Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken

Zoekresultaten 4,101 - 4,110 15,683 resultaten gevonden
Ciseleerhamer (m.)
De ciseleerhamer is een fijne stalen hamer die koud wordt gebruikt bij het graveren van metaal, zowel het drijven als het ciseleren. De ciseleur maakt fijne figuren in gegoten metalen voorwerpen door het metaal te drijven zonder materie te verwijderen. De graveur hanteert hem ook voor het uitsteken van een vorm door het voortdrijven van een steker, waardoor wel materie wordt verwijderd. De ciseleerhamer is vaak zelf op maat gemaakt, waarbij de smalle houten steel aan het uiteinde een bijzondere verdikking heeft om perfect in de handpalm te liggen. Voor een goede gewichtsverhouding buigt de kop soms lichtjes naar binnen. Het gewicht moet mooi verdeeld zijn om een vloeiende en regelmatige beweging te verzekeren. De kop heeft meestal aan de ene kant een vlakke ronde baan, aan de andere een bol of een wigvorm voor diverse bewerkingen. Daardoor is hij zeer nauw verwant aan de edelsmidshamer. De baan wordt sterk gepolijst, glanzend zelfs, om het bewerkte metaal niet te beschadigen. Onder meer...
Chaquitaclla (v.)
De chaquitaclla (1) (spreek uit tsja-ki-tak-li-ja) is een typisch landbouwwerktuig in het Andesgebergte van Zuid-Peru en Noord-Bolivië. De man gebruikt ze om braak liggende grond te bewerken door de kluiten te doen kantelen - zoals met de Spaanse laya-, waarna de vrouw de aardappelknollen poot met de hand (2). Niet zelden werkt een vijftal mannen naast elkaar; dan doen ze in één keer een hele reep kantelen. De chaquitaclla evolueerde van een graafstok naar een werktuig met een scherp metalen uiteinde, een gebogen of recht handvat, en een voetsteun. Het is ongeveer 1 à 1,5 meter lang en heeft een diameter van ongeveer 6 cm. De voetsteun bestaat uit twee stokken van ca. 20 cm lang die evenwijdig met elkaar zijn vastgesnoerd op ongeveer 45 cm hoogte. Het houten handvat is aan de steel vastgebonden met repen van lama- of runderleer. Wanneer op steile hellingen wordt gewerkt, is een lager geplaatst handvat -dicht bij de voetsteun - handiger om in evenwicht te blijven. De steel past in de dille...
Castreertang (v.)
De castreertang (1) is een relatief zware (ca. 2-5 kg) tang met lange armen (ca. 30 cm) en een brede bek (ca. 8 cm) met sterk gebogen kaken, die gebruikt wordt om stieren te castreren. Eventueel bevindt er zich aan de onderzijde van één van de armen een U-vormige beugel die als steun op de knie gezet kan worden. Men plaatst de bek van de tang achtereenvolgens achter beide testikels - ter hoogte van de zaadstreng - en knijpt de tang gedurende een dertigtal seconden dicht. Na enkele dagen begint het scrotum te verschrompelen; de testikels verkleinen en sterven af. Zie ook castreerschaar. [MOT] (1) Zie BERTHELON.
Champagnetang (v.)
Men kan het stopsel van een champagnefles makkelijk losdraaien met een champagnetang. De smalle kaken met vrij grote tanden grijpen de kop van de kurk. Soms zit de opening achter de draaispil en vinden we vooraan een champagneschaartje om de muselet, d.i. de draad rond de kurk, door te knippen. Een ander model heeft een 4-tal cm boven de kaken 2 beugeltjes om de kurk te houden als hij eruit komt. Zie ook champagnemesje. Te onderscheiden van de wasbreektang waarmee men de was van een verzegelde fles breekt. [MOT]
Buigveer (v.)
