Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,151 - 4,160 15,523 resultaten gevonden
Alligatorbeksleutel (m.)
Een bijzonder type van steeksleutel is de alligatorbeksleutel die op alle maten van vierkante moeren of op buizen past. De V-vormige bek is meestal langs één zijde getand. De sleutel wordt stevig op het werkstuk geplaatst en naar de gladde bek toe gedraaid, zodat de getande zijde het steeds vaster klemt. De alligatorbeksleutel kan enkel of dubbel zijn en is soms gecombineerd met een verstelbare moersleutel, een bandenlichter of een draadsnijtap (voor metaal). [MOT]
Aftrekker (m.)
Handwerktuig doorgaans bestaande uit een houten plank die met een ijzeren plaat is beslagen en waarop, haaks, een lange steel is bevestigd. Het wordt door de steenbakker gebruikt om het droogveld te effenen en te zuiveren of om het gedroogde rivierzand van de zandhoop bijeen te brengen (1). Een combinatie aftrekker en hark (zie zandhark) bestaat eveneens. [EMABB] (1) COOPMAN: s.v. zandkruier, vermeldt dat de aftrekker om het zand bijeen te brengen iets groter is dan het werktuig om het droogveld te effenen.
Ampèremeettang (v.)
De ampèremeettang (1) is een tangvormig instrument waarmee een elektricien de stroomsterkte van een doorgaande wisselstroom in een kabelverbinding kan meten, zonder het circuit te hoeven onderbreken, door het principe van elektromagnetische inductie. De bek opent pas wanneer men de armen krachtig sluit. Bij het loslaten van de armen klemt de bek dan stevig rond de kabel. Deze methode is veilig voor de gebruiker omdat deze de isolator rond de kabel niet hoeft te verwijderen en geen rechtstreeks elektrisch contact maakt. Oudere modellen van het meettuig in bakeliet zijn tangvormig en symmetrisch opgebouwd. Recente modellen zijn digitaal en worden verbonden aan een multimeter, gecombineerd met bv. een voltmeter. [MOT] (1) VAN DALE sv ampèremeettang. Ampèremeter en stroommeter zijn algemene termen voor het meettoestel.
Afsteekmes (o.)
Het afsteekmes (1) is een handwerktuig dat nagenoeg dezelfde vorm heeft als het plamuurmes maar waarvan het blad (ca. 2,5-12,5 cm) stug en minder verend is. Daardoor verwijdert men makkelijk, met afweekmiddel ingeweekt behang(papier) of, met afbijtmiddel voorbewerkte oude verflagen. Ook in combinatie met een verfbrander kan men de verflagen met het afsteekmes afsteken. Zie ook het afsteekmes voor stopverf. [MOT] (1) Japanse benaming is mogelijk kakugatakawasuki.
Amputatiemes (o.)
Het amputatiemes is een groot recht mes met een smal langwerpig snijblad (17 à 23 cm lang) dat aan een of beide zijden snijdt. De breedte van het blad varieert tussen 2 en 3 cm. Tegenwoordig wordt voor het amputatiemes, dat uit een stuk bestaat, gechromeerd staal of inox gebruikt. Vòòr de 19de eeuw was het hecht vaak van ebbenhout of ivoor en het blad uit staal. Het snijblad eindigt meestal in een scherpe dolkpunt, d.i. een punt in de as van de lengterichting van het lemmet, of in een afgerond snijdend uiteinde. De chirurg gebruikt dit mes om ledematen of een gedeelte daarvan te amputeren. Het mes snijdt met gemak doorheen de huid, spieren en pezen. Het amputatiemes wordt meestal samen met de amputatiezaag gebruikt. [MOT]
Ananasverdeler (m.)
Keukenwerktuig waarmee men een ananas tegelijk van de harde kern kan ontdoen én in partjes kan verdelen. In een cirkelvormig frame zitten ca. acht messen als spaken in een wiel (ca. 10 cm doorsnede), met de boor als naaf. Het werktuig is zeer vergelijkbaar aan de appelverdeler. Men zet de ananasverdeler boven op een stuk geschilde ananas en duwt hem naar beneden. De ananasverdeler is te onderscheiden van de schijvensnijder (1). [MOT] (1) FENNEMA: 234
Afschuimspatel (v.)
Met een afschuimspatel veegt men het teveel aan schuim bij een getapte pint weg. Het is een plat, langwerpig (ca. 20-25 cm), licht (ca. 50 gr), volledig metalen plaatje met een smaller handvat. Men strijkt met de afschuimspatel over de rand van het glas om zo een glad afgestreken schuimlaag te bekomen. [MOT]
Afschrijfpunt (m.)
Onder meer de schrijnwerker, timmerman, bankwerker, machinebouwer en elektricien gebruiken de afschrijfpunt om door een lijn of een teken aan te duiden waar een stuk gezaagd, geboord, uitgehold enz. moet worden. Het is een stift met verstaalde punt (in een hoek van 30° geslepen), meestal in een ring eindigend, bijvoorbeeld van koper, of in een houten hecht gestoken. Er bestaan ook dubbele afschrijfpunten met aan de andere zijde twee punten zodat evenwijdige lijnen getrokken kunnen worden (1). "Om de aftreklijn goed zichtbaar te maken, smeert men gegoten ijzeren en stalen werkstukken ter plaatse van aftekening in met een papje van rode aarde, of krijt en water. Blanke werkstukken kunnen we echter beter bevochtigen met een oplossing van kopersulfaat. Dit geeft op het blanke metaal een bruinachtige neerslag, waarop we fijne lijnen zeer goed zichtbaar kunnen trekken." (2) Het werktuig wordt vaak vervangen door een nagel of een potlood, soms door een scherpe priem. Zie ook balkenrits en veerpasser....
Appel-/aardappelschilmachine (hand) (m.)
Keukentoestel dat op de rand van een tafel of aanrecht geklemd wordt en waarmee appelen en aardappelen geschild worden. Het heeft een schroefvormige as met een speervormig uiteinde, die met een draaizwengel in beweging wordt gebracht. Het mesje, dat de vorm van een vingernagel heeft, is bevestigd aan een verende arm. Men prikt een (aard)appel op de speervormige punt van de as, men draait aan de zwengel en de (aard)appel beweegt zich naar het mesje toe. Wanneer dat mesje de draaiende (aard)appel raakt, beweegt het er vervolgens volledig omheen en wordt de schil er in één keer afgehaald. Wanneer men de hendel bovenaan het apparaat ontspant, kan het mesje terug in de beginpositie gebracht worden. Voor aardappelen en sommige groeten maakte de Franse fabrikant Jean Mantelet, een ander model dat bestaat uit een afsluitbaar recipiënt (diam. ca. 25 cm) met gegolfde ruwe binnenzijde en een rubberen noppenbodem. Het werkend deel is aan het deksel bevestigd en wordt door een zwengel aangedreven....
Aspergeguts (v.)
Witte asperges kan men oogsten met een aspergemes of een aspergeguts. Dat laatste heeft een gutsvormig (ca. 3 cm breed; ca. 10-15 cm lang) blad dat met een lange (ca. 20 cm) angel bevestigd is in een houten hecht. Witte asperges worden op hoge bedden geteeld en worden geoogst juist voordat het loof aan de oppervlakte komt, omdat bij het blootstaan van de kop aan het licht, deze snel blauw of groen wordt. Met een aspergeguts of -mes is het mogelijk de stengel zo dicht mogelijk bij de wortelstok af te steken, zonder deze of nog niet volgroeide, naburige stengels te beschadigen. Zie ook aspergesteker. [MOT]