van ca. 20 cm afgeschuind (2); het is dikwijls een paardenscheenbeen (3). Het kan ook om een stuk hout van 25-30 cm gaan; een uiteinde wordt afgeschuind en de vouw wordt met een ijzeren plaat beslagen. Het ander uiteinde is recht of knopvormig, soms T-vormig (4). Het blekijzer kan tenslotte bestaan uit een half- of cirkelvormig betrekkelijk dik metalen blad, ca. 3-4cm breed, op een ca. 10 cm lange dille gesmeed (5); in de dille steekt een houten steel van ca. 20-30 cm. In alle gevallen steekt er aan het uiteinde tegenover de vouw of het ijzer meestal een zijdelings mesje van 1-4 cm of in de verlenging van de steel een haakvormig mesje (6). Voor dikke bomen wordt een lang blekijzer (60-70 cm) zonder mesje gebruikt (7). Met een hakmes (hout) wordt de schors horizontaal rond de boom doorgehakt; met het mesje worden schors en bast van boven tot...
Beslagbijl (v.)
De beslagbijl dient tot het beslaan van stammen en zware stukken hout. Ze wordt ook soms aangewend om een boom te schillen. Deze bijl weegt ca. 1,5-3,5 kg en is gekenmerkt door een breed blad (tot 40 cm) met één vouw en dikwijls een lange dille. De steel is 25-40 cm lang en wordt met één of beide handen gevat. De stam wordt eerst gesmet (zie smetlijn) om de te bekomen vorm aan te duiden. Indien weinig hout verwijderd moet worden, gaat de timmerman aanstonds te werk met de beslagbijl; hij staat naast de stam en hakt dus in de richting van de vezels. Wanneer het spint te dik is, hakt hij er kepen in met de aks (1) tot ca. 0,5-1 cm van de lijn; de afstand tussen de kepen (90-180 cm)(2) hangt van de houtsoort af en ook van het stuk (rechte vezels of niet). Het hout tussen de kepen wordt dan weggehakt met de aks. Het ruw vlak wordt tot tegen de lijn met de beslagbijl effen gehouwen. De beslagbijl is hét werktuig van de (scheeps)timmerman (3). Het werktuig is te onderscheiden van de timmermansbijl. [MOT] (1) Volgens...