Opzoeken

Zoek op heel de website

Zoek op heel de website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 21 - 30 15,138 resultaten gevonden
Afgietdeksel (o.)
Keukenwerktuig dat men gebruikt wanneer men hete groenten afgiet. Het bestaat uit een aluminium of roestvrijstalen geperforeerde plaat in de vorm van een halve cirkel, waaraan een handvat bevestigd is. Met één hand houdt men het afgietdeksel over de rand van de pot terwijl men met de andere hand de pot kantelt. Sommige modellen hebben een verschuifbaar handvat met haken, zodat het afgietdeksel op potten van verschillende grootte past. [MOT]
Afsteekmes (o.)
Het afsteekmes (1) is een handwerktuig dat nagenoeg dezelfde vorm heeft als het plamuurmes maar waarvan het blad (ca. 2,5-12,5 cm) stug en minder verend is. Daardoor verwijdert men makkelijk, met afweekmiddel ingeweekt behang(papier) of, met afbijtmiddel voorbewerkte oude verflagen. Ook in combinatie met een verfbrander kan men de verflagen met het afsteekmes afsteken.Zie ook het afsteekmes voor stopverf. [MOT] (1) Japanse benaming is mogelijk kakugatakawasuki.
Afgruistang (v.)
De glazenmaker kan de rand van een stuk glas afbreken met een afgruistang. Hij snijdt het glas in met een glassnijder en plaatst de bek van de tang tot aan de snijlijn. Vervolgens knijpt hij het werktuig dicht en breekt het stuk af. De kaken van de tang sluiten enkel op het einde zodat ze glas van verschillende dikte kunnen vatten; voor spiegelglas wordt de voorkeur gegeven aan een tang met een rechte en een gebogen kaak. De bek is vlak of geribd voor een betere grip. [MOT]
Amputatiemes (o.)
Het amputatiemes is een groot recht mes met een smal langwerpig snijblad (17 à 23 cm lang) dat aan een of beide zijden snijdt. De breedte van het blad varieert tussen 2 en 3 cm. Tegenwoordig wordt voor het amputatiemes, dat uit een stuk bestaat, gechromeerd staal of inox gebruikt. Vòòr de 19de eeuw was het hecht vaak van ebbenhout of ivoor en het blad uit staal. Het snijblad eindigt meestal in een scherpe dolkpunt, d.i. een punt in de as van de lengterichting van het lemmet, of in een afgerond snijdend uiteinde. De chirurg gebruikt dit mes om ledematen of een gedeelte daarvan te amputeren. Het mes snijdt met gemak doorheen de huid, spieren en pezen. Het amputatiemes wordt meestal samen met de amputatiezaag gebruikt. [MOT]
Afsteekmes voor stopverf (o.)
Het afsteekmes voor stopverf is een handwerktuig van kwekers van tafeldruiven (1) om oude verflagen, voorbewerkt met afbijtmiddel, te verwijderen tegen de ruiten van de serre. In tegenstelling tot het glasafsteekmes en het kleine afsteekmes van schilders is het lange afsteekmes (ca. 50-80 cm) volledig in ijzer vervaardigd. Het naar verhouding kleine mesje (meestal hergebruik) wordt in een langwerpig ijzer vastgezet, soms voorzien van ronde gaten om het mes vast te zetten. De ijzeren staaf eindigt in een ring of dwarse staaf om het werktuig te vatten. Zie ook het stopmes. [MOT] (1) Dit werktuig komt vooral voor in de Druivenstreek (Overijse, Huldenberg, Hoeilaart, Tervuren, Terhulpen).
Afspijkerkam (m.)
Stalen bontwerkerskam met grove tanden (ca. 1 cm lang; ca. 2 mm breed) en een houten hecht. Men gebruikt de kam bij het afspijkeren, d.i. het losmaken van het stuk huid dat op een houten bord gespijkerd is om te drogen. Zo een bontspijker past net tussen de tanden van de kam, waardoor men de spijker uit het bord kan lichten. De punt van de kam houdt men plat op het bord en met de rechterhand maakt men langs de spijkers een opwaartse beweging. Men voorkomt dat het bont uitgerekt wordt door met de linkerhand het vel tegen te houden wanneer men de spijker eruit haalt. [MOT]
Afpitstang (v.)
De tegelzetter breekt zeer smalle kantjes van tegels af met een afpitstang. Net zoals bij de tegeltang zet men eerst een lijn uit tot waar men de tegel wil afbreken. Vervolgens snijdt men de glazuurlaag in met een tegelsnijder. Men verkleint zo de kans dat de tegel verder afbreekt dan nodig is. Tenslotte vat men de tegel met de tang en knijpt progressief stukjes van de tegel tot men de uitgezette lijn bereikt.  Alhoewel de afpitstang sterk verwant is met de tegeltang, lijkt ze eerder op een trektang. De bovenste kaak is vrij scherp om de kleine stukjes af te "pitsen". De onderste kaak is afgeknot en dient als steun voor de tegel. [MOT]
Afschuimspatel (v.)
Met een afschuimspatel veegt men het teveel aan schuim bij een getapte pint weg. Het is een plat, langwerpig (ca. 20-25 cm), licht (ca. 50 gr), volledig metalen plaatje met een smaller handvat. Men strijkt met de afschuimspatel over de rand van het glas om zo een glad afgestreken schuimlaag te bekomen. [MOT]
Afschrijfpunt (m.)
Onder meer de schrijnwerker, timmerman, bankwerker, machinebouwer en elektricien gebruiken de afschrijfpunt om door een lijn of een teken aan te duiden waar een stuk gezaagd, geboord, uitgehold enz. moet worden. Het is een stift met verstaalde punt (in een hoek van 30° geslepen), meestal in een ring eindigend, bijvoorbeeld van koper, of in een houten hecht gestoken. Er bestaan ook dubbele afschrijfpunten met aan de andere zijde twee punten zodat evenwijdige lijnen getrokken kunnen worden (1). "Om de aftreklijn goed zichtbaar te maken, smeert men gegoten ijzeren en stalen werkstukken ter plaatse van aftekening in met een papje van rode aarde, of krijt en water. Blanke werkstukken kunnen we echter beter bevochtigen met een oplossing van kopersulfaat. Dit geeft op het blanke metaal een bruinachtige neerslag, waarop we fijne lijnen zeer goed zichtbaar kunnen trekken." (2) Het werktuig wordt vaak vervangen door een nagel of een potlood, soms door een scherpe priem. Zie ook balkenrits en veerpasser. [MOT] (1) Bv. FELIBIEN:...
Aasspade (v.)
Langs de kust - bij laag water - in het zand van slijkerige stranden vind je kleine trechtervormige gaatjes en, een 15 cm verderop, rolronde hoopjes. Het zijn de twee uiteinden van een verticale U-vormige gang (ca. 50cm diep), woonplaats van de zeepieren (Arenicola marina) (2). De zeepieren worden gebruikt als aas in de zeevisserij. De aasspade (1) is een spade met dik (ca. 3 mm), klein (ca. 16 x 13 cm), lepelvormig, ijzeren - uitzonderlijk aluminium - blad dat door middel van twee veren is verbonden met een houten D-steel (ca. 80 cm). De kleine afmetingen van de spade vergemakkelijken het snel graven, dat nodig is om het diertje te vangen; bij de geringste trilling van de bodem trekt de zeepier zich immers dieper terug in zijn gang. Sommige legerschopjes werden lichtjes aangepast en als aasspade gebruikt. [MOT] (1) Zie ook het artikel over de aasspade. (2) Vroeger Arenicola piscatorum.