De fitter hanteert de buigveer bij het maken van bochten en het buigen van ronde pijpen en buizen, om knikken en oneffenheden te voorkomen. Het gaat om een stalen spiraalveer waarvan de windingen zeer nauw aansluiten en één of beide uiteindes tot een (trek)oog zijn gedraaid. De lengte en diameter van de buigveer moeten nauw aansluiten op die van de te bewerken buis. Het gaat vooral om dunwandige pijpen in bv. zacht koper, zink, plastic. Soms moet men deze plaatselijk verhitten (1). Bij interne buigveren wordt de buigveer in de pijp geschoven, bij externe buigveren wordt ze rond de pijp geschoven. Om een interne buigveer krachtig uit een pijp te kunnen trekken, kan er een touw of staaf aan het oog bevestigd worden (2). [MOT] (1) A. HELING, Installatie technieken. Gereedschappen: Culemborg, 1985, 94-95. (2) JACKSON & DAY: 271.
Citroenknijper (m.)
Men gebruikt de citroenknijper om halve schijfjes of partjes citroen uit te persen. Vooral bij de thee wordt deze tang samen met het schijfje citroen aangeboden. Men plaatst het schijfje tussen de kaken van de tang en drukt de armen dicht. Het sap loopt via het gootje in het kopje. Meestal is deze tang van metaal. Net als de citrusboor dient hij om slechts enkele druppels sap te bekomen. Zie ook citruspers. [MOT]
Champagneschaartje (o.)
De draad rond de kurk van een champagnefles knipt men door met een champagneschaartje. De kaken zijn zeer kort, aangezien de draad tegen de fles zit en men dus niet veel speling heeft tussen de draad en de fles. Het champagneschaartje maakt soms deel uit van de champagnetang. [MOT]
Citruspers (m.)
Een citruspers dient om het sap uit citrusvruchten te persen, zonder dat er ook pulp, merg en pitten meekomen. Er bestaan verschillende modellen. Zo is er de tangvormige citruspers. Soms is ze van hout of porselein gemaakt, maar meestal is ze van metaal. Afhankelijk van het model kan men kleine of grotere stukken fruit persen. Vooral bij de kleinere stukjes dient men het fruit eerst te schillen. Het sap loopt via gaatjes of een gootje in de gewenste recipiënt. De citruspers kan ook bestaan uit een geribbelde perskegel in een glazen schaaltje. De halve vrucht wordt op de perskegel gedrukt en heen en weer gedraaid. Opstaande tandjes zorgen ervoor dat de pitten niet in het sap, dat in het gootje eronder loopt, komen. Aan de zijkant zit een schenktuitje om het sap over te gieten. Een ander model is een houten perskegel met recht hecht die - boven een recipiënt - in de halve vrucht geduwd wordt. Door er heen en weer mee te draaien, wordt het sap eruit geperst. Een ander model betreft de citruspers...
Controletang (v.)
De controleur ontwaardt het ticket door er een figuur in te drukken of er een stukje papier uit te drukken. De kaken zijn aangepast aan het doel. Beide tangen worden verder besproken. De stempeltang heeft een kaak met een spleet waarin men het kaartje stopt. De andere kaak is een staaf met stempel, die door de wand van de spleet het kaartje tegen de andere wand drukt en er een figuur in drukt. Er bestaat ook een stempeltang om officiële stempels in papier te drukken.  De tang om een uitsnijding in de rand te maken heeft een grote vlakke steunkaak met een uitsparing waarin de andere kaak past. Wanneer men de tang dichtknijpt, duwt de kleine scherpe kaak het papier tegen de grotere steunkaak en knipt de figuur uit het papier. Hetzelfde principe zien we bij de tang die een gaatje in het ticket knipt. De kaken bestaan uit een priem en een holle steun. Wanneer men nog meer gegevens op de kaart wenst aan te brengen, combineert men de controletang met de stempeltang. [MOT]
Deegradertje (o.)
Met een deegradertje kan men reepjes uit dunne lappen deeg snijden. Het bestaat uit 1 à 2 koperen, porseleinen, houten of benen snijwieltje(s) (ca. 3-5 cm doorsnede) - al dan niet met een gegolfde snede - bevestigd in een hecht (te onderscheiden van het pizzawieltje). Het wieltje moet goed snijden zodat het deeg niet scheurt of uitrekt; er moet dus weinig druk op uitgeoefend worden. Het moet ook makkelijk in bochten kunnen snijden. Zie ook deegsnijrol. [MOT]