Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,161 - 4,170 15,508 resultaten gevonden
Afschrijfpunt (m.)
Onder meer de schrijnwerker, timmerman, bankwerker, machinebouwer en elektricien gebruiken de afschrijfpunt om door een lijn of een teken aan te duiden waar een stuk gezaagd, geboord, uitgehold enz. moet worden. Het is een stift met verstaalde punt (in een hoek van 30° geslepen), meestal in een ring eindigend, bijvoorbeeld van koper, of in een houten hecht gestoken. Er bestaan ook dubbele afschrijfpunten met aan de andere zijde twee punten zodat evenwijdige lijnen getrokken kunnen worden (1). "Om de aftreklijn goed zichtbaar te maken, smeert men gegoten ijzeren en stalen werkstukken ter plaatse van aftekening in met een papje van rode aarde, of krijt en water. Blanke werkstukken kunnen we echter beter bevochtigen met een oplossing van kopersulfaat. Dit geeft op het blanke metaal een bruinachtige neerslag, waarop we fijne lijnen zeer goed zichtbaar kunnen trekken." (2) Het werktuig wordt vaak vervangen door een nagel of een potlood, soms door een scherpe priem. Zie ook balkenrits en veerpasser....
Appel-/aardappelschilmachine (hand) (m.)
Keukentoestel dat op de rand van een tafel of aanrecht geklemd wordt en waarmee appelen en aardappelen geschild worden. Het heeft een schroefvormige as met een speervormig uiteinde, die met een draaizwengel in beweging wordt gebracht. Het mesje, dat de vorm van een vingernagel heeft, is bevestigd aan een verende arm. Men prikt een (aard)appel op de speervormige punt van de as, men draait aan de zwengel en de (aard)appel beweegt zich naar het mesje toe. Wanneer dat mesje de draaiende (aard)appel raakt, beweegt het er vervolgens volledig omheen en wordt de schil er in één keer afgehaald. Wanneer men de hendel bovenaan het apparaat ontspant, kan het mesje terug in de beginpositie gebracht worden. Voor aardappelen en sommige groeten maakte de Franse fabrikant Jean Mantelet, een ander model dat bestaat uit een afsluitbaar recipiënt (diam. ca. 25 cm) met gegolfde ruwe binnenzijde en een rubberen noppenbodem. Het werkend deel is aan het deksel bevestigd en wordt door een zwengel aangedreven....
Aspergeguts (v.)
Witte asperges kan men oogsten met een aspergemes of een aspergeguts. Dat laatste heeft een gutsvormig (ca. 3 cm breed; ca. 10-15 cm lang) blad dat met een lange (ca. 20 cm) angel bevestigd is in een houten hecht. Witte asperges worden op hoge bedden geteeld en worden geoogst juist voordat het loof aan de oppervlakte komt, omdat bij het blootstaan van de kop aan het licht, deze snel blauw of groen wordt. Met een aspergeguts of -mes is het mogelijk de stengel zo dicht mogelijk bij de wortelstok af te steken, zonder deze of nog niet volgroeide, naburige stengels te beschadigen. Zie ook aspergesteker. [MOT]
Asfalthark (v.)
Een hark, gesmeed of uit één plaat gevormd werkend deel met 8 tot 16 korte (ca. 6,5 cm), dicht bijeen staande (ca. 3 cm), platte, rechte tanden met platte bovenbalk. Het werkend deel is door middel van een dille op een lange steel (ca. 140 – 170 cm) bevestigd; een beugel verstevigt het geheel. Bij het aanleggen van wegen met stampasfalt wordt het asfaltpoeder verwarmd tot 90 à 150 ° C. Daarna wordt het ter dikte van ca. 8 cm op de betonfundering met de (verwarmde) asfalthark verspreid, geëffend en onder de rij afgetrokken (1). Daarna wordt het aangestampt met een ijzeren straatstamper. [MOT] (1) ZIECK & POSTEMA: 104.
Afspijkerkam (m.)
Stalen bontwerkerskam met grove tanden (ca. 1 cm lang; ca. 2 mm breed) en een houten hecht. Men gebruikt de kam bij het afspijkeren, d.i. het losmaken van het stuk huid dat op een houten bord gespijkerd is om te drogen. Zo een bontspijker past net tussen de tanden van de kam, waardoor men de spijker uit het bord kan lichten. De punt van de kam houdt men plat op het bord en met de rechterhand maakt men langs de spijkers een opwaartse beweging. Men voorkomt dat het bont uitgerekt wordt door met de linkerhand het vel tegen te houden wanneer men de spijker eruit haalt. [MOT]
Afsteker (pannenbakker) (m.)
Handwerktuig met korte houten T-steel voorzien van een ijzeren blad (lengte ca. 22 cm, breedte ca. 3,5 cm) dat haaks staat op die steel. Het wordt door de pannenbakker gebruikt om de hompen klei afkomstig van de potaardemolen in vier gelijke delen (telkens voor twee pannen) te versnijden. [EMABB]
Asschop (v.)
Metalen schop (ca. 50-75 cm lang) met een nagenoeg rechthoekig blad (ca. 20 cm lang; ca. 10-15 cm breed) met drie opstaande randen om de as uit de haard te scheppen. Soms is het blad in figuren opengewerkt. Vaak maakt de asschop deel uit van een haardstel, waaronder zich ook een vuurtang, een pook, en eventueel een vork en een haardborstel bevinden. Zie ook kolenschep en vuurschopje (smid). [MOT]
Appelverdeler (m.)
Keukenwerktuig waarmee men een appel tegelijk van het klokhuis kan ontdoen én in partjes kan verdelen. De messen (8 tot 14) zitten als spaken in een wiel (ca. 10 cm doorsnede), met de boor als naaf. Het cirkelvormige, aluminium frame heeft twee handvatten. Men zet de appelverdeler boven op een appel en duwt hem naar beneden. Zie ook de ananasverdeler. [MOT]
Automobieltang (v.)
De automobieltang laat toe om iets vast te houden, aan te spannen of los te draaien. Eén van de armen kan zijdelings verplaatst worden om een grotere openingswijdte te bekomen. Deze tang zit vaak in de tas met werktuigen in de auto. [MOT]
Aluinsteenklem (v.)
Wanneer men na het scheren de huid wil inwrijven met aluin, kan men de aluinsteen klemmen in een speciaal klemmetje. Het heeft een bek met een haaks omgebogen rand met driehoekige tanden, die verstelbaar is door middel van een schroef. [MOT]